| |
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
of op een onderstreepte naam, dan ziet u de betekenis)
1 En zegt: "Dit zal het huis van Jahweh, de Elohim, zijn en dit zal het altaar zijn voor de opstijgoffers voor Israel."
2 En zegt alle bijwoners die in het land van Israel zijn bijeen te brengen, en hij rekruteert die stenen houwen, op maat gemaakt om het huis van de Elohim te bouwen,
3 en bereidde ijzer voor in overvloed voor de spijkers voor de deuren van de poorten en voor de verbindingsstukken, en koper in overvloed; er is geen gewicht,
4 en cederhout, er is geen aantal, want de Sidoniërs en de Tyriërs brachten cederhout in overvloed naar .
5 Want zegt: ", mijn zoon, is jong en zacht, en het huis dat gebouwd moet worden voor Jahweh moet groot zijn om de Naam te vergroten en de schoonheid, voor alle landen. Alstublieft, laat mij het voor hem voorbereiden." En bereidt voor in overvloed, vóór zijn dood. [1Kron. 29:1,2]
6 En hij roept om , zijn zoon, en hij geeft hem opdracht om het huis van Jahweh, Elohim van Israel, te bouwen.
7 En zegt tot , zijn zoon: "Het was in mijn hart om een huis te bouwen voor de Naam van Jahweh, mijn Elohim.
8 En het woord van Jahweh komt tot mij, zeggend: Jij vergoot teveel bloed en jij voerde grote oorlogen. Jij zal geen huis voor Mijn Naam bouwen, vanwege het vele bloed dat jij vergoot op het land, voor Mijn aangezicht.
9 Zie!, aan jou wordt een zoon geboren. Hij zal een man van rust zijn, en Ik geef hem rust van al zijn vijanden, rondom; want zal zijn naam zijn, en vrede en rust zal Ik in zijn dagen geven over Israel.
10 Hij, hij zal een huis voor Mijn Naam bouwen en hij, hij zal voor Mij tot zoon zijn en Ik voor hem tot vader en Ik vestig de troon van zijn koninkrijk over Israel, tot aan de aion.
11 Nu, mijn zoon, Jahweh, Hij zal met jou zijn en jij zal voorspoed hebben en jij bouwt het huis van Jahweh, jouw Elohim, zoals Hij over jou sprak.
12 Ja, Hij, Jahweh, zal aan jou verstand geven en begrip en Hij zal jou opdracht geven over Israel, om de wet te houden van Jahweh, jouw Elohim.
13 Dan zal jij voorspoed hebben indien jij je houdt aan het doen van de inzettingen en de oordelen die Jahweh Mozes opdroeg over Israel. Wees moedig en wees vastberaden! Het moet niet zo zijn dat je bang bent en het moet niet zo zijn dat jij ontmoedigd wordt. [Joz. 1:6-9]
14 Zie!, in mijn nederigheid bereidde ik voor het huis van Jahwe voor: honderd duizend talenten goud en een miljoen talenten zilver, en voor het koper en het ijzer is er geen gewicht, want het is er in overvloed. Hout en stenen bereidde ik voor en aan hen zal jij toevoegen.
15 Met jou zijn in overvloed die het werk doen, houwers en bewerkers van steen en hout en iedere verstandige in ieder werk.
16 Wat het goud, het zilver en het koper en het ijzer betreft is er geen aantal. Sta op en doe en Jahweh zal met jou zijn."
17 En geeft opdracht aan alle hoofden van Israel om , zijn zoon, te helpen.
18 "Is Jahweh, jullie Elohim, niet met jullie en gaf Hij jullie niet rust, rondom? Want Hij gaf die verblijven in het land in mijn hand en het land is onderschikt voor het aangezicht van Jahweh en voor het aangezicht van Zijn volk.
19 En nu, geeft jullie harten en jullie zielen om te vragen aan Jahweh, jullie Elohim, en staat op en bouwt het heiligdom van Jahweh, de Elohim, om de kist van het verbond van Jahweh en de heilige vaten van de Elohim te brengen naar het huis dat gebouwd wordt voor de Naam van Jahweh."
Terug naar de indexpagina
Naar 1 Kronieken 23
|
|
