|
(Ga met de muis op een onderstreepte naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)
1 In het zeventiende jaar van , zoon van , werd , zoon van , koning van .
2 Een zoon van twintig jaren was toen hij koning werd en hij regeerde zestien jaren in , en hij deed niet het rechtschapene in de ogen van Jahweh, zijn Elohim, zoals , zijn vader.
3 En hij gaat in de weg van de koningen van en zelfs zijn zoon deed hij door het vuur gaan, naar de gruwel van de natiën, die Jahweh verdreef van voor het aangezicht van de zonen van . [Deut. 12:31]
4 En hij offert en hij rookt wierook in de hoge plaatsen en op de heuvels en onder iedere gedijende boom.
5 Dan komt op, koning van , met , zoon van , naar , om te strijden. En zij belegeren en zij hadden niet de overhand bij het vechten. [Jes. 7:1]
6 In die tijd herstelde , koning van , voor en hij wierp de Judeeërs uit . En de Arameeërs gingen binnen en zij verblijven daar tot op deze dag.
7 En zendt boodschappers naar , koning van Assyrië, zeggend: "Uw dienaar en uw zoon ben ik. Kom op en redt mij uit de handpalm van de koning van en uit de handpalm van de koning van , die tegen mij opstaan."
8 En neemt het zilver en het goud dat te vinden is in het huis van Jahweh en in de schatkamers van het huis van de koning en hij zendt een omkoping naar de koning van Assyrië.
9 En de koning van Assyrië luistert naar hem en de koning van Assyrië gaat op naar en hij grijpt het en hij deporteert het naar . En bracht hij ter dood.
10 En Koning gaat om , koning van Assyrië, te ontmoeten in en hij ziet het altaar dat in is. En koning zendt naar , de priester, de gelijkenis van het altaar en een model er van voor al zijn werk.
11 En , de priester, bouwt het altaar naar al wat koning zond uit ; zo deed , de priester, tot de komst van koning uit .
12 En de koning komt uit en de koning ziet het altaar. En de koning komt naderbij naar het altaar en hij offert er op.
13 En hij doet zijn opstijgoffer roken en zijn geschenkaanbieding, en hij giet zijn drankoffer uit en hij sprenkelt bloed van het vrede-offer, dat van hem is, op het altaar.
14 En het koperen altaar dat voor het aangezicht van Jahweh is, brengt hij naar de voorzijde van het huis, tussen het altaar en tussen het huis van Jahweh en hij plaatst het aan de zijde van het altaar, naar het noorden. [Exo. 27:1,2]
15 En koning geeft , de priester, opdracht, zeggend: "Doe op het grote altaar het ochtend-opstijgoffer roken en de avond-geschenkaanbieding en het opstijgoffer van de koning en zijn geschenkaanbieding en het opstijgoffer van al het volk van het land en hun geschenkaanbieding en hun drankoffers. En al het bloed van de offers zal jij er op sprenkelen. En het koperen altaar zal er voor mij zijn om vragen aan te stellen."
16 En , de priester, doet alles wat koning opdroeg.
17 En koning snijdt de omlijstingen van de grondvesten weg en hij neemt van hen het wasvat weg. En de koperen zee nam hij af van de ossen, die er onder zijn, en hij zet hem op het stenen plaveisel. [2Kron. 4:2-6]
18 En de bedekking van de sabbat, die zijn bouwden in het huis, en de ingang van de koning aan de buitenzijde, keerde hij weg van het huis van Jahweh, vanwege de koning van Assyrië.
19 En de rest van de zaken van , die hij deed, zijn zij niet geschreven op de rol van de geschiedboeken van de dagen van de koningen van ?
20 En ligt neer bij zijn vaders en hij wordt begraven bij zijn vaders in de stad van . En , zijn zoon, regeert in zijn plaats. [Jes. 14:28]
Terug naar de indexpagina
Naar 2 Koningen 17
|
|