Dit is een eigen Het Beste Nieuws vertaling van
Marcus
Hoofdstuk 7

   
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst.
Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)


1 En tot Hem vergaderden de Farizeeën en enkelen van de Schriftgeleerden, komend* uit Jeruzalem, [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1-13

Vergelijk met Mattheüs 15:1-9

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1

Het was gewoonte met de vingers te eten. Er werden geen vorken of lepels gebruikt bij het overbrengen van voedsel naar de mond. Toch waren de Farizeeën niet bezorgd over zuiverheid of tafelmanieren, maar over overeenstemming met de traditie. In plaats van de binnenzijde van de handen te reinigen waarmee het voedsel werd aangeraakt, reinigden zij de buitenzijde, hun vuisten ballend wanneer zij wasten. Naar de markt gaan houdt contact met anderen in, die zij besmettelijk achtten; hier wilden zij niet eten totdat zij besprenkeld waren. Het dopen van bekers en lampetkannen en koperen vaten en banken was niet voor reinheid, maar ceremoniële zuiverheid, en de meest verplichte toepassing van water in vrijwel alle manieren werd hoog devoot gevonden. Het woord dopen is Grieks (baptizo) en verschilt alleen van besprenkelen of wassen of baden door het feit dat het ceremonieel was en niet praktisch. De reiniging er door was geestelijk, niet lichamelijk.


2 en nemen enigen van Zijn °discipelen waar*, die het brood eten met besmette, dat wil zeggen: ongewassen, handen.
3 Want de Farizeeën en al de Joden, tenzij zij de handen zouden wassen*, eten niet, de traditie van de ouden houdend. [Luc. 11:38]
4 En komend van de markt, tenzij zij ze ondergedompeld* zouden hebben, eten zij niet. En vele andere dingen zijn er die zij aanvaard* hebben te houden: wassen van bekers en potten en koperen vaten en ligbanken. [Luc. 11:39]
5 En de Farizeeën en de Schriftgeleerden vragen Hem: "Waarom wandelen uw °discipelen niet naar de traditie van de ouden, maar eten zij het brood met besmette handen?"
6 Hij nu zei* tot hen: "Jesaja profeteerde* correct over jullie, de hypocrieten, zoals het werd geschreven. Dat dit °volk Mij met de lippen eert, doch hun °hart is ver van Mij. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

6-7

Vergelijk met Jesaja 29:13

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

6

De religieuze Jood verheugde zich in vormen en ceremoniën, vrome uitingen en langdurige gebeden, maar eigenlijk was hij niet echt betrokken bij de zaken van God. Er kon geen betere test met hem gedaan worden dan hem in de aanwezigheid te brengen van Hem Die het Beeld van God was en het Woord van God. In plaats van Hem te aanbidden, bekritiseerden ze Hem.


7 Doch zij vereren Mij tevergeefs, leringen onderwijzend die geboden van mensen zijn, [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

7

De schrijver van deze noten kan er niets aan doen dat hij een hartelijk gebed uitspreekt dat zij nooit méér gezien zullen worden dan waar zij voor bedoeld zijn: een aanzet tot denken dat leidt naar, en niet weg van, de heilige tekst. Hij zou liever willen dat zij verdwenen dan dat zij zouden staan tussen iemand en de levende woorden. Mogen we nooit besmet worden met de geest van de oude rabbijnen, die er geen probleem mee hadden om hun woorden boven die van de heilige rollen te stellen. In de Talmud lezen we: “De woorden van de Schriftgeleerden zijn nobeler dan de woorden van de wet; want de woorden van de wet zijn zowel hard als gemakkelijk [te verstaan], maar de woorden van de Schriftgeleerden zijn alle gemakkelijk.” Een ander traditioneel gezegde was: “Hij die zich bezig houdt met de Schrift doet iets van weinig belang; hij die de Mishna leest heeft een beloning, maar hij die zich toewijdt aan de Gemara is de verdienstelijkste van allen.” Op dezelfde wijze hebben de commentaren en belijdenissen van het Christendom een sterkere invloed op de harten van veel van Zijn heiligen dan de geïnspireerde Schrift. Moge Hij geven dat velen zullen terugkeren naar de onbesmette fontein!


8 de inzettingen van °God verlatend*. Jullie houden de traditie van mensen!" [Jes. 29:13] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

8

Het is triest om te zeggen, maar zelfs in onze tijd zijn sommige van de heiligen er toe geleid God’s woord te verloochenen door de beweringen van hen die voorstellen het uit te leggen. Geen enkele leraar is die naam waardig als hij de Schrift vervangt.


9 En Hij zei tot hen: "Jullie wijzen zeker de inzetting van °God af, opdat jullie de eigen traditie zouden vestigen*. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

9

De “Korban” was het naderingsoffer, waarmee de offeraar een gunst van God probeerde te krijgen. Al wat een jonge man moest doen om vrij te zijn van het onderhouden van zijn ouders was dit woord te zeggen en hij was vrij van alle verdere verplichtingen. In theorie gaf hij God een grotere plaats dan zijn ouders, maar feitelijk onteerde hij niet alleen zijn voortbrengers, maar God, en maakte hij Zijn wet krachteloos.


10 Want Mozes zei*: 'Eer jouw °vader en jouw °moeder, en die kwaad spreekt van zijn vader of moeder, laat hem de dood sterven!' [Ex. 20:12] - [Ex. 21:17] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

10

Vergelijk met Exodus 20;12; 21.17.


11 Maar jullie zeggen: 'Indien een mens tot de vader of de moeder zal zeggen*: Korban, dat is: een naderingsgeschenk, waardoor jullie uit mij geprofiteerd* hebben.'
12 En jullie staan hem niet meer toe iets te doen* voor de vader of voor de moeder,
13 het woord van °God krachteloos makend door jullie traditie, die jullie overdragen*. En jullie doen vele van zulke dingen."
14 En opnieuw de menigte tot Zich roepend*, zei Hij tot hen: "Hoort* Mij allen en begrijpt*! [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

14-23

Vergelijk met Mattheüs 15:10-20.


15 Er is niets buiten de mens dat in hem gaat dat in staat is hem te besmetten*. Maar de dingen die uit de mens naar buiten gaan, dezen besmetten de mens.
16 Indien iemand oren heeft, laat hem horen!"
17 En toen Hij in het huis binnen ging*, weg van de menigte, vroegen Zijn °discipelen Hem naar de gelijkenis. [Marc. 4:10]
18 En Hij zegt tot hen: "Zijn jullie ook zo onverstandig? Begrijpen jullie niet dat alles dat van buiten de mens binnen gaat, hem niet kan besmetten*?
19 Omdat het niet zijn °hart binnen gaat, maar in de buik. En in de latrine gaat het er uit, al het voedsel reinigend."
20 En Hij zei: "Wat uit de mens uitgaat, dat besmet de mens! [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

20

De verwaande Farizeeën, die zo bezorgd waren dat ze besmet zouden worden door contact met hun minderen of door eten met ceremonieel onreine handen, waren zelf het meest besmettend van allen. Hun trotse en kwade redeneringen waren zeer bezoedelend, ook al klaagden zij over de discipelen, die met ongewassen handen aten.


21 Want van binnen, uit het hart van de mensen, gaan de boze redeneringen uit, prostituties, diefstallen, moorden,
22 overspeligheden, hebzuchten, boosheden, list, wellust, boos oog, lastering, trots, onverstand. [Rom. 1:19-21]
23 Al deze boze °dingen gaan van binnen uit en besmetten de mens."
24 En van daar, opstaand*, ging* Hij weg naar de grenzen van Tyrus en binnengaand* in een huis wilde Hij niet dat iemand het wist*. En Hij was* niet in staat aan hen te ontkomen*. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

24-30

Vergelijk met Mattheüs 15:21-28

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

24

Onze Heer komt nu dichtbij de grenzen van het land. Dit is zeer leerzaam en interessant voor allen die buiten het bereik van de beloften zijn. Tot nu toe had Hij Zijn eigen volk gezegend en proselieten van het Judaïsme. Nu komt Hij in contact met een Griek, een Syro-Foenitische vrouw. Hoe zal Hij handelen in de aanwezigheid van deze buitenlandse? Hij toont niets van de arrogante haat van de Jood, maar staat er op dat zij de plaats inneemt die de profeten toewezen aan de natiën. Ze heeft niet het recht om aan de tafel te zitten of op het voedsel dat er op is. Dit is voor Israel. Onze Heer was een Dienaar van de Besnijdenis (Rom. 15:8). Hij was slechts gezonden naar de verloren schapen van het Huis van Israel. Hij had niets voor deze vreemdelinge. In plaats van haar natie te verdedigen en gelijkheid met de bevoorrechte Joden op te eisen, erkent ze hun voorrang en superioriteit. Maar ze was er tevreden mee dat Zijn zegen zo overvloedig was, dat Israel het niet kon bevatten en een overschot zou achterlaten voor de natiën. Zo verheerlijkte zij God en geloofde ze Zijn woord. Dat is de zegen van de natiën in het koninkrijk.

Zelfs tijdens rondreizende bediening van Paulus, namen de natiën deel aan Israel’s geestelijke zaken. Zij waren schuldenaren(Rom. 15:27). In het millennium zullen ze met en door Israel gezegend worden. Maar nu het geheim van de huidige bedeling van genade onthuld is, zijn we niet langer gasten. Wij zijn geen hondjes, die blij zijn met de kruimeltjes, maar leden van God’s familie(Efe. 2:19). De plaats van de Syro-Foenitische vrouw was veel lager dan die van Israel. De allesoverstijgende rijkdommen van God’s genade die de onze zijn in Christus Jezus, plaatsen ons onmetelijk boven hen. Tijdens de periode van de roeping van Saulus tot aan zijn gevangenneming in Rome, waren de natiën Israel’s gasten, maar geleidelijk, omdat Israel’s voorziening faalde, werd hen hun eigen voedsel gegeven, totdat zij niets meer van Israel nodig hadden.


25 Maar een vrouw, over Hem horend*, van wie haar °dochter een onreine geest had, komend*, valt* neer aan Zijn °voeten.
26 De vrouw nu was Griekse, Syro-Phoenisische van geboorte en zij vroeg Hem dat Hij de demon uit haar °dochter zou werpen*.
27 En Hij zei tot haar: "Laat* eerst de kinderen verzadigd* worden! Want het is niet goed het brood van de kinderen te nemen* en aan de hondjes te werpen*."
28 En zij antwoordt* en zei tot Hem: "Heer! Ook de hondjes onder de tafel eten van de kruimels van de kinderen."
29 En Hij zei* tot haar: "Vanwege dit °woord: Ga heen, de demon is uit jouw °dochter gekomen."
30 En weggaand* naar haar °huis, vond* zij het kleine meisje liggend op de bank en de demon was uitgegaan.
31 En de grenzen van Tyrus weer verlatend*, kwam* Hij via Sidon bij de zee van Galilea, door het midden van de grenzen van Decapolis. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

31-37

Vergelijk met Mattheüs 15:29-31.


32 En zij brengen een doofstomme bij Hem en zij moedigen Hem aan dat Hij de hand op hem zal plaatsen*. [Matt. 9:18] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

32

De ontmoeting met de Griekse vrouw uit Syro-Foenitië doet een fase van koninkrijksdienstbetoon veronderstellen waarin Israel, in de dag van onze Heer, volkomen niet toe in staat was. In de dag van Jahweh zal de wil van de Heer uit gaan van Jeruzalem. Het evangelie zal verkondigd worden in iedere uithoek van de Aarde. De kennis van Jahweh zal de Aarde bedekken zoals water de zee bedekt. Het zal het grootste zendingsprogramma zijn dat de Aarde ooit heeft gezien en het eerste dat volledig succes zal hebben.

Maar de natie Israel was in de dagen van onze Heer niet meer toegerust om het evangelie te verkondigen dan een doofstomme. Zij hoorden Hem zelf niet en zij zouden Zijn boodschap niet verkondigen omdat zij niet konden horen. Dit is de setting die zich voordoet wanneer zij een doofstomme bij de Heer brengen, en Hij hem geneest. De bijzondere wijze van genezen is voor de theologen nogal een mysterie gebleven, die er niets van begrijpen waarom Hij hem niet met een woord geneest, in plaats van Zijn vingers in zijn oren te stoppen en zijn tong aan te raken. Sommigen hebben verondersteld dat slijm een helend middel is! Maar het slijm werd niet op zijn tong gelegd. Er kan maar weinig belang verkregen worden uit Zijn daden, tenzij we hun symboliek interpreteren langs rationele lijnen.

Er zijn drie elementen in hun voorbereiding op de milleniale bediening: Zijn werken, Zijn woorden, Zijn lijden. Zijn werken dringen zichzelf op aan onze aandacht. Dit wordt uitgebeeld door Zijn vingers in de oren van de dove man te stoppen. Zijn woorden worden van betekenis door het slijm dat uit Zijn mond kwam, en, vergezeld door het aanraken van zijn tong, hem in staat stelt te spreken. Hij zal Zijn woorden in hun monden leggen. Zijn kreunen zijn de tekenen van Zijn lijden. Door Hem zal Israel gered worden. En de niet in te perken verkondiging was maar een kleine repetitie van die heerlijke dag, wanneer in ieder land blijde berichten gehoord zullen worden. De Joden zijn de grote zendingsnatie. Ze worden nu geschoold in de grote universiteit van ervaring voor de toekomstige evangelisering van de wereld. Ze zijn gewend aan elk klimaat, bekend met elke taal, thuis in elk land. Onderhouden door het gezag van de Koning der koningen, zullen zij de eerste succesvolle zendingsbeweging ten uitvoer brengen.


33 En hem meenemend*, apart van de menigte, stopt* Hij Zijn °vingers in zijn °oren en spuwend* raakt* Hij zijn tong aan. [Marc. 8:23]
34 En opziende* in de hemel kreunde* Hij en zegt tot hem: "Effata," wat wil zeggen: Wordt geopend*! [Matt. 14:19]
35 En onmiddellijk werd zijn gehoor geopend* en werd de band van zijn °tong losgemaakt*. En hij sprak goed.
36 En Hij waarschuwt* hen, dat niemand iets zal vertellen. Maar hoe meer Hij hen waarschuwde, des te meer verkondigden zij het. [Marc. 1:44] - [Marc. 1:45]
37 En zij werden bovenmate verbaasd, zeggend: "Hij heeft alle dingen goed gedaan. Hij doet ook de doven horen en de stommen spreken."




Terug naar de index.
Naar Marcus 8
   


© www.hetbestenieuws.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.