|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een onderstreepte naam, dan ziet u de betekenis)
1 Het is het achttiende jaar van koning en wordt koning over . [1Kon. 15:1-8]
2 Hij regeerde drie jaren in en de naam van zijn moeder was , dochter van van . En er kwam oorlog tussen en tussen .
3 En gaat de strijd aan met een leger van dapperen van de oorlog, vier honderd duizend gekozen mannen. En stelde zich tegen hem op voor de strijd met acht honderd duizend gekozen mannen, een dapper leger.
4 En gaat de berg op, die is in het gebergte van , en hij zegt: "Hoort mij, en heel !
5 Weten jullie niet dat Jahweh, Elohim van het koninkrijk over gaf aan voor de aion, aan hem en aan zijn zonen, een verbond van zout?
6 Maar , zoon van , dienaar van , zoon van , staat op en hij rebelleert tegen zijn heer.
7 En dwaze stervelingen, zonen van waardeloosheid, worden rondom hem opgeroepen en zij maken zichzelf onbuigzaam voor , zoon van . En was een jongeman en zacht van hart en hij had niet de moed om zich tegen hen te verzetten.
8 En nu zijn jullie het die zeggen je te versterken voor het aangezicht van het koninkrijk van Jahweh in de hand van de zonen van . En jullie zijn een grote menigte en bij jullie zijn gouden kalveren, die voor jullie maakte als elohim.
9 Verdreven jullie niet de priesters van Jahweh, de zonen van en de Levieten? En jullie maken voor jezelf priesters, zoals de volken van de landen? Een ieder die komt om zijn hand te vullen met een jonge stier, een zoon van het grootvee, en zeven rammen, dan wordt hij priester van wat geen Elohim is.
10 En wij? Jahweh is onze Elohim en wij verlieten Hem niet. En de priesters die Jahweh dienen zijn de zonen van en de Levieten zijn aan het werk,
11 en zij zijn het die opstijgoffers doen roken voor Jahweh, ochtend na ochtend en avond na avond, en wierook van specerijen; en zij zetten het toonbrood op de schone tafel, en de gouden kandelaar en zijn lampen, om avond na avond te branden, want wij zijn het die het bevel van Jahweh, onze Elohim, bewaren en jullie, jullie verlieten Hem.
12 En zie!, bij ons aan het hoofd is de Elohim en Zijn priesters met de schreeuwende trompetten om tegen jullie te blazen. Zonen van , het moet niet zo zijn dat jullie vechten met Jahweh, Elohim van jullie vaders, want jullie zullen niet voorspoedig zijn!"
13 En zond een hinderlaag rond om van achter tegen hen te komen, en zij waren voor het aangezicht van en de hinderlaag was van achteren.
14 En keert om en zie!, de strijd was voor en achter hen, en zij roepen tot Jahweh. En de priesters blazen in hun trompetten.
15 En de mannen van heffen een roep aan. En het gebeurt als de mannen van een roep aanheffen, dat de Elohim en heel sloeg voor het aangezicht van en .
16 En de zonen van vluchten van voor het aangezicht van en Elohim geeft hen in hun handen.
17 En slaat hen met een zeer grote slag en er vallen van , gewond, vijf honderd duizend gekozen mannen.
18 En de zonen van worden in die tijd onderschikt gemaakt en de zonen van zijn vastberaden, want zij leunden op Jahweh, Elohim van hun vaders.
19 En achtervolgt en hij neemt van hem steden in bezit, en zijn voorsteden, en zijn voorsteden, en en zijn voorsteden.
20 En hield geen kracht meer over in de dagen van . En Jahweh slaat hem en hij sterft.
21 En toont zichzelf standvastig en hij neemt voor zichzelf veertien vrouwen en hij verwekt twee en twintig zonen en zestien dochters.
22 En de rest van de zaken van en zijn wegen en zijn woorden zijn geschreven in het onderzoek van de profeet.
Terug naar de indexpagina
Naar 2 Kronieken 14
|
|