| |
(Ga met de muis op een onderstreepte naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)
1 En overtreedt tegen na de dood van .
2 En valt door het traliewerk van zijn opperkamer die in is en hij raakt gewond. En hij zendt boodschappers en hij zegt tot hen: "Gaat, vraagt aan , elohim van , of ik deze ziekte overleef."
3 En een boodschapper van Jahweh sprak tot , de Tishibiet: "Sta op, ga op om de boodschappers van de koning van te ontmoeten en spreek tot hen. Is het omdat er geen Elohim in is dat jullie gaan om te vragen aan , elohim van ?
4 En daarom, zo zegt Jahweh: De bank waar jij op ging liggen, je zal er niet van afdalen, want jij zal zeker sterven." En gaat.
5 En de boodschappers keren tot hem terug en hij zegt tot hen: "Wat is dit? Jullie zijn terug gekomen!"
6 En zij zeggen tot hem: "Een man kwam op om ons te ontmoeten en hij zegt tot ons: Gaat, keert terug naar de koning, die jullie zond, en jullie spreken tot hem. Zo zegt Jahweh: Is het omdat er geen Elohim is in dat jij zendt om te vragen aan , elohim van ? Daarom: de bank waar jij op ging liggen, jij zal er niet van afdalen, want jij zal zeker sterven."
7 En hij spreekt tot hen: "Wat voor type man is het die opkwam om jullie te ontmoeten en tot jullie deze woorden spreekt?"
8 En zij zeggen tot hem: "Een man, bezitter van een harig kledingstuk en een lederen riem die zijn middel omgordt." En hij zegt: "Hij is , de Tishibiet." [Matt. 3:4]
9 En hij zendt tot hem de leider van vijftig, met zijn vijftig, en hij klimt naar hem op. En zie!, hij zit op de top van de berg. En hij spreekt tot hem: "Man van de Elohim, de koning sprak: kom naar beneden!"
10 En antwoordt en hij spreekt tot het hoofd van de vijftig: "En indien ik een man van Elohim ben, zal vuur afdalen van de hemelen en het zal jou en jouw vijftig verteren." En vuur daalt van de hemelen en het verteert hem en zijn vijftig. [Luc. 9:54]
11 En hij keert terug en hij zendt tot hem een andere leider van vijftig, met zijn vijftig, en hij antwoordt en hij zegt tot hem: "Man van de Elohim, zo zegt de koning: Kom haastig naar beneden!"
12 En antwoordt en hij spreekt tot hem: "Indien ik een man van de Elohim ben, zal vuur afdalen van de hemelen en het zal jou en jouw vijftig verteren." En vuur van Elohim daalt af van de hemelen en het verteert hem en zijn vijftig.
13 En hij keert terug en hij zendt een derde leider van vijftig, met zijn vijftig. En de derde leider van vijftig klimt naar boven en hij komt en hij buigt op zijn knieën vóór , en hij smeekt hem en hij spreekt tot hem: "Man van de Elohim. Alstublieft, mijn ziel en de ziel van uw dienaren, deze vijftig, zullen kostbaar zijn in uw ogen.
14 Zie!, vuur daalde af van de hemelen en het verteert de eerste twee leiders van vijftig en hun vijftig. En nu, mijn ziel zal kostbaar zijn in uw ogen."
15 En een boodschapper van Jahweh spreekt tot : "Daal af met hem. Het moet niet zo zijn dat jij bang bent voor zijn aangezicht." En hij staat op en hij daalt met hem af naar de koning.
16 En hij spreekt tot hem: "Zo zegt Jahweh: omdat jij boodschappers zond om te vragen aan , elohim van , is het omdat er geen Elohim is in om Zijn woord te vragen? Daarom: de bank waar jij op ging liggen, jij zal daar niet van afdalen, want jij zal zeker sterven."
17 En hij sterft naar het woord van Jahweh, dat sprak. En regeert in zijn plaats, in het tweede jaar van , zoon van Jehosafat, koning van Juda, want hij kreeg geen zoon.
18 En de rest van de zaken van die hij deed, zijn die niet geschreven op de rol van de geschiedboeken van de dagen van de koningen van ?
Terug naar de indexpagina
Naar 2 Koningen 2
|
|
