1 Laat iedere ziel onderschikt zijn aan de gezaghebbers die hoger zijn, want er is geen gezag dan onder God. En die er zijn? Zij zijn gesteld onder God, [Titus 3:1] - [Spr. 8:15]
2 dus wie zich verzet tegen het gezag heeft het mandaat weerstaan van ^°God. En wie weerstaan hebben zullen over zich oordeel krijgen,
3 want voor de magistraten hoeft niet vrees te hebben voor wie de goede daad doet, maar wel voor wie de kwade daad doet. Maar jij wil het gezag niet vrezen? Doe het goede en jij zult applaus van haar hebben.
4 Want zij is dienstknecht van ^°God, voor u ten ^°goede. Maar indien jij het kwade zou doen, vrees! Want zij draagt het zwaard niet zonder reden, want zij is in dienst van God, als toornende wreker voor degene die kwaad begaat. [1Petr. 2:13,14] - [Rom. 12:19]
5 Daarom is het noodzakelijk niet alleen onderschikt te zijn vanwege de toorn, maar ook vanwege het geweten.
6 Want daarom ook betalen jullie belastingen, want zij zijn dienaren van God, juist op dit punt volhardend.
7 Betaalt^* aan allen het verschuldigde, de belasting aan wie de belasting toekomt, de tol aan wie de tol toekomt, het ontzag aan wie het ontzag toekomt, de eer aan wie de eer toekomt. [Matt. 22:21]
8 Weest niemand iets schuldig dan elkaar lief te hebben, want wie de ander liefheeft heeft de wet vervuld. [Gal. 5:14]
9 Want de geboden: jij zal niet overspel plegen, jij zal niet moorden, jij zal niet stelen, jij zal niet begeren, en welk ander gebod er ook is, dit wordt samengevat in dit woord: jij zal jouw ^°naaste liefhebben als jezelf. [Ex. 20:13-15,17] - [Lev. 19:18]
10 De liefde bewerkt de naaste geen kwaad, daarom is de liefde het complement van wet. [Matt. 22:40]
11 Ook dit: de tijd waargenomen hebbend dat het thans voor u het uur is om wakker te worden^* uit de slaap, want onze redding is dichterbij dan toen wij geloven^*. [Efe. 5:14]
12 De nacht vordert^* en de dag is nabij. Wij zouden dan de werken van de duisternis afleggen^* en wij zouden de wapens van het licht aandoen^*. [Efe. 5:11]
13 Wij zouden respectabel wandelen^*, als bij dag, niet in wilde feesten en in dronkenschappen, niet in bedden en in wellust, niet in twist en in jaloezie, [Luc. 21:34]
14 maar doet^* de Here Jezus Christus aan en besteedt niet voorzieningen aan het vlees, zodat lusten worden opgewekt. [Gal. 3:27]

Terug naar de index.
Naar Romeinen 14