|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)
1 En een boodschapper van Jahweh trekt op van Gilgal naar Bochim en hij zegt: "Ik breng jullie op van Egypte en Ik breng jullie naar het land dat Ik zwoer aan jullie vaders en Ik zeg: Ik zal Mijn verbond met jullie niet teniet doen voor de aion. [Gen. 12:7] [Gen. 17:7]
2 En jullie, jullie snijden geen verbond met die in dit land verblijven - hun altaren zullen jullie afbreken; maar jullie luisterden niet naar Mijn stem. Waarom deden jullie dit? [Deut. 7:2-5]
3 En bovendien zei Ik: Ik zal hen niet van voor jullie aangezicht verdrijven, en zij werden voor jullie tot tegenstanders, en hun elohim zullen voor jullie tot een val worden."
4 En gebeurt toen de boodschapper van Jahweh deze woorden tot alle zonen van Israel sprak, dat het volk hun stem verheft en zij weeklagen.
5 En zij noemen de naam van deze plaats Bochim en zij offeren daar aan Jahweh.
6 En Jozua zendt het volk weg en de zonen van Israel gaan, ieder naar zijn lotdeel, om het land te bezitten.
7 En het volk dient Jahweh alle dagen van Jozua en alle dagen van de ouden die de dagen na Jozua verlengden, die alle grote daden van Jahweh zagen die Hij voor Israel deed.
8 En Jozua, zoon van Nun, dienaar van Jahweh, sterft, een zoon van honderdentien jaren.
9 En zij begraven hem in het grensgebied van zijn lotdeel, in Timnath-Heres, in het gebergte van Efraïm, ten noorden van de berg Gaash. [Joz. 19:49,50]
10 En ook heel die generatie werd vergaderd bij hun vaders en een andere generatie staat na hen op, die Jahweh niet kenden en ook niet wat Hij deed voor Israel.
11 En de zonen van Israel doen het kwade in de ogen van Jahweh en zij dienen de Baälim,
12 en zij verlaten Jahweh, de Elohim van hun vaders, die hen bracht uit het land van Egypte. En zij gaan achter andere elohim van de volken die rondom hen zijn; en zij buigen zich voor hen en zij roepen de plaag van Jahweh op.
13 En zij verlaten Jahweh en zij dienen Baäl en Ashtaroth*1).
14 En de boosheid van Jahweh wordt heet tegen Israel en Hij geeft ze in de hand van rovers, en zij beroven hen; en Hij verkoopt ze in de hand van die hun vijanden zijn van rondom. En zij zijn niet in staat nog langer te staan voor het aangezicht van hun vijanden.
15 Overal waar zij gingen was de hand van Jahweh tegen hen, vanwege het kwaad, zoals Jahweh sprak en zoals Jahweh zwoer tegen hen. En het benauwt hen buitengewoon.
16 En Jahweh stelt richters aan en zij redden hen uit de hand van hen die hen beroven. [Hand. 13.20]
17 En zelfs naar die hen richten luisterden zij niet, want zij prostitueerden achter andere elohim en zij buigen voor hen; zij trekken zich haastig terug van de weg die hun vaders gingen, luisterend naar de opdrachten van Jahweh. Zo deden zij niet.
18 En wanneer Jahweh voor hen richters aanstelde, dan was Jahweh met de richters en redde Hij hen uit de hand van hun vijanden, alle dagen van de richters. Want het spijt Jahweh, vanwege hun klagen voor het aangezicht van die hen verdrukken en die hen verstoten.
19 En het gebeurt bij het sterven van de richter, dat zij terugvallen en zij zijn meer verdorven dan hun vaders, achter andere elohim gaande om hen te dienen en om voor hen te buigen. Zij dankten hun praktijken niet af, noch hun stijfkoppige weg.
20 En de boosheid van Jahweh tegen Israel is heet en Hij zegt: "Omdat deze natie Mijn verbond overtrad, dat Ik hun vaders opdroeg, en zij niet naar Mijn stem luisterden,
21 zal Ik ook niet meer van de natiën die voor hun aangezicht verdrijven die Jozua achter liet toen hij stierf,
22 om zo Israel door hen te testen of zij de weg van Jahweh waarnemen, daarop gaande, zoals hun vaders ze waarnamen, of niet."
23 En Jahweh laat deze natiën, hen om die reden niet haastig verdrijvend; en hij gaf hen niet in de hand van Jozua.
*1) Astharoth. Bij ons bekend onder de Griekse naam Astarte. Astarte was een Fenicische beschermingsgodin, maar oorspronkelijk een vruchtbaarheidsgodin. Ook bekend als de "moeder der hemelen" of "koningin van de hemel." In het Mesopotamisch was ze bekend onder de naam "Ishtar", waar het Engelse "Easter" (Pasen) van is afgeleid.
Terug naar de indexpagina
Naar Richteren 3
|
|