Dit is een eigen Het Beste Nieuws vertaling van
2 Kronieken
Hoofdstuk 12

   
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
of op een onderstreepte naam, dan ziet u de betekenis)


1 En gebeurt toen RehobeamRehobeam = uitbreiding van het volk zijn koninkrijk vestigde en hij het standvastig had gemaakt, dat hij de wet van Jahweh verliet en IsraelIsrael = strijder van God met hem.
2 En het gebeurt in het vijfde jaar van koning RehobeamRehobeam = uitbreiding van het volk, dat ShishakShishak = gretig naar fijn linnen , koning van EgypteEgypte = (egyptisch) land van (de god) Ptah - (koptisch)het zwarte land (tov. de witte woestijn) opkwam tegen JeruzalemJeruzalem = de stad van (de god) Salem - vredesstichter, want zij overtraden tegen Jahweh, [1Kon. 14:25,26;HBN) ]
3 met twaalf honderd strijdwagens en zestig duizend ruiters. En er is geen aantal voor het volk dat met hem kwam uit EgypteEgypte = (egyptisch) land van (de god) Ptah - (koptisch)het zwarte land (tov. de witte woestijn): Libiërs, Sukkieten en Cushieten.
4 En zij nemen de versterkte steden in die in JudaJuda = lof zijn en hij komt tot zo ver als JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredesstichter.
5 En ShemaiahShemaiah = gehoord heeft Jah, de profeet, kwam naar RehobeamRehobeam = uitbreiding van het volk en de leiders van JudaJuda = lof, die bijeen gebracht waren in JeruzalemJeruzalem = de stad van (de god) Salem - vredesstichter van voor het aangezicht van ShishakShishak = gretig naar fijn linnen. En hij zegt tot hen: "Zo zegt Jahweh: Jullie verlieten Mij en inderdaad, Ik laat jullie achter in de handen van ShishakShishak = gretig naar fijn linnen ."
6 En de leiders van IsraelIsrael = strijder van God en de koning onderschikken zich en zij zeggen: "Jahweh is rechtvaardig."
7 En toen Jahweh zag dat zij zich onderschikten, kwam het woord van Jahweh tot ShemaiahShemaiah = gehoord heeft Jah, zeggend: "Ze zijn onderschikt, Ik zal hen niet verwoesten en Ik zal hen spoedig verlossing geven, en Mijn woede zal niet uitgegoten worden tegen JeruzalemJeruzalem = de stad van (de god) Salem - vredesstichter door de hand van ShishakShishak = gretig naar fijn linnen ,
8 want zij zullen voor hem tot dienaren worden en zij zullen Mijn dienst kennen en de dienst van de koninkrijken van de landen."
9 En ShishakShishak = gretig naar fijn linnen , koning van EgypteEgypte = (egyptisch) land van (de god) Ptah - (koptisch)het zwarte land (tov. de witte woestijn), komt op tegen JeruzalemJeruzalem = de stad van (de god) Salem - vredesstichter en hij neemt de schatten van het huis van Jahweh en de schatten van het huis van de koning, hij nam het allemaal. En hij neemt de gouden schilden die SalomoSalomo = man van vrede maakte. [2Kron. 9:15,16]
10 En koning RehobeamRehobeam = uitbreiding van het volk maakt in hun plaats schilden van koper en hij geeft het toezicht er over in de hand van de leiders van de renners, die de ingang van het huis van de koning bewaken.
11 En het gebeurt dat zo vaak als de koning naar het huis van Jahweh kwam, de renners kwamen en zij ze droegen. En zij brachten ze terug naar de wachtkamer van de renners.
12 En door zijn onderschikken keerde de boosheid van Jahweh van hem weg en kwam er geen totale verwoesting. En bovendien kwamen er in JudaJuda = lof goede zaken.
13 En koning RehobeamRehobeam = uitbreiding van het volk toont zichzelf standvastig in JeruzalemJeruzalem = de stad van (de god) Salem - vredesstichter en hij regeert, want RehobeamRehobeam = uitbreiding van het volk was een zoon van een en veertig jaren toen hij koning werd. En hij regeerde zeventien jaren in JeruzalemJeruzalem = de stad van (de god) Salem - vredesstichter, de stad die Jahweh uit alle stammen van IsraelIsrael = strijder van God koos om Zijn Naam daar te plaatsen. En de naam van zijn moeder was NaämahNaämah = vriendelijk, de Ammonitische.
14 En hij doet het kwade, want hij bereidde zijn hart niet voor om Jahweh te vragen.
15 En de zaken van RehobeamRehobeam = uitbreiding van het volk, de eerste en de laatste, zijn zij niet geschreven in de geschiedboeken van ShemaiahShemaiah = gehoord heeft Jah, de profeet, en IddoIddo = talrijk, de visioenenziener, het vastleggend? En oorlogen tussen RehobeamRehobeam = uitbreiding van het volk en JerobeamJerobeam = moge het volk vermeerderen waren er alle dagen.
16 En RehobeamRehobeam = uitbreiding van het volk ligt neer bij zijn vaders en hij wordt begraven in de stad van DavidDavid = lieveling. En AbiahAbiah = mijn Vader is Jah, zijn zoon, regeert in zijn plaats.

Terug naar de indexpagina
Naar 2 Kronieken 13
   


© www.hetbestenieuws.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.