|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een onderstreepte naam, dan ziet u de betekenis)
1 De zonen van : , , , en .
2 En , de zoon van , verwekt , en verwekt en ; deze zijn de families van de Soratieten.
3 Deze de vader van : , en , en de naam van hun zus: ;
4 en , de vader van , en , de vader van . Deze zijn de zonen van , de eerstgeborene van , de vader van .
5 En , de vader van , had twee vrouwen: en .
6 En baart voor hem , , de Temenieten en de Achastarieten; deze zijn de zonen van .
7 En de zonen van : , en .
8 En verwekt en , en de families van , zoon van .
9 En werd verheerlijkt boven zijn broeders; zijn moeder noemde hem : zeggend, ik baarde met verdriet.
10 En riep tot de Elohim van , zeggend: Indien U mij zegenend zegent en U mijn grensgebied uitbreidt en Uw hand met mij zal zijn en U met het kwaad doet dat het mij niet verdriet doet." En Elohim brengt tot stand wat hij had gevraagd.
11 En , de broeder van , verwekt ; hij was de vader van .
12 En verwekt , en , vader van ; deze waren de stervelingen van .
13 En de zonen van : en ; de zonen van : en ;
14 en verwekt . En verwekte , vader van , daar waar de handwerkslieden zijn.
15 De zonen van , zoon van : , en , en de zonen van , ook .
16 De zonen van : en , en .
17 De zonen van : en , en ; en zij wordt zwanger van en en , de vader van .
18 En zijn vrouw baart , vader van , , vader van , en , vader van .
19 De zonen van de vrouw van , de zus van : , de Garmiet en , de Maäkatiet.
20 De zonen van : en , en ; de zonen van : en .
21 De zonen van , de zoon van : , de vader van , , de vader van , en de families van het huis van fijn linnen van .
22 En en de mannen van ; en die bezaten; en (deze geschiedboeken zijn oud).
23 Zij zijn de pottenbakkers, die verblijven in en ; bij de koning in zijn werk verbleven zij daar.
24 De zonen van : en , , , ;
25 , zijn zoon, , zijn zoon, , zijn zoon.
26 En de zonen van : zijn zoon , zijn zoon , zijn zoon .
27 En voor zijn zestien zonen en zes dochters; en voor zijn broeders zijn er niet vele zonen. En heel hun familie nam niet toe zoals de zonen van .
28 En zij verblijven in , en , en ,
29 en in , en in , en in ,
30 en in , en in , en in ,
31 en in , en in , en in en in ; dit waren hun steden, tot de regering van .
32 En hun hoven zijn en , en en , vijf steden,
33 en al hun hoven die rondom deze steden lagen, tot aan . Dit zijn hun verblijfplaatsen. Zij hielden hun eigen geslachtsregisters.
34 En , en , en , de zoon van ,
35 en , en (de zoon van , de zoon van , de zoon van ),
36 en , en , en , en , en , en , en
37 en (de zoon van , de zoon van , de zoon van , de zoon van , de zoon van )
38 dezen die bij name komen, waren prinsen in hun families. En het huis van hun vaders brak uit in overvloed;
39 en zij gaan naar de ingang van , tot aan de oostkant van de vallei, om weidegrond te zoeken voor hun grootvee.
40 En zij vinden vruchtbare weidegrond; het land was wij aan de zijden, en het was rustig en vredig, hoewel zij die daar tevoren verbleven, van Cham afstamden.
41 En zij, van wie de namen zijn geschreven, komen in de dagen van , de koning van , en zij slaan hun tenten en de Meünieten die zij daar vonden. Zij verdoemden hen tot op deze dag, en zij verblijven daar in hun plaats, vanwege de weidegrond daar voor hun grootvee.
42 En van hen, van de zonen van gingen vijfhonderd stervelingen naar het gebergte , en en en en , de zonen van , stonden aan hun hoofd;
43 zij sloegen het overblijfsel van , dat ontkomen was; en zij verblijven daar tot op deze dag.
Terug naar de indexpagina
Naar 1 Kronieken 5
|
|