|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een onderstreepte naam, dan ziet u de betekenis)
1 En de koningin van hoorde van de faam van en zij komt om te ondervragen met raadselen, in , met een zeer groot leger, en kamelen die geurstoffen dragen en goud in overvloed en kostbare stenen. En zij komt bij en zij bespreekt met hem al wat op haar hart was. [Matt. 12:42]
2 En vertelt haar al haar zaken. En er was geen zaak verborgen voor die hij haar niet vertelde.
3 En de koningin van ontwaart de wijsheid van en zag het huis dat hij bouwde,
4 en het voedsel op zijn tafel en het zitten van zijn dienaren en het staan van die hem bedienen en zijn kledij en zijn bekerdragers met hun kleding, en zijn opstijgoffer, dat opstijgt in het huis van Jahweh, en er was verder niets in haar geest.
5 En zij zegt tot de koning: "Het woord dat ik hoorde in mijn land over zaken die u betreffen en over uw wijsheid, is waar.
6 Maar ik geloofde hun woorden niet, totdat ik kwam en mijn ogen zien. En zie!, mij was niet de helft verteld van de omvang van uw wijsheid. U voegde toe aan het bericht dat ik hoorde.
7 Gelukkig zijn uw stervelingen en gelukkig zijn uw dienaren, zij die voortdurend staan voor uw aangezicht en uw wijsheid horen.
8 Jahweh, uw Elohim, zal gezegend zijn, Die genoegen schept in u, u op Zijn troon gevend als koning voor Jahweh, uw Elohim. Door de liefde van uw Elohim voor zal Hij het doen staan voor de aion. En Hij geeft u over hen als koning, om oordeel en recht te doen."
9 En zij geeft aan de koning honderd en twintig talenten goud en geurstoffen in grote overvloed en kostbare stenen. Er was geen als deze geurstof, die de koningin van gaf aan koning .
10 Bovendoen brachten dienaren van en dienaren van goud van ; ook brachten zij algumhout en kostbare stenen.
11 En de koning gebruikt het algumhout voor de grote wegen naar het huis van Jahweh en naar het huis van de koning, en voor harpen en citers voor de zangers. En nooit was iets gezien zoals dit in het land van .
12 En koning gaf aan de koningin van al haar verlangens die zij vroeg, meer dan zij aan de koning bracht. En zij keert terug en zij gaat naar haar land, zij en haar dienaren.
13 En het gewicht van het goud dat in een jaar tot kwam was zes honderd en zes en zestig talenten goud,
14 naast dat van de stervelingen die onderzoeken en van de handelaren die het brengen. En alle koningen van en de onderkoningen van het land brengen goud en zilver naar .
15 En koning maakte twee honderd schilden van uitgehamerd goud, zes honderd shekels uitgehamerd goud brengt hij op op het ene schild.
16 En drie honderd kleine schilden van uitgehamerd goud brengt hij op op het ene kleine schild. En de koning plaatst ze in het huis van het wilde hout van . [1Kon. 14:26]
17 En de koning maakt ook een grote troon van ivoor en hij overdekt die met puur goud.
18 En voor de troon zijn zes treden en een voetstoel van goud, vastgemaakt aan de troon. En er waren zijkanten aan deze en de andere zijde van de zitplaats en er staan twee leeuwen aan de zijkanten.
19 En er staan twaalf leeuwen op de zes treden, aan deze en aan de andere zijde. Zoiets was niet gemaakt voor enig koninkrijk.
20 En alle drinkbekers van koning waren van goud en alle bekers van het huis van het wilde hout van waren van geslagen goud. Zilver was niet in achting in de dagen van .
21 Want er waren schepen van de koning die naar gingen met dienaren van . Één maal per drie jaren komen schepen van , die goud brengen en zilver en olifantstanden en apen en pauwen.
22 En koning is groter dan alle koningen van het land naar rijkdom en wijsheid.
23 En alle koningen van het land zoeken het aangezicht van om zijn wijsheid te horen die de Elohim in zijn hart gaf.
24 En een ieder brengt zijn geschenk, artikelen van zilver en artikelen van goud en kleding en wapens en geurstoffen, paarden en muilezels, een zaak van jaar tot jaar.
25 En er komen voor vierduizend paardenstallen en strijdwagens en twaalf duizend ruiters. En men laat ze achter in de steden van de strijdwagens en bij de koning in . [1Kon. 4:26]
26 En hij wordt heerser over alle koningen van de stroom tot aan het land van de Filistijnen en tot aan het grensgebied van . [Gen. 15:18]
27 En de koning maakt het zilver in zo gewoon als stenen en de ceders maakte hij als de moerbijvijgenboom, die in overvloed in de lage voetheuvels is. [Deut. 17:17]
28 En men importeert paarden voor uit en uit alle landen. [2Kron. 1:14-17]
29 En de rest van de zaken van , de eerste en de laatste, zij die niet geschreven in de geschiedboeken van , de profeet, en in de profetie van , de Shiloniet, en in de visioenen van , de visioenenziener, over , zoon van ?
30 En regeert in over heel , veertig jaren.
31 En ligt neer bij zijn vaders, en zij begraven hem in de stad van , zijn vader, en , zijn zoon, regeert in zijn plaats.
Terug naar de indexpagina
Naar 2 Kronieken 10
|
|