|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 Toen het nu morgen werd*, hielden* al de hogepriesters en de oudsten van het volk een beraad tegen °Jezus, om Hem te doden*.
[Luc. 22:66] -
[Mar. 3:6]
[Commentaar]
2 En Hem bindend*, leidden* zij Hem weg en geven* Hem over aan Pilatus, de stadhouder.
3 Toen nam* Judas, die Hem overgeleverd heeft, waar dat Hij veroordeeld* was. Spijt hebbend* brengt* hij de dertig zilverstukken terug bij de hogepriesters en de oudsten,
[Matt. 26:14,15]
[Commentaar]
4 zeggend: "Ik zondigde*, onschuldig bloed overleverend*." Doch zij zeiden*: "Wat gaat dat ons aan? Je zult het zien!"
5 En de zilverstukken in de tempel werpend*, trekt* hij zich terug en weggaand* wurgt* hij zich.
[Commentaar]
6 De hogepriesters nu, de zilverstukken nemend*, zeiden*: "Het is niet toegestaan ze in de offerkist te werpen*, omdat het de prijs van bloed is."
7 En beraad houdend*, kopen* zij daarmee het veld van de pottenbakker, tot een begraafplaats voor de vreemdelingen.
8 Daarom wordt dat °veld tot op vandaag bloedveld genoemd*.
[Hand. 1:18,19]
9 Toen werd vervuld* het door Jeremia verklaarde*, zeggend: "En zij namen* de dertig zilverstukken, de prijs van de Gewaardeerde, Die zij waarderen* uit de zonen van Israel.
[Commentaar]
10 En zij geven* ze voor het veld van de pottenbakker, zoals de Heer met mij regelt*."
[Zach. 11:12,13]
11 °Jezus nu werd voor de stadhouder gesteld*. En de stadhouder ondervraagt* Hem, zeggend: "Ben jij de koning van de Joden?" En °Jezus antwoordde: "U zegt het."
[Matt. 2:2]
[Commentaar]
12 En bij Zijn door de hogepriesters en oudsten beschuldigd worden, antwoordt* Hij niets.
[Matt. 26:63]
13 Dan zegt °Pilatus tot Hem: "Hoor jij niet hoeveel zij tegen jou getuigen?"
14 En Hij antwoordde* hem niet, zelfs niet met een verklaring, zodat de stadhouder zich zeer verbaasde.
15 En op het feest was de stadhouder gewoon een gevangene voor het volk vrij te laten, wie zij maar wilden.
[Commentaar]
16 En toen hadden zij een beruchte gevangene, genaamd Bar-Abbas.
17 Na hun beraad dan, zei* °Pilatus tot hen: "Wie willen jullie dat ik aan jullie zal vrijlaten*, °Bar-Abbas of °Jezus, die °Christus wordt genoemd?"
[Commentaar]
18 Want hij had waargenomen dat zij Hem overleverden* uit afgunst.
19 Terwijl hij op de dais1) zit, zendt* zijn °vrouw hem een bericht, zeggend: "Laat er niets tussen jou en die °rechtvaardige zijn, want ik leed* vandaag veel door Hem in een trance.
[Commentaar]
20 De hogepriesters en de oudsten nu overtuigen* de menigten dat zij °Bar-Abbas zouden eisen* en °Jezus zouden vernietigen*.
[Commentaar]
[Commentaar]
21 Antwoordend* nu zei* de stadhouder tot hen: "Wie van de twee willen jullie dat ik aan jullie zal vrijlaten*?" Zij nu zeiden*: "°Bar-Abbas!"
[Hand. 3:14]
22 °Pilatus zegt tot hen: "Wat zal ik dan met Jezus doen, die °Christus genoemd wordt?" Zij allen zeggen: "Laat Hem gekruisigd* worden!"
[Hand. 3:13]
23 Doch de stadhouder beweerde: "Welk kwaad doet* Hij?" Doch zij schreeuwden nog meer, zeggend: "Laat Hem gekruisigd* worden!"
[Commentaar]
24 °Pilatus nu, waarnemend* dat hij geen vooruitgang boekte, maar er veeleer een tumult ontstond, wast*, water nemend*, de handen voor de ogen van de menigte, zeggend: "Ik ben onschuldig aan het bloed van deze. Jullie zullen het zien."
[Psalm 26:6]
[Commentaar]
25 En antwoordend* zei* heel het volk: "Zijn °bloed kome over ons en over onze °kinderen!"
[Hand. 5:28]
[Commentaar]
[Commentaar]
26 Dan laat* hij voor hen °Bar-Abbas vrij, doch hij geeft* °Jezus over, Hem geselend*, opdat Hij gekruisigd* zal worden.
[Commentaar]
27 De soldaten dan van de stadhouder, °Jezus meenemend* naar het pretorium2), verzamelden* heel het eskadron bij Hem.
[Luc. 23:11]
[Commentaar]
28 En Hem uitkledend* deden* zij Hem een scharlaken mantel om,
29 en vlechten* een krans van doornentakken. Zij plaatsen* die op Zijn °hoofd en een riet in Zijn °rechterhand. En voor Hem op hun knieën vallend*, bespotten* zij Hem, zeggend: "Verheug U, koning van de Joden!"
[Commentaar]
30 En op Hem spuwend* namen* zij het riet en zij sloegen Hem op Zijn °hoofd.
[Jes. 50:6]
[Commentaar]
31 En toen zij Hem bespotten*, ontdeden* zij Hem van de mantel en zij deden* Hem Zijn °kleding aan en zij leidden* Hem weg om te kruisigen*.
[Commentaar]
32 En uitgaande vonden* zij een Cyreense man genaamd Simon. Deze man verplichten* zij Zijn °kruis op te tillen*.
[Commentaar]
33 En komend* bij de plaats genaamd Golgotha, wat genoemd wordt Plaats van Schedel,
[Commentaar]
34 geven* zij Hem wijn te drinken*, vermengd met gal, en proevend* wil* Hij niet drinken*.
[Psalm 69:21]
[Commentaar]
35 En Hem kruisigend*, verdelen* zij Zijn °kleding, het lot werpend,
[Psalm 22:18]
[Commentaar]
36 en zittend bewaakten zij Hem daar.
37 En zij plaatsen* boven Zijn °hoofd Zijn °aanklacht, geschreven zijnde: "Dit is Jezus, de koning van de Joden."
38 Dan worden met Hem twee rovers gekruisigd, een aan de rechterhand en een aan de linkerhand.
[Jes. 53:12]
[Commentaar]
39 En die voorbij gaan lasteren Hem, hun °hoofden schuddend
[Psalm 22:7]
[Commentaar]
[Commentaar]
40 en zeggend: "Die de tempel afbreekt en in drie dagen bouwt, red* jezelf als jij de Zoon van °God bent en kom* van het kruis af!"
[Mar. 14:58] -
[Matt. 4:3,6]
[Commentaar]
41 Zo ook zeiden de hogepriesters met de Schriftgeleerden en de oudsten, spottend:
42 "Anderen redt* hij, maar hij kan niet zichzelf redden*! Is hij koning van Israel? Laat hem nu van het kruis af komen* en wij zullen hem geloven!
[Joh. 1:49]
43 Heeft hij vertrouwen in °God? Laat Hij hem nu redden*, als Hij dat wil, want hij zei: 'Ik ben Gods Zoon.'"
[Psalm 22:8] -
[Joh. 5:18]
44 Hetzelfde nu verweten Hem ook de rovers, die samen met Hem gekruisigd* zijn.
[Commentaar]
45 En vanaf het zesde uur werd* het donker over heel het land, tot het negende uur.
[Amos 8:9]
[Commentaar]
46 En rond het negende uur roept* °Jezus met luide stem, zeggend: "Eli, Eli, lema sabachthani?" Dat is: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten*?"
[Psalm 22:2]
[Commentaar]
47 En sommigen van hen die daar stonden en het hoorden*, zeiden: "Deze roept Elia."
48 En onmiddellijk rende* een van hen weg en pakte* een spons, die vullend* met azijn. En die op een riet plaatsend*, gaf Hij Hem te drinken.
[Psalm 69:21]
[Commentaar]
49 Maar de rest zei: "Laat* gaan! Wij zullen zien* of Elia komt om hem te redden!"
50 En °Jezus, opnieuw schreeuwend* met luide stem, laat* de geest gaan.
[Commentaar]
51 En zie*, het gordijn van de tempel wordt gescheurd*, van boven naar beneden, in twee delen, en de aarde wordt geschud* en de rotsen worden gespleten*.
[Ex. 26:31-35]
[Commentaar]
52 En de graven werden geopend* en vele lichamen van te rusten gelegde heiligen werden opgewekt*,
[Eze. 37:12,13]
53 en uit de graven komend* na hun °opwekking, gingen* zij de heilige stad in en zijn aan velen verschenen*.
[Matt. 4:5]
54 En de centurion en die met hem °Jezus bewaken, nemen* de aardbeving en wat gebeurde* waar. Zij waren* zeer bevreesd, zeggend: "Waarlijk, deze was de Zoon van God!"
[Commentaar]
[Commentaar]
55 En er waren daar vele vrouwen, van verre toeziend, die °Jezus volgen* sinds °Galilea, Hem dienend.
[Commentaar]
56 Onder hen was Maria °Magdalena, en Maria, de moeder van °Jacobus en van Jozef, en de moeder van de zonen van Zebedeüs.
[Luc. 8:2,3
[Commentaar]
57 En toen het avond werd*, kwam* een rijk man van Arimathea, genaamd Jozef, die ook zelf tot discipel van °Jezus gemaakt* was.
[Commentaar]
58 Deze, tot *Pilatus komend*, vraagt* het lichaam van °Jezus. Dan beveelt* °Pilatus het terug te geven*.
59 En het lichaam nemend*, windt* °Jozef het in schoon linnen,
60 en plaatst* het in zijn nieuwe °tombe, die hij uithakte* in de rots. En een grote steen rollend* tegen de deur van de tombe, ging* hij weg.
[Mar. 6:29]
61 En daar was Maria °Magdalena en de andere Maria, zittend voor het graf.
[Mar. 15:40,47]
62 En op de morgen die is na de voorbereiding, werden de hogepriesters en de Farizeeën voorgeleid* aan Pilatus,
[Commentaar]
63 zeggend: "Wij werden er aan herinnerd* dat deze misleider, nog levend, zei: 'Na drie dagen zal Ik opgewekt worden.'
[Matt. 16:21]
[Commentaar]
64 Beveel* dan dat het graf beveiligd* wordt tot de derde dag, zodat, komend*, zijn °discipelen hem niet zouden stelen* en zij tot het volk zouden zeggen*: 'Hij werd opgewekt* uit de doden.' En de laatste misleiding zal erger zijn dan de eerste."
[Commentaar]
65 °Pilatus verzekerde hen: "Jullie hebben een wacht! Gaat dan, beveiligt* het zoals jullie willen."
66 En zij, gegaan zijnde*, beveiligen* het graf, de steen met de wacht verzegelend*.
[Commentaar]
1) Dais - rechterstoel
2) Pretorium - hoofdkwartier
Terug naar de index.
Naar Mattheüs 28
|
|