Dit is een eigen Het Beste Nieuws vertaling van
Marcus
Hoofdstuk 6

   
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst.
Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)



1 En Hij kwam* uit van daar, en Hij komt in Zijn vaderland, en Zijn °discipelen volgen Hem. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1-4

Vergelijk met Mattheüs 13:53-57; Lukas 4:16-30.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1

Bij een vorige gelegenheid (Luk. 4.16) was Hij naar Nazareth gegaan om te spreken, en vond Zijn oude buren en vrienden ronduit vijandig tegenover Hem, zodanig dat zij probeerden Hem van de steile rots te duwen in de buurt waarvan de stad was gebouwd. Destijds wandelde Hij gewoon weg uit hun midden. Nu keert Hij terug.

Zij hebben zonder twijfel van Zijn faam gehoord en verwonderen zich over Zijn wijsheid. Toch is de verdorvenheid van de menselijke aard zodanig dat zij zichzelf er niet toe konden brengen te geloven dat hun stadgenoot en verwant mogelijk de Uitverkorene van God zou kunnen zijn. Dat is zelfs ook het geval met anderen die het woord van God spreken. Geestelijke waarden zijn onder bekenden zeer afgeprijsd.


2 En toen het sabbat was geworden*, begint* Hij te onderwijzen in de synagoge en velen die het horen stonden verbaasd, zeggend: "Van waar haalt deze man deze dingen? En welke °wijsheid is deze gegeven*? En zulke °krachten gebeuren door Zijn °handen! [Joh. 7:15]
3 Is dit niet de timmerman, de zoon van Maria en de broer van Jacobus en van Jozef en van Judas en van Simon, en zijn Zijn °zussen hier niet bij ons?" En zij werden in Hem gevalstrikt. [Joh. 6:42] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

3

Zie Johannes 6:42; Galaten 1:19.

Er is een heerlijk contrast tussen onze Heer, de Dienaar van de Besnijdenis (Rom. 15:8) en Paulus, Zijn dienaar voor de natiën(Rom. 15:16). Christus was een timmerman, die blijvende woonplekken bouwde op Aarde, aangezien de Besnijdenis, die Hij diende, hun aionische verblijfplaats zal hebben op Aarde. Paulus was een tentenmaker, want zij aan wie hij gezonden werd hebben hier beneden geen lotdeel, hooguit een camping, wachtend op hun aionische verblijfplaats in de hemelen. In volkomen harmonie hiermee is het feit dat wij Christus niet naar het vlees kennen. Wij zijn niet met Hem verbonden door lichamelijke banden (zoals de Besnijdenis dat wel is), noch gaan we een andere dan geestelijke band binnen, niet op de Aarde, maar in de hemelen, waarheen we gaan om Hem te ontmoeten. God heeft wijs voorzien dat al deze lichamelijke details tegenhangers zullen zijn van geestelijke waarheden.

Zelfs Paulus’ eigen loopbaan veranderde van een rondreizende bediening naar een die geschreven, geestelijk is.


4 En °Jezus zei tot hen: "Een profeet is niet onteerd dan in zijn °vaderstad en onder zijn verwanten en in zijn °huis." [Joh. 4:44] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

4

Zie Johannes 4:44.


5 En Hij was niet in staat daar een enkele kracht te doen*, anders dan de handen plaatsen* op enkele zieken. Hij geneest* hen. [Marc. 5:22] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

5-6

Vergelijk met Mattheüs 13:58


6 En Hij verbaasde Zich vanwege hun °ongeloof. En Hij ging de dorpen rond, onderwijzend.
7 En Hij roept de twaalf bij Zich en Hij begint* hen te zenden, twee aan twee, en gaf hen gezag over de onreine geesten. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

7-13

Vergelijk met Mattheüs 10:5-15; Lukas 9:1-6.


8 En Hij draagt* hen op dat zij niets voor onderweg zouden meenemen, behalve een staf; geen brood, geen tas, geen koperstukken in de gordel, [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

8

Zie Lukas 22:35

De wijsheid van deze instructies is voor ons in het westen niet duidelijk. Zij gingen naar hun landgenoten in de naburige dorpen, en het zou de beste manier zijn om hun harten te veroveren en hun vertrouwen te winnen door zichzelf helemaal over te leveren aan hun gastvrijheid. Het was een punt van eer om reizigers te ontvangen. De dorpelingen zouden hen allen met blijdschap voorzien van brood; ze moesten niet iets bijeenbrengen door te bedelen, en zelfs kleine sommen geld zouden geweigerd moeten worden voor het soort gastvrijheid dat zij zouden ontvangen. Een extra paar sandalen zou alleen een last zijn, en, omdat zij in dezelfde tuniek sliepen dat zij gedurende de dag droegen, zou één volstaan. Hun belangrijkste uitrusting was het gebrek aan belemmeringen die wij als noodzakelijk beschouwen.


9 maar de zolen ondergebonden hebbend en: "Jullie zullen niet twee tunieken aantrekken."
10 En Hij zei tot hen: "Wanneer jullie zullen binnen gaan* in een huis, blijft daar, totdat jullie eens vandaar zullen vertrekken*. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

10

Ja, de dorpelingen waren zo gastvrij, dat elk het voorrecht wilde hebben om een gast te ontvangen, en er werd zoveel tijd verspild aan nutteloos vermaak, dat elke nieuwe gastheer zou staan op een speciaal teken van gastvrijheid. Daarom beperkte de Heer hen tot een enkel huis in elk dorp. Later vroeg onze Heer hen of er iets tekort was geschoten, en zij antwoordden: “Niets”(Luk. 22:35).


11 En welke plaats ook jullie niet zou ontvangen*, noch jullie zou horen*, ga van daar weg, schudt* de grond van de onderkant van jullie °voeten, tot een getuigenis aan hen." [Hand. 13:51] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

11

Zie Handelingen 13:51; 18:6.


12 En uitgaand* verkondigen* zij, opdat zij zich zouden bekeren.
13 En zij werpen vele demonen uit en zij wreven vele zieken met olie en zij genazen. [Jac. 5:14] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

13

Zie Jacobus 5:14


14 En Herodes, de koning, hoort*, want Zijn °naam werd* bekend, en zij zeiden: "Johannes de Doper is opgewekt geworden uit de doden, en daardoor werken de krachten in hem." [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

14

Vergelijk met Mattheüs 14:1,2; Lukas 9:7-9

Johannes de Doper verrichtte geen wonderen of onverklaarbare zaken. Hij kwam in de geest en kracht van Elia. Als hij nu bekrachtigd was om machtige daden te verrichten zoals Elia deed, dan had Herodes reden gehad om bang te zijn. In dat geval zouden vijftig mannen gezonden zijn om hem te onthoofden en zouden ze bij die poging hun leven verloren hebben. Het was goed voor Herodes dat Johannes geen machtige daden deed, aangezien de Doper niet had geaarzeld hem aan te klagen vanwege zijn zonden, en niet geaarzeld zou hebben hem overeenkomstig te veroordelen. Het schijnt dat Johannes zelf teleurgesteld was in de uitkomst van zijn werk, in het bijzonder dat hij gevangen gezet zou worden door de man die hij aan de kaak gesteld had. Hij was een tussenpersoon tussen de strengheid van de profeet en de genade van Christus.


15 Doch anderen zeiden: "Hij is Elia," doch anderen zeiden: "Een profeet, als een van de profeten." [Matt. 16:14] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

15

Vergelijk met Mattheüs 16:14

Zelfs de discipelen onderscheidden niet Zijn genadevolle geest van Elia’s strenge en vernietigende bediening. Het was dan ook geen wonder dat sommige meenden dat Hij de grootste profeet van hun geschiedenis was.


16 Dit nu horend*, zei °Herodes: "Johannes, die ik onthoofd* heb, deze werd opgewekt*."
17 Want hij, °Herodes, zendend*, houdt* °Johannes gevangen en bindt* hem in de gevangenis, vanwege Herodias, de vrouw van Filippus, zijn °broer, omdat hij haar trouwt*. [Luc. 3:19,20] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

17

Vergelijk met Mattheüs 14:3-5; Lukas 3:19,20.


18 Want °Johannes zei tot °Herodes: "Het is u niet toegestaan de vrouw van uw broer te hebben." [Lev. 18:16] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

18

Het was tegengesteld aan de meest duidelijke inzettingen van de wet om de vrouw van een broer te trouwen (Lev. 18:16; 20:21). Deze Herodes had als bijnaam Antipas, zijnde de zoon van Herodes de Grote en een Samaritaanse vrouw, genaamd Malthace. Eerst trouwde hij met een dochter van Aretas, koning van Arabië, maar hij verstootte haar, wat zorgde voor een oorlog met Aretas. Zijn huwelijk met Herodias, de vrouw van zijn halfbroer Filippus, en kleindochter van Herodes de Grote, bracht de afwijzing van de Doper over hem. Deze vrouw bracht hem zijn ondergang, want zij spoorde hem aan naar Rome te gaan om de titel van koning te verkrijgen, want hij werd alleen uit hoffelijkheid koning genoemd, omdat hij de tetrarch van Galilea en Perea was. In plaats van extra eer te krijgen, verloor hij zijn ambt en werd hij door keizer Caligula naar Gallië[Frankrijk] verbannen, waar hij waarschijnlijk is gestorven.


19 °Herodias nu was boos op hem en wilde hem doden* en was er niet toe in staat,
20 want °Herodes vreesde °Johannes, hem waargenomen hebbend als een rechtvaardig en heilig man, en hij beschermde hem. En hem vaak horend*, stond hij verstomd en hij hoorde hem graag.
21 En toen het een passende dag was geworden*, gaf Herodes voor zijn verjaardag een diner voor zijn °magnaten en voor de belangrijken van °Galilea. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

21

Vergelijk met Mattheüs 14:6-9.

Zie Genesis 40:20.

Dit is een koninklijke scene. De tetrarch en de regering van Galilea zijn aanwezig. Het is hier ongetwijfeld tussen gevoegd om een contrast te leveren voor de terechte Koning Die Zijn helpers rond Zich verzameld had, en Die het koninkrijk van God verkondigde. Herodes verlaagt zich zelfs zo ver, dat hij zijn dochter voor hen laat dansen. Zulk vermaak werd gewoonlijk geleverd door meisjes uit lage klassen, want een zichzelf respecterende vrouw werd niet geacht gezien te worden in een gezelschap mannen. Het dansen bestond voornamelijk uit een serie poses en houdingen die vaak onzedelijk waren. En omdat dit aangenaam was voor de verruwde smaak van zijn gasten, beloofde hij de helft van zijn koninkrijk! Dat koninkrijk kon niet veel waard zijn! En ook de koning zelf was niet veel waard. In plaats van zijn gebied te regeren in rechtvaardigheid, regeerde hij zichzelf door zijn passies en trots. Vanwege zijn bombastisch roemen, is hij bang om te doen wat goed is. Wat een lafaard! Wat een contrast met die ongekroonde Koning Die door zijn gebied wandelt, niet bevlekt, niet bang. Hij levert geen ander vermaak dan de waarheid. Hij trekt aan door Zijn heiligheid. In plaats van een rechtvaardig man op te offeren op het altaar van zijn dwaasheid, wordt Hij het grote Offer voor zondaren.


22 En bij het binnen komen* van haar, Herodias, dochter, doet* zij dansend* °Herodes en de mede-aanliggenden een genoegen. De koning zei* tot het meisje: "Vraag* mij wat je maar zal willen en het zal je gegeven worden."
23 En hij zweert* zeer tegen haar: "Wat je mij ook zal vragen*, ik zal het jou geven, tot de helft van mijn °koninkrijk." [Est. 5:3] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

23

Zie Esther 5:3-6; 7:2.

Dit was slechts een ijdele roem. Hij kon geen afstand doen van maar het kleinste deel van zijn koninkrijk, want hij was een vazal van Rome.


24 En weggaand* zei* zij tot haar °moeder: "Wat zal* ik vragen?" En deze zei*: "Het hoofd van Johannes de Doper."
25 En binnen gaand*, ging zij direct snel naar de koning. Zij vraagt*, zeggend: "Ik wil dat u mij onmiddellijk op een bord het hoofd van Johannes de Doper zal geven*."
26 En de koning wordt* met verdriet geslagen. Vanwege de eden en de aanliggenden wil* hij haar niet afwijzen*.
27 En direct zendt* de koning een lijfwacht en gelast* hem zijn °hoofd te brengen*. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

27-29

Vergelijk met Mattheüs 14:10-12.


28 En weggaand* onthooft* hij hem in de gevangenis en draagt* zijn °hoofd op een bord en geeft* het aan het meisje. En het meisje geeft* het aan haar °moeder.
29 En het horend*, kwamen* zijn °discipelen en nemen* zijn °lijk mee en zij plaatsen* het in een tombe.
30 En de apostelen worden bij °Jezus gebracht en zij berichten* Hem alles wat zij doen* en wat zij onderwijzen*. [Luc. 10:17] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

30

Vergelijk met Lukas 9:10

Aangezien Markus zich in het bijzonder bezig houdt met dienstbetoon, pas het bij het karakter er van enige details te geven die in het bijzonder horen bij het werk van een dienaar. Zij erkenden hun Heer, net als alle goede dienaren behoren te doen, door Hem een volledige verslag te geven van hun daden. Hij, als beloning voor hun werken, stelt rust voor. Hij en zij zouden de menigte verlaten en afzondering en verfrissing te zoeken in de wildernis. Het is van belang deze gedachte te volgen en zien dat, wanneer zij op een afgelegen plaats kwamen, daar ongeveer vijf duizend mannen waren, en in plaats van rust te vinden om te eten, voeden ze de grote menigte; en in plaats van zelf te rusten, rust het volk uit op het gras en bedienen de discipelen hen. De Heer vond rust en verfrissing in het dienen van anderen. Dit neemt ons mee naar de tijd dat het werk van de apostelen voorbij zal zijn en wanneer zij , als goede herders, niet alleen heersen over de stammen van Israel, maar hen leiden naar de groene oases en naar wateren der rust. Zijn mededogen is zo groot dat Hij niet zal weigeren te dienen tot zij allen verzadigd zijn. In die dag zal er maar weinig afhankelijkheid zijn van menselijke voorzieningen en vooruitziende blik. De zegen van God zal de moeizame inspanningen van mensen vervangen. De ordelijkheid van deze scene veronderstelt de aanwezigheid van een regering die perfect functioneert. De gebruikte aantallen brengen de duizend jaren van Zijn heerschappij in gedachten, want er was slechts één brood voor elke duizend mannen. Maar bovenal moeten we opmerken dat het wonder geen last legt op Zijn weldadigheid. Zijn bronnen zijn door de inspanning niet uitgeput. De brokken die overblijven vullen twaalf manden, onvoorstelbaar veel dan de vijf broden waarmee Hij begon. Zo zijn de millenniale zegeningen zeker niet de grens van God’s kracht. Ze zijn slechts een inleiding naar grotere heerlijkheden in de daarop volgende aion, die zal uitlopen op de voleinding aan het einde er van, die de uiteindelijke demonstratie zal zijn van God’s kracht en de onmacht van de mens. Tijdens de aionen zwoegt de mens om te voorzien in wat nodig is, maar zinkt weg in verslagenheid en dood. En het is alleen in de dood dat God, zonder in verlegenheid gebracht te worden, kan handelen bij het helpen van Zijn schepselen, ongehinderd door de activiteiten van Zijn hart.


31 En Hij zegt tot hen: "Gaan jullie zelf in de woeste plaats en rust* een beetje." Want er waren velen die komen en die weggaan en zij hadden nog niet de gelegenheid gehad te eten*. [Marc. 3:20] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

31-39

Vergelijk met Mattheüs 14:13-21; Lukas 9:10-17; Johannes 6:1-13


32 En zij gingen* weg in het schip, op zichzelf, naar een verlaten plaats.
33 En zij zagen hen weggaan* en velen herkenden* hen en zijn renden* daar samen, te voet, uit alle °steden en kwamen* voor hen.
34 En uitgaande* nam* Hij een grote menigte waar en Hij wordt met ontferming over hen bewogen*, omdat zij als schapen waren die geen herder hebben. En Hij begint* hen vele dingen te onderwijzen. [Matt. 9:36] - [Num. 27:17]
35 En toen het uur al ver vorderend raakte*, kwamen* Zijn °discipelen tot Hem en zeiden: "De plaats is woest en het uur al ver gevorderd.
36 Zendt* hen weg, zodat zij, weggaand*, in de omliggende velden en dorpen, voor zichzelf iets zullen kopen* wat zij zullen eten*.
37 Hij nu, antwoordend*, zei* tot hen: "Geven* jullie hen te eten*!" En zij zeggen tot Hem: "Zullen wij weggaan* en voor tweehonderd dinaren broden kopen* en zullen wij hen te eten* geven?"
38 Hij nu zegt tot hen: "Hoeveel broden hebben jullie? Ga! Zie*!" En het wetend* zeggen zij: "Vijf, en twee vissen."
39 En Hij gelast* hen allen te gaan zitten*, groep bij groep, op het groene gras.
40 En zij zitten* neer, in delen van honderd en in delen van vijftig.
41 En de vijf broden nemend* en de twee vissen, zegent* Hij, opkijkend* naar de hemel, en breekt* de broden en gaf ze aan Zijn °discipelen, zodat zij die aan hen voor zullen zetten. En de twee vissen verdeelt* Hij onder allen.
42 En zij aten* allen en zijn verzadigd*.
43 En zij verzamelen* twaalf volle manden brokstukken en van de vissen. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

43

Om volledig het belang van dit teken te kunnen waarderen, moet het vergeleken worden met een soortgelijk teken dat enige tijd later gebeurde. Het cumulatieve contrast kan in een niet accurate vertaling gezien worden, maar wordt direct gezien wanneer opgemerkt wordt dat de aantallen bevestigd worden door de soort “manden” en dat de twaalf manden die over bleven na het voeden van de vijf duizend met vijf broden, “boordevol” waren (Johannes 6:13), terwijl de zeven kleinere mandjes die na het voeden van de vier duizend met zeven broden, gewoon “vol” waren. En toch, na het zien van deze beide tekenen, maken de discipelen zich zorgen omdat zij vergeten hadden brood te halen! Het is voor ons vrijwel onmogelijk te geloven dat God het beste kan werken wanneer de mens het minste doet.


44 En die de broden aten* waren vijfduizend mannen.
45 En direct dringt* Hij Zijn °discipelen in het schip te stappen* en vooruit te gaan naar de overzijde, bij Bethsaida, totdat Hij de menigte wegzendt. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

45-51

Vergelijk met Mattheüs 14:22-33; Johannes 6:14-21.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

45

Er is een nieuw opzetten van de scènes. De scheiding van de discipelen en het beklimmen van een berg voor voorbede bij God beeldt Zijn hemelvaart en priesterlijke bemiddeling voor Israel uit tijdens hun afvalligheid. Hun kwelling bij het roeien komt overeen met de te vrezen benauwdheid van de eindtijd, zoals nog niet is gebeurd, noch ooit weer zal gebeuren. De tegenwind geeft ons de oorzaak van hun kwelling, de vreselijke, maar ongeziene, krachten die zullen proberen hen te vernietigen door de natiën tegen hen op te zetten. Zijn wandelen over de zee symboliseert Zijn controle over de turbulente opwellingen van de mensheid. Wanneer Hij naar hen toe komt gaat de wind liggen. Wanneer Hij naar Israel komt, worden de geestelijke machten gevangen genomen en Satan gebonden. Het is een zegen om in dit wonder een bewijs te zien van Zijn kracht over de wind en de golven. Het is heerlijk Hem op het water te zien wandelen. Maar is het niet veel wonderlijker in dit alles een teken te zien van Zijn veel grotere macht over de opstandige horden van de ongeziene wereld en de golvende massa’s van de mensheid? Wanneer Hij terug komt zal Hij zeker vrede spreken tot de bevende harten van Zijn doodsbange discipelen. Scènes als deze zullen aan Zijn heiligen vertrouwen geven in die vreselijke tijd van ellende, die vandaag op deze Aarde af komt. De krachten van het kwaad dalen op hen neer. Ze kunnen de natiën aanzetten tot nog grotere haat tegen de Jood. Maar zij van Hem die Hem kennen zullen op Hem wachten om op te staan en Zijn schepselen te kalmeren.


46 En van hen afscheid nemend*, ging* Hij weg op de berg, om te bidden*. [Luc. 5:16]
47 En toen het avond werd*, was het schip midden op de zee en Hij alleen op het land.
48 En hen waarnemend*, gekweld wordend door het roeien, want de wind was tegen hen, komt Hij rond de vierde wacht van de nacht tot hen, wandelend op de zee en wilde hen voorbij gaan*.
49 Doch die Hem waarnemen*, wandelend op de zee, menen* dat Hij een spook is en zij schreeuwen* het uit! [Luc. 24:37]
50 Want zij allen namen* Hem waar en werden verontrust*. Hij nu spreekt* direct tot hen en zegt tot hen: "Weest moedig! Ik ben het! Vreest niet!"
51 En Hij stapte* bij hen in het schip en legt* de wind stil. En zij waren onder elkaar zeer bovenmatig verbaasd. [Marc. 4:39]
52 Want zij begrepen* niets van de broden, want hun °hart was verhard. [Matt. 9:20]
53 En overstekend* kwamen* zij aan °land in Gennesaret en leggen* aan. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

53-56

Vergelijk met Mattheüs 14:34-36

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

53

Het meer van Galilea werd zo genoemd aan haar westelijke kust, maar het werd ook Tiberias genoemd, naar de stad van die naam, en Gennesaret, naar de regio aan haar noord-westelijke rand. Josefus is welsprekend in zijn lof over de natuurlijke voordelen van dit deel van Galilea. Hoewel ver onder zeeniveau, schijnt het klimaat zeer gelijkmatig te zijn geweest. Allerlei soorten fruit gedijden in haar vruchtbare grond. Het werd overvloedig bevloeid door rijke bronnen en stroompjes. Doet dit niet denken dat dit een andere profetische vooruitblik is op het koninkrijk, waarin heel de Aarde overvloedig producten van alle goede dingen zal voortbrengen? Hij is van boven gekomen en redde het Zijne van de wind en de zee, net zoals Hij Israel zal redden uit de klauwen van Satan en de natiën. Nu komt de tijd van zegen er aan. Daarom vinden we Hem in het vruchtbare en bloeiende Gennesaret, overal waar Hij gaat weelde en zegen brengend. Inderdaad, blij was dat land, want Hij Die de vrees van Zijn volk had gestild, legt nu Zijn helende hand op hun benauwdheden, een profetie van de dag wanneer de Zon van rechtvaardigheid zal opgaan met genezing in Zijn vleugels (Mal. 4:2). Het minste contact met Zijn mantel brengt redding. De zoom aanraken geeft allen recht deel te nemen aan Zijn voltooide rechtvaardigheid.


54 En toen zij uit het schip kwamen*, herkenden* zij Hem direct.
55 En heel dat *land rond lopend*, begint* men die ziekte hebben aan te dragen op draagbaren, waar zij ook maar hoorden dat Hij was.
56 En waar Hij ook ging, in dorpen of in steden of in velden, plaatsten zij de zieken in de markten en zij smeekten Hem dat zij zelfs maar de zoom van Zijn mantel mochten aanraken*. En die hem aanraakten werden gered.





Terug naar de index.
Naar Marcus 7
   


© www.hetbestenieuws.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.