(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)

1 "Jij zal aan Jahweh, jouw Elohim, geen stier of schaapje offeren waarin een fout of iets slechts is, want het is een gruwel voor Jahweh, jouw Elohim. [Lev. 22:20]
2 Wanneer er in een van jouw poorten die Jahweh, jouw Elohim, aan jou geeft, een man of een vrouw gevonden zal worden die het kwade doet in de ogen van Jahweh, jouw Elohim, Zijn verbond overtredend,
3 en hij gaat en hij dient andere elohim en hij buigt zich voor hen neer en voor de zon of voor de maan of voor iets van de menigte van de hemelen, iets wat ik niet opdroeg, [Exo. 22:20]
4 en het wordt aan jou verteld, en jij hoorde, dan onderzoek jij het grondig. En zie!, staat de waarheid over de zaak vast dat deze gruwel in Israel werd gedaan,
5 dan breng jij die man of die vrouw, die dit kwade ding deed, naar voren, naar jouw poorten, de man of de vrouw, en jij stenigt hen met stenen. En zij sterven.
6 Op de mond van twee getuigen of drie getuigen zal die zal sterft ter dood gebracht worden. Hij zal niet ter dood gebracht worden op de mond van één getuige. [Num. 35:30]
7 De hand van de getuigen zal als eerste tegen hem komen om hem ter dood te brengen en de hand van heel het volk daarna. Zo roei jij het kwaad uit dat onder jouw is.
8 Wanneer de zaak voor het oordeel moeilijk voor jou is, tussen bloed en bloed, tussen beslissing en beslissing, tussen slag en slag, zaken die in jouw poorten beweerd worden, dan sta jij op en ga jij op naar de plaats die Jahweh, jouw Elohim, daarvoor zal kiezen.
9 En jij komt tot de priesters, de Levieten, en tot de rechter die in die dagen zal zijn, en jij vraagt en zij vertellen jou het woord van het oordeel.
10 En jij doet naar het bevel van het woord dat zij aan jou zullen vertellen op die plaats die Jahweh zal kiezen. En jij neemt waar te doen zoals zij jou zullen aangeven.
11 Op bevel van de wet die zij jou zullen aangeven en naar het oordeel dat zij jou zullen zeggen, zal jij doen. Jij zal je niet afwenden van het woord dat zij aan jou zullen vertellen, rechts noch links.
12 En de man die arrogant handelt door niet te luisteren naar de priester (die daar staat om Jahweh, jouw Elohim, te dienen) of naar de rechter, dan sterft deze man. Zo roei jij het kwaad uit van Israel.
13 En heel het volk zal luisteren en zij zullen vrezen en zij zullen niet langer arrogant zijn.
14 Wanneer jij binnen gaat in het land dat Jahweh, jouw Elohim, aan jou geeft en jij bezit het en jij verblijft er in, en jij zegt: Ik zal over mij een koning plaatsen, zoals alle natiën die rondom mij zijn, [1Sam. 8:5]
15 dan zal jij over jou een koning plaatsen die Jahweh, jouw Elohim, zal kiezen. Uit het midden van jouw broeders zal jij over jou een koning plaatsen. Jij zal niet in staat zijn over jou een buitenlandse man aan te stellen die geen broeder van jou is.
16 Maar hij zal voor zich geen paarden doen toenemen en hij zal het volk niet laten terugkeren naar Egypte, zodat zijn paarden toenemen, want Jahweh, Hij zei tot jullie: Jullie zullen niet langer doorgaan op deze weg terug te keren.
17 En hij zal voor zich geen vrouwen doen toenemen en hij zal zijn hart niet afwenden, en zilver en goud zal hij voor zichzelf niet buitengewoon doen toenemen. [1Kon. 11:1-3] [2Kron. 1:15]
18 En het gebeurt wanneer hij op de troon van zijn koninkrijk zit, dat hij voor zichzelf een kopie van deze wet schrijft op een rol, van die welke voor het aangezicht van de priesters, de Levieten, is.
19 En die zal bij hem zijn en hij leest er in, alle dagen van zijn leven, zodat hij zal leren Jahweh, zijn Elohim, te vrezen, om alle woorden van deze wet waar te nemen en deze verordeningen te doen,
20 opdat hij niet zijn hart verhoogt boven zijn broeders en zodat hij niet afwendt van de verordening, rechts noch links, zodat hij zijn dagen over zijn koninkrijk zal verlengen, hij en zijn zonen te midden van Israel."

Terug naar de indexpagina
Naar Deuteronomium 18