|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een onderstreepte naam, dan ziet u de betekenis)
1 In zijn dagen kwam , koning van op en wordt voor hem een dienaar, drie jaren; en hij keert om en hij rebelleert tegen hem. [Dan. 1:1,2]
2 En Jahweh zendt tegen hem de overvalgroepen van de Chaldeeën en overvalgroepen van en overvalgroepen van en overvalgroepen van de zonen van , en Hij zendt hen tegen om hen te vernietigen naar het woord van Jahweh, dat Hij sprak door de hand van Zijn dienaren, de profeten. [Hab. 1:6]
3 Ja, op bevel van Jahweh kwam het tegen , om het weg te nemen van voor Zijn aangezicht, vanwege de zonden van , naar alles wat hij deed,
4 en ook het bloed van de onschuldige, dat hij vergoot, want hij vult met onschuldig bloed. En Jahweh wilde het niet vergeven. [2Kon. 21:16]
5 En de rest van de zaken van en al wat hij deed, zijn zij niet geschreven op de rol van de geschiedboeken van de dagen van de koningen van ?
6 En ligt neer bij zijn vaders en , zijn zoon, regeert in zijn plaats.
7 En de koning van ging niet verder voort met uit gaan van zijn land, want de koning van nam van de waterloop van tot zo ver als de stroom van de , al wat van de koning van was.
8 Een zoon van achttien jaren was toen hij koning werd en hij regeerde drie maanden in . En de naam van zijn moeder is , dochter van , uit . [2Kron. 36;9,10]
9 En hij doet het kwade in de ogen van Jahweh, naar al wat zijn vader deed.
10 In die tijd kwamen de dienaren van , koning van , naar , en de stad wordt belegerd.
11 En komt tegen de stad en zijn dienaren belegeren haar.
12 En , koning van , gaat uit tegen de koning van , hij en zijn moeder en zijn dienaren en zijn leiders en zijn eunuchs. En de koning van neemt hem in het achtste jaar van zijn regering.
13 En hij brengt van daar alle schatten van het huis van Jahweh en de schatten van het huid van de koning naar buiten, en hij snijdt alle artikelen van goud klein, die , koning van , maakte in de tempel van Jahweh, zoals Jahweh sprak. [2Kon. 20:17]
14 En hij deporteerde iedereen van en alle leiders en alle dappere mannen; tien duizend worden gedeporteerd, en iedere houtbewerker en slotenmaker. Er bleef niemand achter, behalve de arme van het volk van het land.
15 En hij deporteert naar , en de moeder van de koning en de vrouwen van de koning en zijn eunuchs en de machtigen van het land deed hij deporteren van naar . [Deut. 28:36,37]
16 En alle dappere stervelingen, zeven duizend, en de houtbewerker en de slotenmaker, duizend, allen krachtige mannen die oorlog maken. En de koning van brengt hen in deportatie naar .
17 En de koning van stelt , zijn oom, in zijn plaats, en hij verandert zijn naam in . [Jer. 37:1]
18 Een zoon van een en twintig jaren was toen hij koning werd, en hij regeerde elf jaren in . En de naam van zijn moeder was , dochter van , uit . [Jer. 27:1]
19 En hij doet het kwade in de ogen van Jahweh, naar al wat deed.
20 Want door de boosheid van Jahweh kwam het tegen en tegen , totdat Hij hen van voor Zijn aangezicht uitwierp. En rebelleert tegen de koning van . [Eze. 17:15]
Terug naar de indexpagina
Naar 2 Koningen 25
|
|