|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een onderstreepte naam, dan ziet u de betekenis)
1 En het gebeurt daarna dat de Filistijnen slaat en hij maakt hen onderschikt. En hij neemt en haar voorsteden uit de hand van de Filistijnen.
2 En hij slaat en de Moabieten worden dienaren van , die geschenken dragen.
3 En slaat , koning van , in de buurt van , bij zijn ingaan om zijn hand te vestigen bij de rivier de .
4 En neemt van hem duizend strijdwagens in bezit en zeven duizend ruiters en twintig duizend man voetvolk. En snijdt alle pezen door van de paarden van de strijdwagens, maar hij reserveert er honderd strijdwagens van.
5 En van komt om hulp te geven aan , koning van , en slaat onder twee en twintig duizend mannen.
6 En bezet van en de Arameeërs worden dienaren voor , die geschenken dragen. En Jahweh redt , overal waar hij ging.
7 En neemt de gouden kurassen die op de dienaren van waren en hij brengt ze op naar .
8 En van en van , steden van , nam zeer veel koper. Daarvan maakte de koperen zee en de kolommen en de koperen instrumenten. [1Kon. 7:40-47]
9 En , koning van , hoort dat heel het leger van , koning van , sloeg,
10 en hij zendt , zijn zoon, naar koning om hem te vragen naar zijn welzijn en om hem te zegenen omdat hij vocht tegen en hij hem sloeg (want was een man van oorlogen tegen ) en alle gouden en zilveren en koperen voorwerpen.
11 En koning heiligde ze ook voor Jahweh, met het zilver en het goud dat hij weggedragen had van alle natiën, van en van en van de zonen van en van de Filistijnen en van . [1Kon. 7:51]
12 En , zoon van , sloeg in het Zoutravijn, achttien duizend. [Psalm 60:2]
13 En hij plaatst in garnizoenen, en allen van worden dienaren van . En Jahweh redt , overal waar hij ging.
14 En heerst over heel Israel en hij brengt oordeel en recht aan heel zijn volk.
15 En , zoon van , is over de menigte, en , zoon van , is de geschiedschrijver.
16 En , zoon van , en , zoon van , zijn priesters, en was de schrijver.
17 En , zoon van , was over de Keretieten en de Peletieten, en de zonen van waren de eersten aan de zijde van de koning.
Terug naar de indexpagina
Naar 1 Kronieken 19
|
|