Dit is een eigen Het Beste Nieuws vertaling van
Mattheüs
Hoofdstuk 27

   
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst.
Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)


1 Toen het nu morgen werd*, hielden* al de hogepriesters en de oudsten van het volk een beraad tegen °Jezus, om Hem te doden*. [Luc. 22:66] - [Mar. 3:6] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1-2

Vergelijk met Markus 15:1; Lukas 23:1; Johannes 18:28-32.

Zie Psalm 2:2.


2 En Hem bindend*, leidden* zij Hem weg en geven* Hem over aan Pilatus, de stadhouder.
3 Toen nam* Judas, die Hem overgeleverd heeft, waar dat Hij veroordeeld* was. Spijt hebbend* brengt* hij de dertig zilverstukken terug bij de hogepriesters en de oudsten, [Matt. 26:14,15] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

3-8

De hogepriesters, door het land te kopen dat tevoren door Judas was verkregen, maar niet was betaald (Hand. 1:16-19), voegen zich bij de verrader van onze Heer in een onwettige daad die hun gebrek aan geloof in God laat zien. Ware gelovigen, die uitzagen naar het koninkrijk en de daarbij horende herverdeling van het land, wilden geen geld verspillen aan onroerend goed dat in de dag waardeloos zou zijn. In plaats daarvan verkochten zij hun onroerend goed(Hand. 4:34) en gaven het geld aan de apostelen. Het verslag in Handelingen ziet deze transactie vanuit het standpunt van Judas, en vertelt waarom hij verworpen werd van het zijn van een apostel. Hij maakte afspraken, niet alleen om zijn Heer te verraden (Die, zo meende hij, Zijn kracht zou gebruiken om Zijn vijanden om de tuin te leiden), maar hij regelde het om het loon van de onrechtvaardigheid te gebruiken voor het kopen van onroerend goed, tegen de wet in. De hogepriesters en oudsten, in plaats van deze illegale handeling af te wijzen, bevestigen het door schijnheilig af te wijzen dat het geld in de tempel offers zou komen, en door het te gebruiken om de aankoop compleet te maken die Judas was begonnen. De dood van Judas wordt zo ook kortweg overgeleverd in Mattheüs, maar uitgebreid in Handelingen. Hij hing zichzelf op, maar het touw brak en hij viel zo hard dat zijn darmen naar buiten puilden. Zo werkte het wee dat over hen door de Heer werd uitgesproken.


4 zeggend: "Ik zondigde*, onschuldig bloed overleverend*." Doch zij zeiden*: "Wat gaat dat ons aan? Je zult het zien!"
5 En de zilverstukken in de tempel werpend*, trekt* hij zich terug en weggaand* wurgt* hij zich. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

5-8

Zie Handelingen 1:18-19


6 De hogepriesters nu, de zilverstukken nemend*, zeiden*: "Het is niet toegestaan ze in de offerkist te werpen*, omdat het de prijs van bloed is."
7 En beraad houdend*, kopen* zij daarmee het veld van de pottenbakker, tot een begraafplaats voor de vreemdelingen.
8 Daarom wordt dat °veld tot op vandaag bloedveld genoemd*. [Hand. 1:18,19]
9 Toen werd vervuld* het door Jeremia verklaarde*, zeggend: "En zij namen* de dertig zilverstukken, de prijs van de Gewaardeerde, Die zij waarderen* uit de zonen van Israel. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

9

Zie Zacharia 11:12,13.


10 En zij geven* ze voor het veld van de pottenbakker, zoals de Heer met mij regelt*." [Zach. 11:12,13]
11 °Jezus nu werd voor de stadhouder gesteld*. En de stadhouder ondervraagt* Hem, zeggend: "Ben jij de koning van de Joden?" En °Jezus antwoordde: "U zegt het." [Matt. 2:2] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

11

Vergelijk Markus 15:2-5; Lukas 23:2-12; Johannes 18:33-38.

Zie 1Timotheüs 6:13.


12 En bij Zijn door de hogepriesters en oudsten beschuldigd worden, antwoordt* Hij niets. [Matt. 26:63]
13 Dan zegt °Pilatus tot Hem: "Hoor jij niet hoeveel zij tegen jou getuigen?"
14 En Hij antwoordde* hem niet, zelfs niet met een verklaring, zodat de stadhouder zich zeer verbaasde.
15 En op het feest was de stadhouder gewoon een gevangene voor het volk vrij te laten, wie zij maar wilden. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

15-18

Vergelijk met Markus 15:6-10; Lukas 23:13-17; Johannes 18:38-39.


16 En toen hadden zij een beruchte gevangene, genaamd Bar-Abbas.
17 Na hun beraad dan, zei* °Pilatus tot hen: "Wie willen jullie dat ik aan jullie zal vrijlaten*, °Bar-Abbas of °Jezus, die °Christus wordt genoemd?" [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

17

Bar-Abbas is een ander contrast met Christus. Als moordenaar, een leider bij oproeren, was hij precies wat de hogepriesters de Heer wilden laten zijn. Zijn naam is in het Aramees zeer opvallend; ze betekent “zoon van de vader”. Christus was de Zoon van de Vader. Bar-Abbas was de zoon van een andere vader, de Lasteraar.


18 Want hij had waargenomen dat zij Hem overleverden* uit afgunst.
19 Terwijl hij op de dais1) zit, zendt* zijn °vrouw hem een bericht, zeggend: "Laat er niets tussen jou en die °rechtvaardige zijn, want ik leed* vandaag veel door Hem in een trance. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

19

Van alle acteurs in deze tragedie bepleit slechts één echt de zaak van Christus, en deze is de meest onwaarschijnlijke die er kon zijn. Het lijkt vrijwel ongelofelijk dat toen Zijn eigen volk tegen Hem was, Zijn eigen discipelen bang waren om een woord ten gunste van Hem te spreken, een vreemde vrouw naar voren stapt om te pleiten voor de zaak van een rechtvaardige man van wie zij mogelijk nooit eerder had gehoord. Echt, dit was een waar gevolg van goddelijke interventie. Maar elke andere daad en houding in dit toneel kan, uiteindelijk, teruggevoerd worden naar God’s voorbestemming. Het moet een schitterende kennisgeving zijn van God’s handelen dat alleen zij een stem zou geven aan een waardig protest tegen de wanvertoning van recht waarin Pilatus zwak genoeg was om bij betrokken te raken.


20 De hogepriesters en de oudsten nu overtuigen* de menigten dat zij °Bar-Abbas zouden eisen* en °Jezus zouden vernietigen*. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

20-23

Vergelijk met Markus 15:11-14; Lukas 23:18-23; Johannes 18:40.

Zie Handelingen 3.14.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

20

De hogepriesters waren zich er van bewust dat zij gefaald hadden de gouverneur te overtuigen door goede argumenten, daarom stellen zij nu voor zijn plan van het vrijlaten van de Heer te verhinderen door het volk te overtuigen. Het is niet nodig om feiten of waarheid te hebben om de massa te motiveren. Het is het meest onrechtvaardige en onredelijke beroep dat mogelijk is. Waren de priesters niet tussenbeide gekomen, dan zouden ze ongetwijfeld geroepen hebben om Zijn vrijlating, zoals Pilatus verwachtte.


21 Antwoordend* nu zei* de stadhouder tot hen: "Wie van de twee willen jullie dat ik aan jullie zal vrijlaten*?" Zij nu zeiden*: "°Bar-Abbas!" [Hand. 3:14]
22 °Pilatus zegt tot hen: "Wat zal ik dan met Jezus doen, die °Christus genoemd wordt?" Zij allen zeggen: "Laat Hem gekruisigd* worden!" [Hand. 3:13]
23 Doch de stadhouder beweerde: "Welk kwaad doet* Hij?" Doch zij schreeuwden nog meer, zeggend: "Laat Hem gekruisigd* worden!" [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

23

Nu de priesters hem gevangen hebben in zijn eigen list, probeert hij de massa te overtuigen. Kwaad of geen kwaad, zij willen Zijn bloed.


24 °Pilatus nu, waarnemend* dat hij geen vooruitgang boekte, maar er veeleer een tumult ontstond, wast*, water nemend*, de handen voor de ogen van de menigte, zeggend: "Ik ben onschuldig aan het bloed van deze. Jullie zullen het zien." [Psalm 26:6] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

24

Zie Deuteronomium 21:6,7.

Pilatus had de macht om Hem vrij te laten, maar raadzaamheid en zelfzucht zijn altijd krachtiger in menselijke regeringen dan recht.


25 En antwoordend* zei* heel het volk: "Zijn °bloed kome over ons en over onze °kinderen!" [Hand. 5:28] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

25-28

Vergelijk met Markus 15:24-28; Lukas 23:32-43; Johannes 19:18-24.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

25

Zie Deuteronomium 19:19; Handelingen 5:28.

De Joden van vandaag hebben een goede aanleiding om te huiveren wanneer zij deze zinnen lezen. Er is een reden voor hun vreselijke geschiedenis vanaf die dag tot heden.


26 Dan laat* hij voor hen °Bar-Abbas vrij, doch hij geeft* °Jezus over, Hem geselend*, opdat Hij gekruisigd* zal worden. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

26

Vergelijk Markus 15:15; Lukas 23:24,25; Johannes 19:1.


27 De soldaten dan van de stadhouder, °Jezus meenemend* naar het pretorium2), verzamelden* heel het eskadron bij Hem. [Luc. 23:11] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

27-31

Vergelijk met Markus 15:16-20; Johannes 19:2-16.


28 En Hem uitkledend* deden* zij Hem een scharlaken mantel om,
29 en vlechten* een krans van doornentakken. Zij plaatsen* die op Zijn °hoofd en een riet in Zijn °rechterhand. En voor Hem op hun knieën vallend*, bespotten* zij Hem, zeggend: "Verheug U, koning van de Joden!" [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

29

Zie Psalm 69: 19-20; Jesaja 53:3.


30 En op Hem spuwend* namen* zij het riet en zij sloegen Hem op Zijn °hoofd. [Jes. 50:6] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

30

Zie Jesaja 50:6


31 En toen zij Hem bespotten*, ontdeden* zij Hem van de mantel en zij deden* Hem Zijn °kleding aan en zij leidden* Hem weg om te kruisigen*. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

31

Zie Jesaja 53:7,8; Filippenzen 2:9-10.

Bij de bespotterij ging onze Heer door de geveinsde ceremonie van het toevertrouwd worden met keizerlijke waardigheid. De schitterende kleding waarmee Pilatus Hem kleedde(Luk. 23.11), kan bedoeld zijn geweest om Hem aan te duiden als een kandidaat voor Koninklijke eren. Pilatus’ soldaten deden Hem een scharlaken mantel aan, een teken dat Hij de keizerlijke troon had verworven, en voegen de doornenkroon toe en het riet als een scepter, en bieden hem de eer aan die hoort bij zo’n verhoogde rang. Ze konden niet eens dromen van Zijn hoge eren als de leenheer van de Aarde en het hoogste Hoofd van de hemelen! En Zijn heiligen ontwaren ook maar weinig dat dit de essentiële ceremonie is van de installatie van de Koning der koningen en Heer der heren! Hij kon nooit de allerhoogste plaats innemen als Hij niet was afgedaald naar de diepten. Lijden en schande zijn de goddelijke voorlopers voor vreugde en eer. Zij die lijden zullen regeren.


32 En uitgaande vonden* zij een Cyreense man genaamd Simon. Deze man verplichten* zij Zijn °kruis op te tillen*. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

32

Vergelijk met Markus 15:21; Lukas 23:26-31. Zie Hebreeën 13:12,13.


33 En komend* bij de plaats genaamd Golgotha, wat genoemd wordt Plaats van Schedel, [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

33-34

Vergelijk met Markus 15:22,23; Lukas 23:33-36; Johannes 19:17.


34 geven* zij Hem wijn te drinken*, vermengd met gal, en proevend* wil* Hij niet drinken*. [Psalm 69:21] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

34

Zie vers 48; Psalm 69:21.


35 En Hem kruisigend*, verdelen* zij Zijn °kleding, het lot werpend, [Psalm 22:18] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

35

Vergelijk met Psalm 22:18.

De kruisiging van Christus is een heilige der heiligen, waar spreken heiligschennis lijkt te zijn en stilte heilig,


36 en zittend bewaakten zij Hem daar.
37 En zij plaatsen* boven Zijn °hoofd Zijn °aanklacht, geschreven zijnde: "Dit is Jezus, de koning van de Joden."
38 Dan worden met Hem twee rovers gekruisigd, een aan de rechterhand en een aan de linkerhand. [Jes. 53:12] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

38

Zie Jesaja 53: 12


39 En die voorbij gaan lasteren Hem, hun °hoofden schuddend [Psalm 22:7] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

39-44

Vergelijk met Markus 15:29-32; Lukas 23:35-43.

Zie Psalm 22: 7,8.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

39

Het hele toneel staat te trillen van de aanwezigheid van God, niet alleen in het Slachtoffer en de paar zwakken die volgden, maar in de woorden van hen die Hem haatten. Ze spraken grote waarheden die ze niet konden begrijpen. Zij waren het die de ware tempel van God aan het vernietigen waren. Zij hadden redding nodig. Maar die redding kon nooit komen als Hij Zichzelf zou redden en afdaalde van het kruis. De hogepriester kon nooit een meer pregnante en kostbaarder waarheid gesproken hebben. Hoe graag echoën wij deze woorden! We veranderen alleen de klank van spotternij in een lied van triomf “Anderen redt Hij, Zichzelf kan Hij niet redden! Deze woorden waren zeker geďnspireerd.


40 en zeggend: "Die de tempel afbreekt en in drie dagen bouwt, red* jezelf als jij de Zoon van °God bent en kom* van het kruis af!" [Mar. 14:58] - [Matt. 4:3,6] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

40

Zie 26:61-64; Johannes 2:19.


41 Zo ook zeiden de hogepriesters met de Schriftgeleerden en de oudsten, spottend:
42 "Anderen redt* hij, maar hij kan niet zichzelf redden*! Is hij koning van Israel? Laat hem nu van het kruis af komen* en wij zullen hem geloven! [Joh. 1:49]
43 Heeft hij vertrouwen in °God? Laat Hij hem nu redden*, als Hij dat wil, want hij zei: 'Ik ben Gods Zoon.'" [Psalm 22:8] - [Joh. 5:18]
44 Hetzelfde nu verweten Hem ook de rovers, die samen met Hem gekruisigd* zijn. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

44

Er werden vier anderen met Christus gekruisigd. Twee waren misdadigers, twee waren rovers. Een van de misdadigers geloofde in Hem. De rovers minachtten Hem.


45 En vanaf het zesde uur werd* het donker over heel het land, tot het negende uur. [Amos 8:9] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

45

De dreigende duisternis was slechts een indicatie van de terugtrekking van de goddelijke Aanwezigheid van de stille Lijder. Dit was onvergelijkelijk meer vreselijk dan de tegenstand van Zijn tegenstanders of de verlating door Zijn vrienden. Tot deze duisternis Hem omhulde, had Hij altijd geleefd in het licht van God’s glimlach. Nu hing Hij aan een boom en raakte gevloekt door God (Gal. 3:13). Zondeloos werd Hij zonde (2Kor. 5:21). Toen was het dat vuur van boven in Zijn botten binnendrong (Klaag. 1:13). Toen kneusde de Heer Hem(Jes. 53:10). Het was het zwoegen van Zijn ziel in deze donkere uren dat het vraagstuk van zonde bepaalde. Het is pas wanneer we dan God tegen Hem zien dat we ons bewust kunnen worden hoeveel Hij nu voor ons is. Gekruisigd door de mens op bevel van Satan en verlaten door God, was Hij het meest verloren en verlaten schepsel in het universum. Pas als het voorbij is en het licht weerkeert, is Hij in staat om tot God te roepen. En dan uit Hij die meest onbegrijpelijke van alle vragen, tenzij, inderdaad, Hij leed voor de zonden van anderen. Ten behoeve van Hemzelf zou God Hem nooit verlaten hebben. Ten behoeve van mij (en van u, geliefde lezer), verdroeg Hij niet slechts de fysieke pijn, de geestelijke kwelling, de morele vernedering die de mens hem toebracht, maar de diepere, verschrikkelijke wanhoop van de vreselijke vijandschap van God.


46 En rond het negende uur roept* °Jezus met luide stem, zeggend: "Eli, Eli, lema sabachthani?" Dat is: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten*?" [Psalm 22:2] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

46

Zie Psalm 22:1


47 En sommigen van hen die daar stonden en het hoorden*, zeiden: "Deze roept Elia."
48 En onmiddellijk rende* een van hen weg en pakte* een spons, die vullend* met azijn. En die op een riet plaatsend*, gaf Hij Hem te drinken. [Psalm 69:21] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

48

Zie Psalm 69:21


49 Maar de rest zei: "Laat* gaan! Wij zullen zien* of Elia komt om hem te redden!"
50 En °Jezus, opnieuw schreeuwend* met luide stem, laat* de geest gaan. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

50

Zijn dood was anders dan die van alle anderen. Hij bleef niet wachten tot het leven uit Hem wegebde, maar Hij legde Zijn ziel neer terwijl die nog sterk was, door Zijn Geest over te dragen aan God. Zijn lichaam werd in een tombe gelegd, Zijn ziel ging naar het ongeziene. Zijn werk was gedaan en de dood was Zijn deel tot aan Zijn opstanding.


51 En zie*, het gordijn van de tempel wordt gescheurd*, van boven naar beneden, in twee delen, en de aarde wordt geschud* en de rotsen worden gespleten*. [Ex. 26:31-35] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

51

Zie 2 Kronieken 3:14

Het vlees van Christus werd uitgebeeld door het gordijn in de tempel dat de aanwezigheid van God verborg voor het heilige. God werd niet gemanifesteerd in Zijn vlees, maat in het scheuren er van. Onze eenheid met Christus begint niet bij Zijn kruisiging. We werden gekruisigd, begraven, opgewekt en zijn opgestegen en gezeten in Hem.


52 En de graven werden geopend* en vele lichamen van te rusten gelegde heiligen werden opgewekt*, [Eze. 37:12,13]
53 en uit de graven komend* na hun °opwekking, gingen* zij de heilige stad in en zijn aan velen verschenen*. [Matt. 4:5]
54 En de centurion en die met hem °Jezus bewaken, nemen* de aardbeving en wat gebeurde* waar. Zij waren* zeer bevreesd, zeggend: "Waarlijk, deze was de Zoon van God!" [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

54-61

Vergelijk met Markus 15:39-47; Lukas 23:47-56; Johannes 19:38-42.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

54

De koninkrijksverkondiging sloot met de erkenning van Petrus dat Hij de Christus is, de Zoon van de Levende God (16:16). Zijn priesterlijke bediening sloot af met de uitspraak van de centurion dat Hij de Zoon van God is. Zo wordt ons een voorsmaak gegeven van het uiteindelijk effect van deze beide bediening. In de dag van Zijn terugkeer zal Israel Hem jubelend uitroepen tot Koning en de natiën van de Aarde zullen Hem erkennen als hun Heer.


55 En er waren daar vele vrouwen, van verre toeziend, die °Jezus volgen* sinds °Galilea, Hem dienend. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

55

Zie Lukas 8:2,3


56 Onder hen was Maria °Magdalena, en Maria, de moeder van °Jacobus en van Jozef, en de moeder van de zonen van Zebedeüs. [Luc. 8:2,3 [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

56

Zie 13:55


57 En toen het avond werd*, kwam* een rijk man van Arimathea, genaamd Jozef, die ook zelf tot discipel van °Jezus gemaakt* was. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

57

De schande en smaad, alsook het lijden, zijn nu voorbij. Hoewel ze Zijn graf aanwezen met de wettelozen, legde God Hem in een rijkeman’s tombe.. De Romeinen zouden Zijn lichaam hebben achtergelaten tot het verteerd was of was opgegeten door de roofvogels. De Joden zouden het in een graf van een misdadiger gestopt hebben. God gaf Zijn denken aan door te voorzien in twee eerbare mannen, Jozef en Nicodemus (Joh. 19:39), om te zorgen voor Zijn begrafenis. Jozef van Arimathea betekent, vertaald: “Hij voegt toe aan de hoogten.”


58 Deze, tot *Pilatus komend*, vraagt* het lichaam van °Jezus. Dan beveelt* °Pilatus het terug te geven*.
59 En het lichaam nemend*, windt* °Jozef het in schoon linnen,
60 en plaatst* het in zijn nieuwe °tombe, die hij uithakte* in de rots. En een grote steen rollend* tegen de deur van de tombe, ging* hij weg. [Mar. 6:29]
61 En daar was Maria °Magdalena en de andere Maria, zittend voor het graf. [Mar. 15:40,47]
62 En op de morgen die is na de voorbereiding, werden de hogepriesters en de Farizeeën voorgeleid* aan Pilatus, [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

62

De ochtend na de voorbereiding was de grote sabbat, waarmee het feest van de Ongezuurde broden begon. Maar de religieuze leiders rustten niet, noch gaven ze Pilatus rust. Ze werden zich nu bewust dat ze alleen hun eigen voorspellingen hadden vervuld en dat, zou Hij opstaan uit de doden, of het alleen maar zo zou schijnen, zij in een slechtere positie zouden zijn dan ooit. Van de goddelijke kant was het van belang dat zij voldoende zekerheid zouden hebben van Zijn opstanding. Niets kon meer overtuigend zijn dan het verhaal van de bewakers. Hun plan was uitstekend geschikt om Zijn terugkeer naar het leven te bewijzen, niet om het te weerleggen.


63 zeggend: "Wij werden er aan herinnerd* dat deze misleider, nog levend, zei: 'Na drie dagen zal Ik opgewekt worden.' [Matt. 16:21] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

63

Zie 16:21; 17:23; 20:19.


64 Beveel* dan dat het graf beveiligd* wordt tot de derde dag, zodat, komend*, zijn °discipelen hem niet zouden stelen* en zij tot het volk zouden zeggen*: 'Hij werd opgewekt* uit de doden.' En de laatste misleiding zal erger zijn dan de eerste." [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

64

Twaalf maal wordt ons verteld dat Hij zou opstaan “de derde dag”. Waarom zeggen zij tegen Pilatus “na drie dagen” en zetten dan meer dan een dag na Zijn dood een bewaking op? Pilatus was een Romein. Zij gebruikten het Latijnse taalgebruik. Markus, die voor de Romeinen schreef, gebruikt ook deze vorm (Mar. 8:31; 9:31; 10:34). In het Grieks is het letterlijk “de derde dag”. In het Latijn is het idiomatisch “na drie dagen”, In het Hebreeuws is het een idioom dat overeenkomt met al hun chronologische berekeningen: “drie dagen en drie nachten.”


65 °Pilatus verzekerde hen: "Jullie hebben een wacht! Gaat dan, beveiligt* het zoals jullie willen."
66 En zij, gegaan zijnde*, beveiligen* het graf, de steen met de wacht verzegelend*. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

66

De “wacht” soldaten was een kleine groep die, in het Latijn, een bewaker, bewaarder of conservator wordt genoemd. Hier hebben wij ons woord conservator vandaan. Pilatus gebruikt de Latijnse militaire term waarvoor het Grieks geen exact gelijk woord heeft. Daarom wordt het getranslitereerd en niet vertaald in de sublineaire weergave




1) Dais - rechterstoel
2) Pretorium - hoofdkwartier




Terug naar de index.
Naar Mattheüs 28
   


© www.hetbestenieuws.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.