|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een onderstreepte naam, dan ziet u de betekenis)
1 , zoon van , toonde zichzelf standvastig over zijn koninkrijk, en Jahweh, zijn Elohim, was met hem en Hij vergrootte hem buitengewoon.
2 En sprak met heel en met de hoofden van de duizend en de honderd en met de rechters en met alle prinsen van heel , hoofden van de vaders.
3 En , en heel de vergadering met hem, gaat naar de hoge plaats die in is, want daar was de tent van de afspraak van de Elohim, die , dienaar van Jahweh, maakte in de wildernis.
4 Echter, bracht de kist van de Elohim op van , naar een plaats die er voor bereid had, want hij richtte er een tent voor op in .
5 En het koperen altaar dat , zoon van , zoon van , maakte, plaatste hij voor het aangezicht van de tabernakel van Jahweh. En en de vergadering vragen er naar.
6 En klom daarheen op, naar het koperen altaar, voor het aangezicht van Jahweh, dat is bij de tent van de afspraak en hij offert er duizend opstijgoffers op.
7 In die nacht verscheen Elohim aan en Hij zegt tot hem: "Vraag! Wat zal Ik aan jou geven?"
8 En zegt tot Elohim: "U deed aan , mijn vader, grote vriendelijkheid en U maakte mij koning in zijn plaats.
9 Nu, Jahweh Elohim, Uw woord met , mijn vader, zal trouw zijn, want U maakte mij koning over een volk zo talrijk als de grond van het land. [Gen. 13:16]
10 Geef mij nu wijsheid en kennis, dan zal ik uit gaan voor het aangezicht van dit volk en in gaan, want wie zal dit grote volk van U oordelen?"
11 En Elohim zegt tot : "Omdat dit in jouw hart was en jij niet vroeg om rijkdom, schatten en heerlijkheid en de ziel van die jou haten en jij niet vroeg om vele dagen, en jij voor jezelf vraagt om wijsheid en kennis, waarmee jij Mijn volk zal oordelen over wie Ik jou koning maakte,
12 de wijsheid en de kennis worden aan jou gegeven, en rijkdom en schatten en heerlijkheid zal Ik aan jou geven, zoals de koningen die voor jou waren niet hadden en zoals die na jou komt niet zal hebben." [Pred. 1.16]
13 En komt van de heilige plaats in terug in Jeruzalem, van voor het aangezicht van de tent van de afspraak, en hij regeert over .
14 En brengt strijdwagens en ruiters bijeen, en hij verkreeg er duizend en vier honderd strijdwagens en twaalf duizend ruiters, en hij laat ze achter in de steden van de strijdwagens en bij de koning in . [1Kon. 4:26]
15 En de koning maakte het zilver en het goud in als stenen en hij maakte de ceders als de ahornboom, die er in overvloed zijn in de lage voetheuvels. [Deut. 17:17]
16 En de import van de paarden die had waren uit en uit . En de handelaars van de koning nemen ze mee uit tegen een prijs.
17 En een strijdwagen uit wordt gebracht en verkocht voor zes honderd stukken zilver en een paard voor honderd en vijftig. En zo brachten zij ze uit naar alle koningen van de Hittieten en naar de koning van .
Terug naar de indexpagina
Naar 2 Kronieken 2
|
|