| |
(Ga met de muis op een onderstreepte naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)
1 En in het achttiende jaar van koning , zoon van , werd koning over . [2Kron. 13:1]
2 Drie jaren regeerde hij in ; en de naam van zijn moeder is , dochter van
3 En hij gaat in alle zonden van zijn vader, die hij deed voor zijn aangezicht, en zijn hart was niet onverdeeld met Jahweh, zijn Elohim, zoals het hart van , zijn vader.
4 Want omwille van gaf Jahweh, zijn Elohim, hem een lamp in , om zijn zoon na hem te doen opstaan en om stevig te doen staan, [1Kon. 11:36]
5 omdat het rechtschapene deed in de ogen van Jahweh en hij niet afweek van iets dat Hij hem opdroeg, alle dagen van zijn leven, behalve in de zaak van , de Hittiet. [2Sam. 11:15-17]
6 En er was oorlog tussen en tussen , alle dagen van hun levens. [1Kon. 14:30]
7 En de rest van de zaken van en al wat hij deed, zijn zij niet opgeschreven op de rol van de geschiedboeken van de dagen van de koningen van ? En er was oorlog tussen en tussen .
8 En ligt neer bij zijn vaders en men begraaft hem in de stad van . En , zijn zoon, regeert in zijn plaats.
9 En in het twintigste jaar van , koning van , werd koning van , [2Kron. 14:1-3]
10 en hij regeerde een en veertig jaren in . En de naam van zijn moeder is , dochter van .
11 En doet het rechtschapene in de ogen van Jahweh, zoals , zijn vader.
12 En hij doet de toegewijde mannelijke prostituees weg uit het land en hij neemt alle vuiligheid afgoden weg die zijn vaders maakten.
13 En zelfs , zijn moeder, doet hij afwijken van koningin zijn, omdat zij een huiverende vorm maakte voor de fetisj*1) van de blijdschap. En hakte haar huiverende vorm om en hij verbrandde die aan de waterloop van .
14 En de hoge plaatsen nam hij niet weg, maar het hart van was onverdeeld met Jahweh, al zijn dagen.
15 En hij brengt de heiligheden van zijn vader en zijn heiligheden naar het huis van Jahweh, zilver en goud en vaten.
16 En er was oorlog tussen en tussen , koning van , al hun dagen.
17 En , koning van , komt op tegen , en hij bouwt , om niet toe te staan dat iemand uit gaat en in gaat bij , koning van .
18 En neemt al het zilver en het goud dat over is in de schatkamers van het huis van Jahweh en de schatkamers van het huis van de koning en hij geeft het in de hand van zijn dienaren. En koning zendt hen naar , zoon van , zoon van , koning van , die verblijft in , zeggend:
19 "Er is een verbond tussen mij en tussen u, tussen mijn vader en tussen uw vader. Zie!, ik zend u een geschenk van zilver en van goud. Ga, doe uw verbond met , koning van , teniet; dan zal hij van mij weg gaan."
20 En luistert naar koning en hij zendt de leiders van de legers die van hem zijn naar de steden van . En hij slaat en en en heel , met heel het land van .
21 En het gebeurt wanneer het hoort, dat hij ophoudt met het bouwen van , en hij verblijft in .
22 En koning riep heel op, er was niemand uitgezonderd, en zij dragen de stenen van weg, en het hout, waarmee bouwde. En koning bouwt daarmee van en .
23 En de rest van alle zaken van en al zijn macht en al wat hij deed en de steden die hij bouwt, zijn zij niet geschreven op de rol van de geschiedboeken van de dagen van de koningen van ? Maar in de tijd van zijn oude dag had hij moeite met zijn voeten.
24 En ligt neer bij zijn vaders en hij wordt begraven in de stad van , zijn vader. En regeert in zijn plaats.
25 En , zoon van , werd koning over in het tweede jaar van , koning van . En hij regeert twee jaren over .
26 En hij doet het kwade in de ogen van Jahweh en hij gaat in de weg van zijn vader en in zijn zonde die hij deed zondigen.
27 En , zoon van , van het huis van , spant tegen hem samen, en slaat hem in , dat is van de Filistijnen. En en heel belegeren .
28 En brengt hem ter dood in het derde jaar van , koning van , en hij regeert in zijn plaats.
29 En het gebeurde, toen hij koning was geworden, dat hij heel het huis van sloeg. Hij liet niets over van dat enige adem had, tot hij hem uitgeroeid had, naar het woord van Jahweh dat Hij sprak door de hand van Zijn dienaar , de Shiloniet, [1Kon. 14:10]
30 vanwege de zonden van die hij zondigde en die hij deed zondigen, door zijn kwelling waarmee hij de kwelling uitlokte van Jahweh, Elohim van .
31 En de rest van de zaken van en al wat hij deed, zijn die niet geschreven op de rol van de geschiedboeken van de dagen van de koningen van ?
32 En er was oorlog tussen en tussen , koning van , al hun dagen.
33 In het derde jaar van , koning van , werd , zoon van , koning over heel , in , vier en twintig jaren.
34 En hij doet het kwade in de ogen van Jahweh en hij gaat op de weg van en in zijn zonde die hij deed zondigen.
Noot: 1) Fetisj van hun blijdschap: dit heeft te maken met de verering van Astarte.
Terug naar de indexpagina
Naar 1 Koningen 16
|
|
