|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)
1 Mozes en de ouden van Israel geven het volk opdracht, zeggend: "Neem elke opdracht die ik jullie vandaag opdraag waar.
2 En het gebeurt op de dag dat jullie de Jordaan zullen oversteken naar het land dat Jahweh, jouw Elohim, aan jou geeft, dat jij voor jezelf grote stenen opstelt en jij verft ze wit met witkalk.
3 En jij schrijft op hen alle woorden van deze wet, wanneer jij oversteekt, zodat jij binnen gaat in het land dat Jahweh, jouw Elohim, aan jou geeft, een land vloeiend van melk en honing, zoals Jahweh, Elohim van jouw vaders, tot jou sprak.
4 En het gebeurt wanneer jullie de Jordaan oversteken, dat jullie deze stenen zullen opstellen die ik jullie vandaag opdraag, bij de berg Ebal. En jij verft ze wit met witkalk.
5 En jij bouwt daar een altaar voor Jahweh, jouw Elohim, en altaar van stenen. Jij zal op hen geen ijzer slaan.
6 Jij zal met passende stenen een altaar bouwen voor Jahweh, jouw Elohim, en jij brengt daarop opstijgoffers aan Jahweh, jouw Elohim. [Exo. 20:25]
7 En jij offert vredeoffers en jij eet daar en jij verheugt je voor het aangezicht van Jahweh, jouw Elohim.
8 En jij schrijft op de stenen alle woorden van deze wet, ze grondig duidelijk makend." [Joz. 8:30-32]
9 En Mozes en de priesters, de Levieten, spraken tot heel Israel, zeggend: "Wees stil en luister, Israel. Vandaag ben jij tot volk van Jahweh, jouw Elohim, geworden.
10 En jij luistert naar de stem van Jahweh, jouw Elohim, en jij doet Zijn opdrachten en Zijn verordeningen, die ik jou vandaag opdraag."
11 En Mozes geeft het volk op die dag opdracht, zeggend:
12 "Dezen zullen op de berg Gerizim staan om het volk te zegenen wanneer jullie de Jordaan oversteken; Simeon en Levi en Juda en Issachar en Jozef en Benjamin. [Deut. 11:29]
13 En dezen zullen op de berg Ebal staan om te kleineren: Ruben, Gad en Asser, en Zebulon, Dan en Naftali."
14 Dan antwoorden de Levieten en zij zeggen met een verheven stem tot iedere man van Israel:
15 "Vervloekt is de man die een snijwerk maakt en een gesmolten beeld, een gruwel voor Jahweh, het werk van een handwerksman, en hij plaatst het in het verborgene." En heel het volk antwoordt en zij zeggen: Amen! [Exo. 20:4]
16 "Vervloekt is die zijn vader en zijn moeder kleineert." En heel het volk zegt: Amen! [Exo. 20:12]
17 "Vervloekt die de grens van zijn naaste verlegt." En heel het volk zegt: Amen! [Deut. 19:14]
18 "Vervloekt die een blind op de weg doet vergissen." En heel het volk zegt: Amen! [Lev. 19:14]
19 "Vervloekt die het oordeel van de bijwoner, de wees en de weduwe naast zich neer legt." En heel het volk zegt: Amen! [Exo. 22:21]
20 "Vervloekt die ligt met de vrouw van zijn vader, want hij legt de zoom van zijn vader bloot." En heel het volk zegt: Amen! [Lev. 18:8]
21 "Vervloekt die ligt met enig beest." En heel het volk zegt: Amen! [Exo. 22:19]
22 "Vervloekt die ligt met zijn zus, de dochter van zijn vader of de dochter van zijn moeder." En heel het volk zegt: Amen! [Lev. 18:9]
23 "Vervloekt die ligt met zijn schoonmoeder." En heel het volk zegt: Amen! [Lev. 18:17]
24 "Vervloekt die zijn naaste slaat in het verborgene." En heel het volk zegt: Amen!
25 "Vervloekt die een omkoopsom aanneemt om een ziel van onschuldig bloed te slaan." En heel het volk zegt: Amen!
26 "Vervloekt die niet de woorden van deze wet uitvoert, om ze te doen." En heel het volk zegt: Amen! [Gal. 3:10]
Terug naar de indexpagina
Naar Deuteronomium 28
|
|