Dit is een eigen Het Beste Nieuws vertaling van
Mattheüs
Hoofdstuk 28

   
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst.
Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)


1 Het is nu de avond van de sabbatten. Bij het oplichten in een van de sabbatten kwam* Maria °Magdalena en de andere Maria om het graf te bezien*. [Matt. 27:56] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1

Vergelijk met Markus 16:1-4; Lukas 24:1-2; Johannes 20:1.

De raadselachtige zinsnede “de avond van de sabbatten”, toen de Romeinse wacht werd ingesteld, is de sleutel tot een probleem dat door scherpzinnige theologen onoplosbaar is verklaard. De Hebreeuwse dag, beginnend bij zonsondergang, begon in het midden van een “avond”. De avond van een dag duurde tot zonsondergang, nadat hij was geteld als de avond van de volgende dag. Zo had elke dag twee avonden, één aan het begin en één aan het einde er van. Elke avond vond plaats in twee dagen. De avond dat de wacht werd ingesteld was tussen twee sabbatten. De een, de eerste dag van Ongezuurde Broden, was een speciale sabbat, die maar eens per jaar voorkomt. De andere was de gebruikelijke wekelijkse sabbat. Het samenvallen van deze twee bij hun gezamenlijke avond bevredigt de zinsnede “de avond van de sabbatten” en levert de sleutel voor de chronologie van de passieweek.

“Een van de sabbatten” is de enig juiste vertaling van de zinsnede die gewoonlijk met “de eerste dag van de week” wordt weergegeven. Het woordje eerste staat hier niet. Het is gewoon één en wordt toegepast op het elfde uur (Matt. 20:12), dat in dat geval het laatste en niet het eerste was. Het woord dag staat in het geheel niet in de tekst. Het woord “week” staat in het meervoud en is precies hetzelfde als de vorm in de voorafgaande zin. Indien het daar wordt weergegeven met “sabbatten,” moet het ook hier “sabbatten” zijn. Zo is er geen reden om hier niet met “een van de sabbatten” te vertalen.

De sleutel tot deze uitdrukking ligt in de wet van de Eerstelingen(Lev. 23:9-14). Eindigend met de dag voor Pinksteren waren er zeven sabbatten (Lev. 23:15) van de dag voor het bewegen van de “schoof”. Er wordt naar verwezen in de zinsnede “een van de sabbatten”. Iedere vermelding van deze zinsnede plaatst het tussen Pasen en Pinksteren (1Kor. 16:2 en Handelingen 20:1 en 6). En de andere plaatsen verwijzen naar de opstanding van onze Heer (Mark. 16.2; Luk. 24:1; Joh. 20:1-19). Hij werd opgewekt op een sabbat, niet op de eerste dag van de week, wat onze Zondag zou zijn. Zijn opstanding op de sabbat is een teken dat Zijn werk compleet was. Verlossing is nu een zaak van binnen gaan in Zijn stoppen, niet het beginnen van een nieuwe week van zwoegen en werken.


2 En zie*, een grote aardbeving gebeurde*, want een boodschapper van de Heer daalde neer uit de hemel en rolt*, naderend*, de steen weg en zat er op. [Matt. 27:51]
3 Het voorkomen van hem nu was als bliksem en zijn °kleding was wit als sneeuw. [Hand. 1:10]
4 Van °vrees nu beefden* de wachters en werden* als doden.
5 De boodschapper nu, antwoordend*, zei* tot de vrouwen: "Vreest niet! Want ik ben me bewust dat jullie Jezus, de Gekruisigde, zoeken! [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

5-8

Vergelijk met Markus 16:5-8; Lukas 24:3-11.


6 Hij is niet hier, want Hij werd opgewekt*, zoals Hij zei*. Komt hier, neemt* de plaats waar waar Hij lag. [Matt. 16:21]
7 En ga* snel, zeggen* jullie tot Zijn °discipelen dat Hij werd opgewekt* uit de doden. En zie*, Hij gaat jullie voor naar Galilea. Daar zullen jullie Hem zien. Zie*, ik zei* het jullie!" [Matt. 26:32]
8 En snel weggaand* van de tombe, met vrees en grote vreugde, renden* zij om Zijn °discipelen te berichten*.
9 En zie*, Jezus ontmoet* hen, zeggend: "Verheugt je!" Zij nu, naderend*, houden* Zijn °voeten vast en zij aanbidden Hem. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

9-10

Vergelijk met Markus 16:9-11.


10 Dan zegt °Jezus tot hen: "Vreest niet! Ga, bericht* Mijn °broeders dat zij vertrekken* naar °Galilea en daar zullen zij Mij zien." [Joh. 20:17] - [Matt. 26:32]
11 En bij hun vertrek, zie*, sommigen van de wacht, in de stad komend*, berichten* al het gebeurde* aan de hogepriesters.
12 En vergaderd* zijnde met de oudsten, naast het houden* van beraad, geven* zij een aanzienlijke som zilverstukken aan de soldaten,
13 zeggend: "Zegt* dat 'Zijn °discipelen, vannacht komend*, stelen* hem, terwijl wij rusten.' [Matt. 27:64]
14 En indien dit door de stadhouder gehoord* zou worden, zullen wij hem overtuigen. En wij zullen jullie zorgenloos maken."
15 Dezen nu, de zilverstukken nemend*, doen* zoals hen werd geleerd* en dit °woord werd rond gebazuind* door de Joden, tot op de dag van vandaag.
16 De elf discipelen nu gingen* naar °Galilea, op de berg waar °Jezus zich bij hen voegt*.
17 En Hem waarnemend*, aanbidden* zij, doch *zij aarzelen*.
18 En naderend* spreekt* °Jezus tot hen, zeggend: "Mij werd gegeven* alle gezag in de hemel en op de Aarde. [Dan. 7:24] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

18

Dit verslag houdt zich in principe bezig met de verwerping van het koninkrijk. Hoe passend is het dat zou sluiten met een vooruitblik van de vestiging er van in de komende aion!

De plaats is belangrijk. Satan nam Hem mee naar een hoge berg om Hem de koninkrijken van de Aarde te tonen. De transformatie was op een berg. De plaats spreekt van Zijn verhoging. Dit zal pas verwezenlijkt worden bij Zijn komst in heerlijkheid. Hij heeft Zijn grote macht nog niet op Zich genomen (Openb. 11.17).

De apostelen ging nooit uit naar de natiën. Integendeel. Petrus was er op tegen toen hij naar de proseliet Cornelius moest gaan (Hand. 11:3). Ze doopten nooit in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest. Ze gebruikten, als zij doopten, verstandig de titels van Christus. Ze gebruikten “Jezus Christus” bij het dopen van Israëlieten en “Here Jezus” voor Samaritanen (Hand. 8:16): Ze gebruikten nooit “Christus Jezus”, de titel van Zijn huidige hemelse heerlijkheid. Ze gebruikten nooit de hier gegeven formule, omdat ze wisten dat deze gereserveerd was voor de toekomstige koninkrijksverkondiging. Ze maakten nooit de natiën als zodanig tot discipelen. De Heer was niet bij hen tot de afsluiting van de aion, maar liet hen al spoedig achter toen Hij opsteeg. Deze opdracht kan niet uitgevoerd worden tot Zijn terugkeer in macht en heerlijkheid om alle natiën te zegenen door Zijn volk Israel.


19 Gaande*, dan, maakt* alle °natiën tot discipelen, hen dopend in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige Geest, [Hand. 1:8]
20 hen lerend alles te houden wat Ik jullie gebied*. En zie*, Ik ben met jullie al de dagen, tot de afsluiting van de aion." [Matt. 24:3]






Terug naar de index.
   


© www.hetbestenieuws.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.