|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)
1 "Wanneer Jahweh, jouw Elohim, de natiën afsnijdt wiens land Jahweh, jouw Elohim, aan jou geeft, dan drijf jij hen uit en jij verblijft in hun steden en in hun huizen.
2 Drie steden zal jij voor jezelf afscheiden in het midden van jouw land dat Jahweh, jouw Elohim, aan jou geeft om het te bezitten. [Deut. 4:41-43]
3 Jij zal voor jou de weg bereiden en jij verdeelt het gebied van jouw land in drieën, dat Jahweh, jouw Elohim aan jou als lotdeel zal geven, en het zal zo zijn dat iedere moordenaar daarheen zal vluchten. [Exo. 21:13]
4 En dit is het woord over de moordenaar die daarheen vlucht en leeft: Wie zijn naaste zonder kennis dood slaat en hij hem drie dagen van gisteren niet haatte,
5 of hij komt met zijn naaste in het wilde hout om bomen te kappen en zijn hand zet de bijl aan om de boom om te hakken en het ijzer schiet van de houten steel af en vindt zijn naaste en die sterft, dan zal hij naar een van deze steden vluchten en leven.
6 Anders achtervolgt de verlosser van het bloed degene die de moordenaar is, want zijn hart is woedend, en haalt hij hem in (want de weg is lang), dan slaat hij zijn ziel dood, ook al is er voor hem geen doodsoordeel, want hij haatte hem niet drie dagen van gisteren.
7 Daarom draag ik jou op, zeggend: Drie steden zal jij voor jezelf afscheiden.
8 En wanneer Jahweh, jouw Elohim, jouw gebied groter maakt, zoals Hij zwoer aan jouw vaders, en Hij aan jou al het land geeft waarvan Hij sprak te geven aan jouw vaders,
9 (wanneer jij al deze opdrachten waarneemt te doen die ik jou vandaag opdraag, om Jahweh, jouw Elohim, lief te hebben en alle dagen te wandelen in Zijn wegen) dan voeg jij voor jezelf nog drie steden toe, boven deze drie.
10 En er zal geen onschuldig bloed vergoten worden in jouw land, dat Jahweh, jouw Elohim, aan jou geeft als lotdeel. Dan komt het bloed op jou.
11 En wanneer een man zijn naaste haat en hij zet een val voor hem op en hij staat tegen hem op en hij slaat zijn ziel dood en hij sterft, en hij vlucht naar een van deze steden,
12 dan zenden de ouden van zijn stad en zij nemen hem van daar en zij geven hem in de hand van de verlosser van het bloed, en hij sterft.
13 Jouw oog zal over hem geen medelijden hebben. Dan heb jij het bloed van de onschuldige uitgeroeid uit Israel en gaat het goed met jou.
14 Jij zal het gebied van jouw naaste niet verplaatsen waarmee men vroeger jouw lotdeel verbond, dat aan jou is toebedeeld in het land dat Jahweh, jouw Elohim, aan jou geeft om te bezitten. [Deut. 27:17]
15 Een enkele getuige zal niet opstaan tegen een man vanwege een verdorvenheid of enige zonde, tegen welke zonde ook die hij zondigt. Op de mond van twee getuigen of op de mond van drie getuigen zal de zaak bevestigd worden. [Num. 35:30]
16 Wanneer een onrechtvaardige getuige opstaat tegen een man, koppig tegen hem antwoordend,
17 dan staan de twee stervelingen tussen wie de strijd is voor het aangezicht van Jahweh, voor het aangezicht van de priesters en voor de rechters die er in die dagen zullen zijn.
18 En de rechters onderzoeken het grondig en zie!, de valse getuige antwoordt met een vals getuigenis tegen zijn broeder,
19 dan doen jullie met hem zoals hij wilde doen met zijn broeder. Zo roei jij het kwaad uit jouw midden uit. [1Kor. 5:13]
20 En die blijven zullen horen en zij zullen vrezen, en zij zullen niet voortgaan zoals deze kwade zaak in jouw midden.
21 En jouw oog zal geen medelijden hebben: ziel voor ziel, oog voor oog, tand voor tand, hand voor hand, voet voor voet." [Matt. 5:38]
Terug naar de indexpagina
Naar Deuteronomium 20
|
|