(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)

1 "En dit zijn de opdracht, de verordeningen en de oordelen die Jahweh, jullie Elohim, jullie opdroeg te onderwijzen, om te doen in het land waarheen jullie oversteken om het te bezitten,
2 zodat jij Jahweh, jouw Elohim, zal vrezen, om al Zijn verordeningen en opdrachten waar te nemen die ik jullie opdraag, jij en jouw zoon en de zoon van jouw zoon, alle dagen van jouw leven, zodat jouw dagen verlengd zullen worden.
3 Hoor Israel en neem waar het te doen, opdat het goed met jou zal zijn en opdat jij buitengewoon zal toenemen, zoals Jahweh, Elohim van jouw vaders, tot jou sprak, in een land vloeiend van melk en honing.
4 Hoor Israel! Jahweh, onze Elohim, Jahweh is Één. [Rom. 3:30]
5 En jij houdt van Jahweh, jouw Elohim, met heel jouw hart en met heel jouw ziel en met heel jouw uiterste. [Matt. 22:37]
6 En deze woorden die ik vandaag aan jou opdraag, komen op jouw hart.
7 En jij herhaalt ze voor jouw zonen, en jij spreekt er over tijdens jouw zitten in jouw huis en tijdens jouw wandel op de weg en bij jouw neerliggen en bij jouw opstaan.
8 En jij bindt ze als een teken op jouw hand en zij worden tot wenkbrauwbanden tussen jouw ogen. [Matt. 23:5]
9 En jij schrijft ze op de deurposten van jouw huis en in jouw poorten. [Deut. 11:18-20]
10 En het zal zijn dat Jahweh, jouw Elohim, jou brengt naar het land dat Hij zwoer aan jouw vaders, aan Abraham, aan Izaäk en aan Jacob, om aan jouw grote en goede steden te geven die jij niet bouwde, [Gen. 12:7] [Gen. 26:3] [Gen. 28:13]
11 en huizen, vol van alle goed, die jij niet vulde, en uitgehouwen waterreservoirs die jij niet houwde, wijngaarden en olijfbomen die jij niet plantte. En jij eet en jij bent bevredigd. [Neh. 9:25]
12 Bewaak jezelf, anders vergeet jij Jahweh, Die jou bracht uit het land van Egypte, uit het huis van dienaren.
13 Jahweh, jouw Elohim, zal jij vrezen en Hem zal jij dienen en in Zijn naam zal jij zweren. [Matt. 4:10]
14 Jij zal niet achter andere elohim aan gaan uit de elohim van de volken die rondom jullie zijn.
15 Want Jahweh, jouw Elohim, is een jaloerse EL in jouw midden. De boosheid van Jahweh, jouw Elohim, zal heet zijn tegen jou en Hij roeit jou uit van de oppervlakte van de grond.
16 Jullie zullen Jahweh, jullie Elohim, niet testen zoals jullie testten in Massah. [Matt. 4:7] [Exo. 17:6,7]
17 Jullie zullen zeker de opdrachten van Jahweh, jullie Elohim, waarnemen en Zijn getuigenissen en Zijn verordeningen die Hij jou opdroeg.
18 Doe het rechte en het goede in de ogen van Jahweh, zodat het met jou goed zal zijn. En ga binnen en bezit het goede land dat Jahweh aan jouw vaders zwoer,
19 al jouw vijanden buiten werpend van voor jouw aangezicht, zoals Jahweh sprak.
20 Wanneer jouw zoon jou morgen zal vragen, zeggend: Wat zijn de getuigenissen en de verordeningen en de oordelen die Jahweh, onze Elohim, aan jullie opdroeg?
21 dan zeg jij tot jouw zoon: Wij waren dienaren voor Farao in Egypte, maar Jahweh bracht ons met standvastige hand uit Egypte.
22 En Jahweh geeft tekenen en wonderen, groot en kwaad, in Egypte, tegen Farao en tegen heel zijn huishouding, voor onze ogen.
23 En Hij bracht ons van daar uit om ons te brengen in en aan ons te geven het land dat Hij zwoer aan onze vaders.
24 En Jahweh draagt ons op al deze verordeningen te doen, Jahweh, onze Elohim, te vrezen, voor ons eigen goed, alle dagen, om ons in leven te houden, zoals in deze dag.
25 En er zal rechtvaardigheid voor ons zijn wanneer wij al deze opdrachten waarnemen te doen voor het aangezicht van Jahweh, onze Elohim, zoals Hij ons opdroeg."

Terug naar de indexpagina
Naar Deuteronomium 7