1 Aanvaardt de zwakke in het geloof, maar niet om redeneringen te beoordelen. [Rom. 15:7]
2 De een gelooft^* dat hij alles mag eten, maar de zwakke eet groenten. [Gen. 1:29]
3 Wie eet minachte niet degene die wel eet en de niet etende, laat hem niet de etende oordelen, want ^°God aanvaardde hem. [Kol. 2:16]
4 Wie ben jij dat jij een anders huiskecht oordeelt? Het is aan de eigen heer of hij staat of hij valt. Maar hij zal blijven staan, want de Heer is in staat hem te doen^* staan, [Matt. 7:1]
5 Die de ene dag boven de andere dag oordeelt, en Die iedere dag oordeelt, laat iedereen in het eigen denken ten volle verzekerd zijn! [Gal. 4:10]
6 Hij die gezind is naar de dag, hij is gezind om de Heer; en de etende, hij eet om de Heer, want hij dankt ^°God, en degene niet etende, eet niet om de Heer.
7 Want niemand van ons leeft voor zichzelf en niemand sterft voor zichzelf.
8 Want als wij zouden leven, voor de Heer leven wij, of als wij zouden sterven, voor de Heer sterven wij. Dan: hetzij wij zouden leven, hetzij wij zouden sterven, wij zijn van de Heer. [Luc. 20:38]
9 Want hiertoe stierf^* en leeft^* Christus, opdat Hij zou heersen^* over doden en levenden.
10 Maar waarom oordeel jij jouw ^°broeder, of waarom ook minacht jij jouw ^°broeder? Want wij allen zullen gepresenteerd worden voor de daïs van ^°God, [Matt. 25:31]
11 want er is geschreven: Ik leef, zegt de Heer. Dat voor Mij alle knie zal buigen en alle tong zal ^°God prijzen. [Jes. 45:23]
12 Daarom dan zal ieder van ons voor zichzelf rekenschap geven aan ^°God.
13 Wij zouden elkaar dan op geen enkele manier moeten oordelen. Maar oordelen jullie liever zo: plaats geen ^°struikelblok of valstrik voor de broeder.
14 Ik heb waargenomen en ben overtuigd in de Here Jezus, dat niets onrein is uit zichzelf, alleen voor de iets onrein achtende is dat onrein. [Hand. 10:15] - [1Kor. 8:11-13]
15 Want indien door voedsel jouw ^°broeder bedroefd wordt, wandel jij niet meer naar de liefde. Vernietig niet door jouw ^°voedsel hen voor wie Christus stierf^*.
16 Laat van het goede van jullie niet gelasterd kunnen worden, [Titus 2:15]
17 want het koninkrijk van ^°God is niet in eten en drinken, maar in rechtvaardigheid en vrede en vreugde in heilige geest.
18 Want wie in deze geest slaaft voor ^°Christus, doet ^°God een genoegen en is in achting bij de mensen.
19 Daarom dan: wij zouden moeten najagen wat de vrede bevordert en de opbouwing van elkaar. [Rom. 12:18] - [Rom. 15:2]
20 Breek niet af terwille van het voedsel, want al het werk van ^°God is zeker zuiver, maar kwaad voor de mens, degene die al etende aanstoot geeft.
21 Het is beter geen vlees te eten of wijn te drinken, noch iets waarover uw ^°broeder struikelt. [1Kor. 8:13]
22 Het geloof dat jij hebt, houd het voor jezelf voor Gods aangezicht. Blij is hij die zichzelf oordeelt in wat hij onderzoekt.
23 Maar hij die twijfelt of hij mag eten^*, is veroordeeld omdat hij het niet doet uit geloof. En alles wat niet uit geloof is, is zonde.




Terug naar de index.
Naar Romeinen 15