Dit is een eigen Het Beste Nieuws vertaling van
Marcus
Hoofdstuk 8

   
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst.
Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)


1 In die °dagen was de menigte weer groot en hadden zij niets te eten*. De discipelen roepen* Hem. Hij zegt tot hen: [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1-3

Vergelijk met Mattheüs 15:32-34

Waarom waren er twee verschillende gelegenheden waarop onze Heer een groot gezelschap mensen voedde? Waarom vijf broden de ene keer en zeven de andere? Hoe groot ook het wonder is dat op beide gelegenheden werd verricht, we zijn pas tevreden wanneer we het teken kunnen lezen. Wat was hun betekenis?

“De mens zal niet leven van brood alleen, maar van ieder woord dat uitgaat uit de mond van God.” Het geschreven en levende Woord zijn het ware brood van God. Het levende Woord kan niet verdeeld worden, maar het geschreven woord is samengesteld uit verschillende boeken. Deze kunnen zeer wel vertegenwoordigd worden door de broden die aan de menigten werden gegeven.

Deze tekenen zijn in de wildernis en kunnen daarom niet in het koninkrijk zijn, maar geven ons Zijn voorziening voor Zijn volk voordat het koninkrijk komt. De koninkrijksgetuigenis is verdeeld in twee onderscheiden perioden, één in de eerste eeuw, die voorbij is, en één die nog moet komen, aan het einde van de aion, die toekomstig is.

Het eerste teken, toen er vijf broden waren, brengt ons de voorbije middelen van onderhoud voor ogen, van de koninkrijksheiligen, de eerste drie “evangeliën,” Handelingen en Hebreeën (Johannes is bedoeld voor het koninkrijk zelf). Het was dit geestelijk voedsel dat volstond voor zovelen en zulk een grote overvloed achter liet. Mogen we deze kruimels niet aan de natiën uitdelen, in overeenstemming met het eerdere teken? Er wordt niets gezegd over wat er mee werd gedaan, maar we weten dat de natiën er bij kwamen voor enige zegen, zoals opgetekend in het boek Handelingen.

God heeft voorzieningen gemaakt voor de toekomstige wildernis van Zijn koninkrijksvolk door middel van zeven brieven, overeenkomend met de zeven broden in het tweede teken. Het zijn Jacobus, één en twee Petrus, één, twee en drie Johannes en Judas. Hoewel de kruimels niet zo overvloedig zijn, weten we dat er sommigen onder de natiën zijn die zelfs op dat moment een paar kruimeltjes zullen vinden.


2 "Ik wordt bewogen met ontferming over de menigte, omdat zij al drie dagen bij Mij blijven en zij hebben niets dat zij zullen eten*.
3 En indien Ik hen vastend naar huis zal zenden*, zullen van hen op de weg flauwvallen en enkelen van hen zijn van ver gekomen."
4 En Zijn °discipelen antwoordden* Hem: "Waarmee kan iemand deze mensen hier, in de wildernis, verzadigen* met broden?"
5 En Hij vroeg hen: "Hoeveel broden hebben jullie?" En zij zeiden*: "Zeven."
6 En Hij droeg de menigte op te gaan zitten* op het land. En de zeven broden nemend*, dank gevend*, breekt* Hij ze en gaf ze aan Zijn °discipelen, opdat zij ze hen voor zouden zetten. En zij zetten* ze de menigte voor. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

6-10

Vergelijk met Mattheüs 15:35-39.


7 En zij hadden een paar visjes. En ze zegenend*, zei* Hij: "Zet* ze ook deze voor."
8 En zij aten* en worden verzadigd*. En zij nemen* het overschot van de brokken op, zeven manden.
9 En zij waren met ongeveer vierduizend. En Hij stuurt* hen weg.
10 En direct in het schip stappend* met Zijn °discipelen, kwam* Hij in de delen van Dalmanutha.
11 En de Farizeeën kwamen* uit en zij beginnen* met Hem te discussiëren, bij Hem een teken uit de hemel zoekend, Hem beproevend. [Matt. 12:38] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

11-21

Vergelijk met Mattheüs 16:1-12.

Zie Lukas 12:1-3.


12 En zuchtend* in Zijn °geest, zegt Hij: "Waarom zoekt dit °geslacht een teken? Amen! Ik zeg jullie: als aan dit °geslacht een teken zal worden gegeven... !" [Matt. 12:39] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

12

Na hen dit schitterende teken gegeven te hebben, vragen ze om een teken! Zijn uitroep laat zien hoe hopeloos Hij hen vond. Stel dat Hij het zou doen? Ze zouden het niet herkennen. Het is nutteloos tot een dove te spreken of een plaatje voor te houden aan de ogen van een blinde.


13 En hen verlatend, weer instappend, vertrok Hij naar de overzijde.
14 En zij vergaten* de broden mee te nemen* en hadden niet meer dan een brood bij zich in het schip.
15 En Hij waarschuwde hen, zeggend: "Zie, pas op voor het zuurdeeg van de Farizeeën en het zuurdeeg van Herodes." [Luc. 12:1]
16 En zij redeneerden met elkaar omdat zij geen broden hebben.
17 En het wetend*, zegt Hij tot hen: "Waarom redeneren jullie? Dat jullie geen broden hebben? Begrijpen jullie het nog niet en verstaan jullie niet? Hebben jullie je hart nog verhard? [Marc. 6:52]
18 Ogen hebbend zien jullie niet en oren hebbend horen jullie niet. Herinneren jullie niet, [Jer. 5:21]
19 toen Ik de vijf broden brak* voor de vijfduizend, hoeveel manden vol brokstukken namen* jullie toen op?" Zij zeggen tot Hem: "Twaalf." [Marc. 6:42] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

19-20

Zie 6:41-44; 8:7-9.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

19

De vergelijking die hier door onze Heer voorgesteld wordt is zeer opvallend en belangrijk. Hij probeert hen te laten zien dat God’s zegen komt in een omgekeerde ratio aan menselijke voorziening. Dit is de hoogste mathematica en geheel buiten de macht van de ongeestelijke geest. Indien redeneren een weg kon bedenken om vijf duizend met vijf broden te verzadigen en nog wat over te houden, dan zou het overblijfsel kleiner zijn dan zeven broden die verdeeld werden onder slechts vier duizend. Maar het tegendeel is waar. Ieder woord dat gebruikt wordt, benadrukt, wanneer correct vertaald, de grote waarheid dat hoe minder werk van de mens er in God’s handelen zit, hoe groter het werk en uitgebreider de overvloed. De volgende lijst woorden zal helpen om dit in ons denken en onze harten vast te leggen.

Vijf broden
Vijf duizend
Twaalf manden
Volgepropt
Zeven broden
Vier duizend
Zeven mandjes
Gevuld

Laten wij niet zijn als de apostelen die er niet in slaagde de formule voor deze vergelijkingen te ontdekken, en ze niet konden toepassen in hun eigen ervaringen.


20 "En met de zeven broden voor de vierduizend, hoeveel manden gevuld met brokstukken namen* jullie toen op?" En zij zeggen tot Hem: "Zeven." [Matt. 15:37]
21 En Hij zei tot hen: "En jullie begrijpen het nog niet?"
22 En zij komen in Bethsaida en zij brengen Hem een blinde man en zij moedigen Hem aan dat Hij hem zou aanraken*. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

22

Vele verklaringen zijn er gegeven voor deze zeer bijzondere methode van genezen, en alle schijnen ze niet helderder te zijn dan het zicht van de blinde man in het begin. Men kan zich afvragen of er wel een uitleg gegeven kan worden of aangeboden zou moeten worden op natuurlijke gronden. De Heer had hem in een oogwenk compleet kunnen genezen, maar Hij verkoos dat niet te doen. Het is duidelijk een ander teken, en we zullen de betekenis er van vinden in het herstel van Israel’s geestelijk zicht. De genezing werd bereikt door dat wat uit ging uit Zijn mond – het woord van God. Zoals zo vaak het geval was, was er een pauze. In het begin was het zicht van de man wazig, later zag hij helder. Zo was het ook met Israel. In het verleden zagen zij dat er een geleidelijke groei zou zijn, als een boom, tot aan het koninkrijk. Maar er zal een andere toepassing van Zijn handen nodig zijn in de toekomst om hen te herstellen. Dan zullen niet langer door de gang van zaken in de war gebracht worden. Doorheen de voorbije verkondiging van het koninkrijk, in het bijzonder in de Pinksterperiode, was het uitzicht op het koninkrijk vaag. Dat zal niet zo zijn in de eindtijd.


23 En de hand van de blinde vastpakkend*, brengt* Hij hem uit het dorp, en spuwend* op zijn °ogen, de handen op hem plaatsend*, vraagt Hij hem of hij iets ziet. [Joh. 9:6] - [Marc. 7:32,33]
24 En opziend* zei hij: "Ik zie de mensen, als bomen, ik zie ze wandelen!"
25 Daarna plaatst* Hij opnieuw de handen op zijn °ogen en hij ziet* goed en is hersteld*. En hij zag allen apart aan.
26 En Hij zendt* hem naar zijn huis, zeggend: "Jij mag nog niet het dorp in gaan*."
27 En °Jezus vertrok*, en Zijn °discipelen, naar de dorpen van °Caesarea Filippi. En op de weg vroeg Hij zijn °discipelen, tot hen zeggend: "Wie zeggen de mensen dat Ik ben?" [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

27-31

Vergelijk met Mattheüs 16:13-21; Lukas 9:18-22.


28 En zij zeggen* tot Hem: "Er zijn er die zeggen Johannes de Doper en anderen Elia, en nog anderen een van de profeten." [Luc. 9:7,8]
29 En Hij vraagt hen: "Maar jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?" °Petrus, antwoordend*, zegt tot Hem: "U bent de Christus!" [Joh. 6:69] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

29

Hier vinden we het eerste scherpe onderscheid tussen de ongelovige natie en de kleine groep gelovigen, vertegenwoordigd door Petrus. Dit markeert de grote crisis in Zijn bediening. Vanaf nu is Hij niet langer bezig met de verkondiging van het koninkrijk aan de natie, maar leert Hij Zijn discipelen over Zijn lijden. In feite waarschuwt Hij hen niet te vertellen dat Hij de Christus is. De natie heeft Hem en Zijn verkondiging afgewezen. Het koninkrijk, dat naderbij kwam, trekt zich nu terug. Het gevolg van Zijn werken ligt in de bekentenis van een paar, waarvan Petrus een type is, die Hem (h)erkennen als de Messias en als de Zoon van God. Nu begint Hij Zijn nieuwe bediening en, vreemd genoeg, wordt Zijn boodschap onmiddellijk tegengewerkt door Petrus. Ondanks alles wat Hij hen, in de nu begonnen periode, had geleerd over Zijn lijden, was het pas nadat dit voorbij was dat de apostelen Zijn woorden ontvingen en geloofden. Zij wilden volharden in de verkondiging van het koninkrijk. Vandaag hebben we een soortgelijke situatie. Het koninkrijk werd nogmaals verkondigd tijdens de periode die door het boek Handelingen wordt beschreven. Sommigen volharden, zoals Petrus, door de verkondiging er van te blijven brengen.


30 En Hij maant* hen dat zij niemand over Hem zouden vertellen.
31 En Hij begint* hen te onderwijzen dat de Zoon van de mens veel moet lijden* en verworpen* worden door de oudsten en de overpriesters en de Schriftgeleerden, en gedood* zal worden en na drie dagen opstaan*. [Matt. 17:12]
32 En Hij sprak de woorden met openheid. En °Petrus, Hem bij hem genomen* hebbend, begint* Hem te vermanen. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

32-33

Vergelijk met Mattheüs 16:22,23.


33 Doch Deze, omgedraaid* zijnde en Zijn °discipelen waarnemend*, berispt* Petrus en zegt: "Ga achter Mij weg, Satan! Want jij bent niet gezind naar de dingen van °God, maar naar de dingen van de mensen." [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

33

De term “Satan”, hier toegepast op Petrus, is Hebreeuws voor “tegenstander”. Het is een gewoon zelfstandig naamwoord, behalve wanneer het wordt gebruikt voor hem die anders de Slang of de Lasteraar wordt genoemd.


34 En de menigte tot Zich roepend*, samen met de discipelen, zei* Hij tot hen: "Indien iemand Mij wil navolgen, laat hij zichzelf vaarwel zeggen* en zijn °kruis opnemen* en laat hem Mij volgen! [Matt. 10:38] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

34-38

Vergelijk met Mattheüs 16:24-27; Lukas 9:23-26.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

34

Niet alleen kijkt de Heer nu naar Zijn eigen lijden, maar ook Zijn volgelingen moeten proeven van Zijn beker. Terwijl ze het koninkrijk verkondigden, verwachtten ze een kroon te zullen dragen. Nu moeten zij al hun zelf afleggen en een kruis dragen.


35 Want wie zijn °ziel zal willen redden, zal haar vernietigen, doch wie zijn °ziel vanwege Mij en het evangelie zal vernietigen, zal haar redden. [Matt. 10:39] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

35

Ziel betekent nooit leven. Leven is afhankelijk van geest. Ziel is het bewuste gevoel dat voortkomt uit de eenheid van het lichaam met de geest. Hij die zijn ziel wil redden, zoekt zijn eigen plezier en comfort, en deinst terug van zelf-ontkenning en kruisdragen. In het koninkrijk zal er alle genoegen zijn waarnaar een ziel maar kan hongeren. Daarom: de discipel die niet lijdt ten behoeve van Hem en zo zijn plaats in het koninkrijk verliest, redt zijn ziel voor dit moment, maar verliest die in het koninkrijk. Een ieder die de hele wereld zou winnen, maar er niet van kan genieten, verliest zijn ziel.


36 Want wat baat het een mens de hele wereld te winnen en zijn °ziel te verspelen*?
37 Of wat zal een mens geven* in ruil voor zijn °ziel?
38 Want wie zich voor Mij en voor Mijn woorden zal schamen* in dit overspelige en zondige °geslacht, zal ook de Zoon van de mens Zich voor hem schamen, wanneer Hij, met de heilige °boodschappers, zal komen* in de heerlijkheid van de Vader.





Terug naar de index.
Naar Marcus 9
   


© www.hetbestenieuws.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.