|
(Ga met de muis op een onderstreepte naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)
1 In het tweede jaar van , zoon van , koning van , werd , zoon van , koning van .
2 Hij was een zoon van vijf en twintig jaren toen hij koning werd en hij regeerde negen jaren in . En de naam van zijn moeder is , uit .
3 En hij doet het rechtschapene in de ogen van Jahweh, maar niet zoals , zijn vader. deed naar al wat zijn vader deed.
4 Maar de hoge plaatsen nam hij niet weg; het volk bracht nog steeds offers en rookte wierook in de heilige plaatsen.
5 En het gebeurt als het koninkrijk stevig in zijn hand was, dat hij zijn dienaren slaat, zij die de koning, zijn vader, sloegen.
6 En de zonen van de geslagenen bracht hij niet ter dood, zoals geschreven is in de rol van de wet van Mozes, waarin Jahweh hem opdroeg, zeggend: "Vader zullen niet over zonen ter dood gebracht worden en zonen zullen niet over hun vaders ter dood gebracht worden, maar veeleer: iedere man zal om zijn zonde ter dood gebracht worden." [Deut.24:16]
7 Hij sloeg in het Ravijn van het zout - tien duizend. En hij greep in de strijd. En men noemt de naam er van , tot op deze dag.
8 Toen zond boodschappers naar , zoon van , zoon van , koning van , zeggend: "Kom, laten we elkaar in het gezicht staren."
9 En , koning van , zendt naar , koning van , zeggend: "De distel die in is zond tot de ceder die in is, zeggend: Geef jouw dochter aan mijn zoon tot vrouw. En een dier van het veld dat in is gaat voorbij en het vertrapt de distel.
10 U sloeg zeker en uw hart tilde u op. Heerlijkheid voor u! En zit in uw huis. En waarom zal u zichzelf mengen in kwaad? Want dan valt u en met u."
11 En luisterde niet. En , koning van , gaat op en zij staren elkaar in het gezicht, hij en , koning van , in , dat is in .
12 En wordt geslagen voor het aangezicht van , en zij vluchten, een ieder naar zijn tent.
13 En , koning van , zoon van , zoon van Achaziah, werd gegrepen door , koning van , in . En hij komt in en hij breekt door de muur van , bij de poort van tot aan de Hoekpoort, vierhonderd ellen.
14 En hij nam al het goud en het zilver en alle vaten die in het huis van Jahweh gevonden worden en in de schatkamers in het huis van de koning, en de zonen van de gijzelaars. En hij keert terug naar .
15 En de rest van de zaken van die hij deed, en de macht waarmee hij vocht met , koning van , zijn die niet geschreven op de rol van de geschiedboeken van de dagen van de koningen van ?
16 En ligt neer bij zijn vaders en hij wordt begraven in , bij de koningen van . En , zijn zoon, regeert in zijn plaats.
17 En , zoon van , koning van , leeft na de dood van , zoon van , koning van , vijftien jaren.
18 En de rest van de zaken van , zijn zij niet geschreven op de rol van de geschiedboeken van de dagen van de koningen van ?
19 En zij zweren een samenzwering tegen hem in en hij vlucht naar , en zij zenden achter hem naar en zij brengen hem daar ter dood.
20 En zij tillen hem op de paarden en hij wordt begraven in , bij zijn vaders, in de stad van .
21 En heel het volk van neemt (en hij is een zoon van zestien jaren) en zij maken hem koning in plaats van zijn vader, .
22 Hij bouwt en hij herstelt het voor na het neerliggen van de koning bij zijn vaders.
23 In het vijftiende jaar van , zoon van , koning van , werd , zoon van , koning van in , een en veertig jaren.
24 En hij doet het kwade in de ogen van Jahweh; hij trok zich niet terug van welke van de zonden dan ook van , zoon van Nebat, die hij deed zondigen.
25 Hij herstelde het grensgebied van , van het binnen komen bij tot zo ver als de zee van de vlakte, naar het woord van Jahweh, Elohim van , dat Hij sprak door de hand van Zijn dienaar , zoon van , de profeet, die is van . [Jona 1:1]
26 Want Jahweh zag dat de vernedering van buitengewoon bitter was en dat er alleen achtergehoudenen en alleen verlatenen waren. En er is geen helper voor .
27 En Jahweh sprak niet om de naam van uit te wissen van onder de hemelen, en Hij redt hen door de hand van , zoon van .
28 En de rest van de zaken van en al wat hij deed en zijn macht waarmee hij vocht en waarmee hij herstelde en aan , in , zijn zij niet geschreven op de rol van de geschiedboeken van de dagen van de koningen van ?
29 En ligt neer bij zijn vaders, bij de koningen van , en , zijn zoon, regeert in zijn plaats.
Terug naar de indexpagina
Naar 2 Koningen 15
|
|