Dit is een eigen Het Beste Nieuws vertaling van
2 Koningen
Hoofdstuk 24

   
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
of op een onderstreepte naam, dan ziet u de betekenis)


1 In zijn dagen kwam NebukadnessarNebukadnessar = Nabu, bescherm de erfzoon, koning van BabylonBabylon = verwarring op en JehoiakimJehoiakim = Jah zal oprichten wordt voor hem een dienaar, drie jaren; en hij keert om en hij rebelleert tegen hem. [Dan. 1:1,2]
2 En Jahweh zendt tegen hem de overvalgroepen van de Chaldeeën en overvalgroepen van AramAram = hoog en overvalgroepen van MoabMoab = (afstammend) van de vader en overvalgroepen van de zonen van AmmonAmmon = van een stam, en Hij zendt hen tegen JudaJuda = lof om hen te vernietigen naar het woord van Jahweh, dat Hij sprak door de hand van Zijn dienaren, de profeten. [Hab. 1:6]
3 Ja, op bevel van Jahweh kwam het tegen JudaJuda = lof, om het weg te nemen van voor Zijn aangezicht, vanwege de zonden van ManasseManasse = die doet vergeten, naar alles wat hij deed,
4 en ook het bloed van de onschuldige, dat hij vergoot, want hij vult JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredesstichter met onschuldig bloed. En Jahweh wilde het niet vergeven. [2Kon. 21:16]
5 En de rest van de zaken van JehoiakimJehoiakim = Jah zal oprichten en al wat hij deed, zijn zij niet geschreven op de rol van de geschiedboeken van de dagen van de koningen van JudaJuda = lof?
6 En JehoiakimJehoiakim = Jah zal oprichten ligt neer bij zijn vaders en JehoiachinJehoiachin = Jah vestigt, zijn zoon, regeert in zijn plaats.
7 En de koning van EgypteEgypte = (egyptisch(huis van (de god) Ptah - (koptisch) het zwarte land (tov. de witte woestijn) ging niet verder voort met uit gaan van zijn land, want de koning van BabylonBabylon = verwarring nam van de waterloop van EgypteEgypte = (egyptisch(huis van (de god) Ptah - (koptisch) het zwarte land (tov. de witte woestijn) tot zo ver als de stroom van de EufraatEufraat = zoet water, al wat van de koning van EgypteEgypte = (egyptisch(huis van (de god) Ptah - (koptisch) het zwarte land (tov. de witte woestijn) was.
8 Een zoon van achttien jaren was JehoiachinJehoiachin = Jah vestigt toen hij koning werd en hij regeerde drie maanden in JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredesstichter. En de naam van zijn moeder is NehushtaNehusta = van koper, dochter van ElnathanElnathan = God heeft gegeven, uit JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredesstichter. [2Kron. 36;9,10]
9 En hij doet het kwade in de ogen van Jahweh, naar al wat zijn vader deed.
10 In die tijd kwamen de dienaren van NebukadnessarNebukadnessar = Nabu, bescherm de erfzoon, koning van BabylonBabylon = verwarring, naar JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredesstichter, en de stad wordt belegerd.
11 En NebukadnessarNebukadnessar = Nabu, bescherm de erfzoon komt tegen de stad en zijn dienaren belegeren haar.
12 En JehoiachinJehoiachin = Jah vestigt, koning van JudaJuda = lof, gaat uit tegen de koning van BabylonBabylon = verwarring, hij en zijn moeder en zijn dienaren en zijn leiders en zijn eunuchs. En de koning van BabylonBabylon = verwarring neemt hem in het achtste jaar van zijn regering.
13 En hij brengt van daar alle schatten van het huis van Jahweh en de schatten van het huid van de koning naar buiten, en hij snijdt alle artikelen van goud klein, die SalomoSalomo = man van vrede, koning van IsraelIsrael = strijder van God, maakte in de tempel van Jahweh, zoals Jahweh sprak. [2Kon. 20:17]
14 En hij deporteerde iedereen van JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredesstichter en alle leiders en alle dappere mannen; tien duizend worden gedeporteerd, en iedere houtbewerker en slotenmaker. Er bleef niemand achter, behalve de arme van het volk van het land.
15 En hij deporteert JehoiachinJehoiachin = Jah vestigt naar BabylonBabylon = verwarring, en de moeder van de koning en de vrouwen van de koning en zijn eunuchs en de machtigen van het land deed hij deporteren van JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredesstichter naar BabylonBabylon = verwarring. [Deut. 28:36,37]
16 En alle dappere stervelingen, zeven duizend, en de houtbewerker en de slotenmaker, duizend, allen krachtige mannen die oorlog maken. En de koning van BabylonBabylon = verwarring brengt hen in deportatie naar BabylonBabylon = verwarring.
17 En de koning van BabylonBabylon = verwarring stelt MattaniahMattaniah = geschenk van Jah, zijn oom, in zijn plaats, en hij verandert zijn naam in ZedekiahZedekiah = mijn gerechtigheid is Jah. [Jer. 37:1]
18 Een zoon van een en twintig jaren was ZedekiahZedekiah = mijn gerechtigheid is Jah toen hij koning werd, en hij regeerde elf jaren in JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredesstichter. En de naam van zijn moeder was HamutalHamutal = schoonvader is bescherming, dochter van JeremiaJeremia = verhogen doet Jah, uit LibnaLibna = wit. [Jer. 27:1]
19 En hij doet het kwade in de ogen van Jahweh, naar al wat JehoiakimJehoiakim = Jah zal oprichten deed.
20 Want door de boosheid van Jahweh kwam het tegen JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredesstichter en tegen JudaJuda = lof, totdat Hij hen van voor Zijn aangezicht uitwierp. En ZedekiahZedekiah = mijn gerechtigheid is Jah rebelleert tegen de koning van BabylonBabylon = verwarring. [Eze. 17:15]


Terug naar de indexpagina
Naar 2 Koningen 25
   


© www.hetbestenieuws.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.