|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een onderstreepte naam, dan ziet u de betekenis)
1 In die dagen was ziek, tot aan sterven toe, en , zoon van , de profeet, komt bij hem en hij zegt tot hen: "Zo zegt Jahweh: Geef opdracht aan jouw huishouding dat jij stervend bent en jij niet zal leven." [2Kron. 32:24-26]
2 En hij keert zijn aangezicht om naar de zijmuur en hij bidt tot Jahweh, zeggend:
3 "O Jahweh, herinner U, alstublieft, hoe ik wandelde voor Uw aangezicht in trouw en met een onverdeeld hart; en ik deed het goede in Uw ogen." En huilt, hij huilt zeer.
4 En het gebeurt - was niet uit gegaan naar de middelste hof - dat het woord van Jahweh tot hem kwam, zeggend:
5 "Keer om en zeg tot , de leider van Mijn volk: Zo zegt Jahweh, Elohim van , jouw vader. Ik hoorde jouw gebed, ik zag jouw traan, zie!, ik genees jou; in de derde dag zal jij op gaan naar het huis van Jahweh.
6 En Ik voeg vijftien jaren toe aan jouw dagen en Ik zal jou en deze stad redden uit de handpalm van de koning van . En Ik bescherm deze stad omwille van Mijzelf en omwille van , Mijn dienaar."
7 En zegt: "Neemt een klomp gedroogde vijgen, en zij zullen die nemen en zij zullen die plaatsen op de zweer en hij zal leven."
8 En zegt tot : "Wat is het teken dat Jahweh mij zal genezen en ik in de derde dag op ga naar het huis van Jahweh?"
9 En zegt: "Dit is voor jou het teken van Jahweh, dat Jahweh het woord zal doen dat Hij sprak: De schaduw gaat tien stappen of zal hij tien stappen terugkeren?"
10 En zegt: "Het is gemakkelijk voor de schaduw om tien treden neer te gaan; nee, maar de schaduw zal tien treden terugkeren."
11 En , de profeet, roept tot Jahweh en de schaduw keert terug op de treden die zij afdaalde van de trap van , terug, tien treden.
12 In die tijd zond , koning van , rollen en een geschenk naar , want hij hoorde dat ziek was.
13 En luistert naar hen en hij toont hen heel zijn huis van kostbaarheden, het zilver en het goud en de geurstoffen en de goede olie, en het huis van zijn wapentuig en al wat gevonden werd in zijn schatkamers; er was niets wat in zijn huis niet toonde en in heel zijn heersgebied.
14 En , de profeet, komt tot koning en hij zegt tot hem: "Wat zeiden deze stervelingen? En van waar komen zij tot u?" En zegt: "Uit een land ver weg, zij kwamen uit ."
15 En hij zegt: "Wat zagen zij in uw huis?" En zegt: "Zij zagen al wat in mijn huis is; er was geen ding dat ik hen niet toonde in mijn schatkamers."
16 En zegt tot : "Hoor een woord van Jahweh.
17 Zie, dagen komen dat al wat in uw huis is wordt weggedragen, en wat uw vaders waardevol vonden tot op deze dag, naar ; er zal geen ding achter blijven, zegt Jahweh. [2Kon. 24:13]
18 En van jouw zonen die van jou uit zullen gaan, die jij zal verwekken, zullen zij nemen, en zij worden eunuchs in het paleis van de koning van ." [2Kon. 24:14,15]
19 En zegt tot : "Goed is het woord van Jahweh dat u sprak." En hij zegt: "Is het niet indien vrede en trouw zullen komen in mijn dagen?"
20 En de rest van de zaken van en al wat zijn macht deed en hoe hij het waterreservoir maakte en de greppel en het water naar de stad brengt, zijn zij niet geschreven in de rol van de geschiedboeken van de koningen van Juda?
21 En ligt neer bij zijn vaders en , zijn zoon, regeert in zijn plaats.
Terug naar de indexpagina
Naar 2 Koningen 21
|
|