Dit is een eigen Het Beste Nieuws vertaling van
2 Koningen
Hoofdstuk 12

   
(Ga met de muis op een onderstreepte naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)

1 In het zevende jaar van JehuJehu = Jah is Hij werd JoasJoas = Jah heeft gegeven koning en hij regeerde veertig jaren in JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredesstichter. En de naam van zijn moeder was ZibiahZibiah = gazelle, uit Beer-ShebaBeer-Sheba = put van de eed - put van de 7 - put van de overvloed.
2 En JoasJoas = Jah heeft gegeven doet het rechtschapene in de ogen van Jahweh, al zijn dagen waarin JehoiadaJehoiada = Jah weet hem richting gaf.
3 Alleen, de hoge plaatsen nam hij niet weg. Het volk bracht nog steeds offers en deed wierook roken op de hoge plaatsen.
4 En JoasJoas = Jah heeft gegeven zegt tot de priesters: "Al het zilver van de heiligheden dat in het huis van Jahweh gebracht is, voortgaand zilver, iemands zilver van zielen van zijn schatting, al het zilver dat komt op het hart van een man om het naar het huis van Jahweh te brengen, [Exo. 30:11-16]
5 zullen de priesters tot zich nemen, elk van zijn gemeentelid, en zij zullen het gat in het huis repareren, overal waar een gat gevonden zal worden."
6 En het gebeurt in het drie en twintigste jaar van koning JoasJoas = Jah heeft gegeven dat de priesters het gat in het huis niet repareerden.
7 En koning JoasJoas = Jah heeft gegeven roept om JehoiadaJehoiada = Jah weet, de priester, en om de priesters, en hij zegt tot hen: "Wat is de reden dat jullie niet het gat in het huis repareren? En nu, het moet niet zo zijn dat jullie zilver nemen van jullie gemeenteleden, maar jullie zullen het geven voor het gat in het huis."
8 En de priesters stemmen er mee in om geen zilver aan te nemen van het volk, en ook niet het gat in het huis te repareren.
9 En JehoiadaJehoiada = Jah weet, de priester, neemt een kist en hij boort een gat in zijn deksel en hij zet hem naast het altaar, aan de rechter zijde als men binnen komt in het huis van Jahweh. En de priesters, die de drempel bewaken, gaven daarin al het zilver dat in het huis van Jahweh werd gebracht.
10 En het gebeurt als zij zien dat er veel zilver in de kist is, dat de schrijver van de koning op komt met de hogepriester. En zij bundelen en zij tellen het zilver dat gevonden wordt in het huis van Jahweh.
11 En zij gaven het gewogen zilver in de handen van die het werk doen, de opzichters in het huis van Jahweh. En zij brengen het naar de houtbewerkers en naar de bouwers die werken in het huis van Jahweh,
12 en naar de bouwers van wallen en naar de steenhouwers en om hout te kopen en gehouwen stenen, om het gat in het huis van Jahweh te repareren en voor al wat uitgegeven wordt aan het huis, om het te repareren.
13 Ja, er worden voor het huis van Jahweh geen zilveren bekkens gemaakt, snuiters, sprenkelschalen, trompetten, enig artikel van goud en artikel van zilver, van het zilver dat in het huis van Jahweh werd gebracht,
14 want zij geven het aan die het werk doen en zij repareerden daarmee het huis van Jahweh.
15 En zij vragen geen rekening aan de stervelingen die zij het zilver in hun hand geven om het te geven aan hen die het werk doen, want zij handelen in vertrouwen.
16 Het zilver van het schuldoffer en het zilver van het zondeoffer brachten zij niet in het huis van Jahweh, want het is voor de priesters. [Lev. 7:7]
17 Dan komt HazaelHazael = God ziet, koning van AramAram = hoog, op en hij vecht tegen Gath en hij neemt het in. En HazaelHazael = God ziet neemt zich voor om tegen JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredesstichter op te gaan.
18 En JoasJoas = Jah heeft gegeven, koning van JudaJuda = lof, neemt alle heiligheden die JehosafatJehosafat = Jah is rechter en JoramJoram = Jah is verheven en AchaziahAhazaiah = vast houdt Jah, zijn vaders, koningen van JudaJuda = lof, heiligden, en zijn heiligheden en al het goud dat gevonden wordt in de schatkamers van het huis van Jahweh en het huis van de koning. En hij zendt naar HazaelHazael = God ziet, koning van AramAram = hoog. En hij gaat op vanuit JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredesstichter.
19 En de rest van de zaken van JoasJoas = Jah heeft gegeven en al wat hij deed, zijn zij niet geschreven op de rol van de geschiedboeken van de dagen van de koningen van JudaJuda = lof?
20 En zijn dienaren staan op en zij maken een samenzwering. En zij slaan JoasJoas = Jah heeft gegeven in het huis van MilloMillo = opvulling, burcht, dat afdaalt naar SillaSilla = weg?.
21 En JozabadJozabad = Jah schenkt, zoon van ShimeatShimeat = roem, en JehozabadJehozabad = Jah schenkt, zoon van ShomerShomer = wachter, zijn dienaren, zij sloegen hem en hij sterft. En zij begraven hem bij zijn vaders, in de stad van DavidDavid = lieveling. En AmaziahAmaziah = machtig is Jah, zijn zoon, regeert in zijn plaats.

Terug naar de indexpagina
Naar 2 Koningen 13
   


© www.hetbestenieuws.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.