(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)

1 "Alle opdrachten die ik jou vandaag opdraag, zullen jullie waarnemen om te doen, opdat jullie zullen leven en jullie toenemen en jullie binnen gaan en jullie het land bezitten dat Jahweh zwoer aan jullie vaders.
2 En herinner je heel de weg die Jahweh, jouw Elohim, jou deed gaan, deze veertig jaren in de wildernis, zodat jij nederig wordt, testend om te weten wat in jouw hart is, of jij Zijn opdrachten waarneemt of niet.
3 En Hij maakt jou nederig en Hij laat jou hongeren en Hij voedt jou met het manna dat jij niet kende (en jouw vaders kenden het niet), zodat jij je bewust zou worden dat de mens niet alleen van brood zal leven, maar dat de mens zal leven door alles wat voortkomt uit de mond van Jahweh. [Exo. 16:12] [Matt. 4:4]
4 Jouw kledingstuk versleet niet aan jou en jouw voet was deze veertig jaren niet opgezwollen.
5 En jij weet met jouw hart dat, zoals een man zijn zoon tuchtigt, het Jahweh, jouw Elohim, is die jou tuchtigt.
6 En jij neemt de opdrachten van Jahweh, jouw Elohim, waar, wandelend in Zijn wegen en Hem vrezend.
7 Want het is Jahweh, jouw Elohim, die jou naar het goede land brengt, een land van waterlopen, met water uit bronnen en diepten die uitkomen in de vallei en in de berg,
8 een land van tarwe en gerst en wijnstok en vijg en granaatappel, een land van olijfolie en honing,
9 een land waarin jij niet karig brood zal eten. Jij zal er aan niets gebrek hebben, in een land waarvan de stenen ijzer in zich hebben en uit de berggebieden zal jij koper houwen.
10 En jij eet en jij wordt bevredigd, en jij zegent Jahweh, jouw Elohim, voor het goede land dat Hij jou gaf.
11 Bewaak jezelf, anders vergeet jij Jahweh, jouw Elohim, als je er niet in slaagt Zijn opdrachten en Zijn oordelen en Zijn verordeningen waar te nemen die ik jou vandaag opdraag.
12 Anders eet jij en wordt je bevredigd en bouw jij goede huizen en woon jij er in,
13 en nemen jouw grootvee en jouw schaapskudde toe en zilver en goud nemen voor jou toe, en al wat van jou is neemt toe;
14 dan wordt jouw hart verhoogd en vergeet jij Jahweh, jouw Elohim, Die jou uitbracht uit het land van Egypte, uit het huis van dienaren, [Hos. 13:5,6]
15 Die jou in de grote en gevreesde wildernis deed gaan, met de brandende slang en de schorpioen en de dorstige grond waarin geen water is; Die voor jou water voortbracht uit vuursteenrots;
16 Die jou in de wildernis met manna voedde dat jouw vaders niet kenden, om jou nederig te maken en om jou te onderzoeken, goed doende aan jou in jouw latere dag,
17 en zeg jij in jouw hart: Mijn kracht en de macht van mijn hand maakten voor mij deze weelde.
18 Maar jij, denk aan Jahweh, jouw Elohim, want Hij is het Die aan jou kracht geeft om weelde te maken, zo Zijn verbond bevestigend dat Hij aan jouw vaders zwoer als op deze dag.
19 En het gebeurt indien jij zeker Jahweh, jouw Elohim, vergeet en jij achter andere elohim aan gaat en jij hen dient en jij je voor hen neerbuigt, dat ik in die dag tegen jou getuig, want jij zal zeker vergaan.
20 Zoals de natiën die Jahweh van voor jullie aangezicht vernietigt, zo zullen jullie vergaan, aangezien jullie niet luisteren naar de stem van Jahweh, jullie Elohim."

Terug naar de indexpagina
Naar Deuteronomium 9