Dit is een eigen Het Beste Nieuws vertaling van
Marcus
Hoofdstuk 4

   
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst.
Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)


1 En opnieuw begint* Hij te leren bij de zee en een zeer grote menigte wordt bij Hem verzameld, zodat, om te zitten, Hij in een schip stapt*, in de zee. En heel de menigte was op het land, bij de zee. [Luc. 5:1-3] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1-19

Vergelijk met Mattheüs 13:1-9; Lukas 8:4-8.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1

We komen nu bij een duidelijke verandering in de bediening van onze Heer. Hij begint gelijkenissen te gebruiken bij het spreken tot de menigten. Het is een vergissing te veronderstellen dat Hij dit doet om te illustreren en de waarheid te versimpelen. De gelijkenis wordt gebruikt om de waarheid in zo’n verhulde vorm te stellen dat zij die niet geestelijk zijn ze nooit kunnen begrijpen. Zelfs Zijn discipelen konden Zijn gelijkenissen niet begrijpen, totdat Hij ze hen uitlegde.


2 En Hij leerde hen vele dingen in gelijkenissen en zei tot hen in Zijn °onderwijs: [Matt. 13:34]
3 "Hoort! Zie*, de zaaier kwam* uit om te zaaien*. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

3

De gelijkenis van het zaaien is een samenvatting van Zijn bediening tot dusver. Hij Zelf was de Zaaier. De vier klassen waren zij in Israel die Zijn woord hoorden.

De gebruikelijke drie-eenheid van kwaad: Satan, het vlees en de wereld, verhinderen de vruchtbaarheid er van. Slechts één klasse uit de vier, vertegenwoordigd door Zijn discipelen, droeg echt vrucht, en slechts een paar van dezen hadden die in overvloeiende mate. Een boer zou zeggen dat dit een erg slechte oogst was. De verkondiging van het koninkrijk heeft gefaald om het gevolg voort te brengen dat nodig is voor de verwezenlijking er van. `

Zijn wonderen en tekenen krijgen nu een andere klank. Er is vaak uitstel of gevaar, om aan te geven dat het koninkrijk niet langer zo nabij is, en dat het nog wel enige tijd zal duren voor het gevestigd wordt, en dan alleen na lijden van de kant van de discipelen.


4 En het gebeurde* bij het zaaien dat een deel naast de weg valt*, en de vogels kwamen* en aten* het.
5 En ander zaad valt* op de rotsige plaats, waar het niet veel aarde had. En onmiddellijk schiet* het op, omdat er niet genoeg diepte van aarde was.
6 En wanneer de zon opgaat*, wordt het verschroeid* en, omdat het geen wortel heeft, verdroogt* het.
7 En ander zaad valt* in de doornen en de doornen kwamen* op en verstikken* het. En het geeft* geen vrucht.
8 En ander zaad valt* in de goede °aarde en het gaf vrucht, opkomend en opgroeiend. En het ene bracht dertigvoud op, en het andere zestigvoud en het andere honderdvoud."
9 En Hij zei: "Wie oren heeft om te horen, laat hem horen!" [Matt. 11:15] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

9

De formule “die oren heeft om te horen, laat hem horen!” is ook van belang. Hoewel Hij in het openbaar en kennelijk tot allen spreekt, is het verhuld in zulk een taal dat alleen zij die geestelijk waarnemingsvermogen hebben zullen begrijpen wat Hij zegt. De rest hoort het geluid, maar begrijpt niet de betekenis. Gelijkenissen zijn puzzels die alleen zij die de sleutel hebben kunnen oplossen.


10 En toen Hij alleen was*, vroegen die met Hem waren, samen met de twaalf, over de gelijkenissen. [Matt. 15:15] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

10-13

Vergelijk met Mattheüs 13:10-17; Lukas 8:9-10.


11 En Hij zei tot hen: "Aan jullie werd het geheim van het koninkrijk van °God gegeven, doch aan die buiten zijn gebeurt het allemaal in gelijkenissen, [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

11

Het koninkrijk van God was voorzegd en getypeerd in hun heilige Schrift, maar nu de Heer een fase van hun geschiedenis ontvouwt die onbekend was bij de profeten, is het geen geheim, in de zin van iets mysterieus of onverklaarbaars, maar slechts een geheim dat gemakkelijk te begrijpen is zodra we er in zijn ingewijd. De discipelen beeldden zich in dat de verkondiging van de Heer over het koninkrijk zou voortgaan tot Hij de steun zou verkrijgen van de bevolking en dan de soevereiniteit voor Zichzelf zou opeisen. Hij kon niet doorgaan met het verkondigen van het koninkrijk en tegelijkertijd openlijk leren dat de verkondiging afgewezen zou worden; daarom brengt Hij dit belangrijke feit over aan Zijn discipelen en aan zij die voldoende geestelijk zijn om het te verstaan, maar verhult Hij het voor de menigte door in gelijkenissen te spreken.


12 opdat ziende zij zullen zien, maar niet waarnemen*, en horend zullen zij horen en zullen niet begrijpen, opdat zij zich niet op enige tijd zouden bekeren* en het hen vergeven* zal worden." [Jes. 6:9,10] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

12

Het kan niet vaak genoeg herhaald worden dat gelijkenissen niet door onze Heer gebruikt werden bij het brengen van het evangelie opdat zij vergeving van zonden zouden ontvangen, maar voor precies het tegendeel. Hij sprak in gelijkenissen, anders zou de straf voor hun zonden vergeven worden. Het is geen evangelie, maar oordeel. Dit toepassen op het evangelie voor deze dag van genade is geheel tegengesteld aan de geest van de verzoening die we zouden moeten onderwijzen (2Kor. 5.19). We proberen mensen er van te verzekeren dat God hen hun overtredingen niet toerekent. Wij verhullen onze boodschap niet in beelden die zij niet kunnen begrijpen. De Geest van God heeft ons nadrukkelijk gezegd, niet in verhulde beelden, dat deze bedeling zal eindigen in afval (1Tim. 4.1).


13 En Hij zegt tot hen: "Hebben jullie niet deze °gelijkenis waargenomen? En hoe zullen jullie al de gelijkenissen kennen? [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

13

De twaalf apostelen zelf namen het belang van de gelijkenis niet waar, daarom legt Hij hen de symbolen er van uit. Ieder detail van het plaatje dat Hij schildert was hen allen zeer goed bekend. In het oosten zijn er geen afscheidingen en de wegen gaan dwars door de velden of het graan. Er is maar één Zaaier, de Heer Zelf. Het beeld is belangrijk, want het stelt het koninkrijk uit tot de oogst. Hij was niet aan het oogsten, zoals de apostelen meenden. Het einde is nog ver weg. Tegen die tijd zullen drie klassen die het woord gehoord hebben geen vrucht dragen. Het is oude koninkrijksrefrein: zij die volharden tot de voleinding zullen gered worden.


14 De zaaier zaait het woord. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

14-20

Vergelijk met Mattheüs 13:18-23; Lukas 8:11-15.


15 Dezen nu zijn die naast de weg zijn, waar het woord wordt gezaaid. En wanneer zij zouden horen*, komt direct de Satan en neemt het gezaaide woord in zich.
16 En dezen zijn die, op gelijke wijze, op de rotsige plaatsen gezaaid zijn, die, wanneer zij het woord zouden horen*, zij het direct met vreugde ontvangen.
17 En zij hebben geen wortel in zichzelf, maar zijn tijdelijk. Daarna, bij het komen* van verdrukking of vervolging vanwege het woord, worden zij gevalstrikt.
18 En anderen zijn die welke in de doornen worden gezaaid. Dezen zijn die het woord horen*,
19 en de zorgen van de aion en de verleiding van de rijkdom en het verlangen naar het andere, ingaande, verstikken het woord en het wordt vruchteloos. [Matt. 19:23,24]
20 En dezen zijn die in de goede aarde gezaaid* werden, die het woord horen en het beamen en vrucht voortbrengen, een dertigvoud en een zestigvoud en een honderdvoud."
21 En Hij zei tot hen: "De lamp zal toch niet onder de korenmaat worden geplaatst* of onder het bed? Zal hij niet op de lampstandaard worden geplaatst*? [Matt. 5:15] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

21-23

Vergelijk met Mattheüs 5:14-16: Lukas 8:16,17; 11:33.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

21

Het is duidelijk dat het licht dat Hij hen zojuist heeft gegeven, die lamp is waarvan Hij spreekt. Hij wilde niet dat zij het licht verborgen onder tevredenheid of luiheid, die verondersteld worden onder het beeld van een maat of ligbank. Het zou voor hen erg fijn zijn de maat te genieten die aan hen was gegeven en te rusten in de verlichting die aan hen was geschonken, maar dat is niet het doel waarvoor Hij hen het licht had gegeven.


22 Want niets is verborgen dat niet bekend zal worden*, noch werd* het verzwegen, maar dat het in de bekendheid zal komen*. [Matt. 10:26]
23 Indien iemand oren heeft om te horen, laat hem horen!"
24 En Hij zei tot hen: "Zie toe op wat jullie horen! Met de maat waarmee jullie meten, zal het jullie gemeten worden en het zal jullie toegevoegd worden. [Matt. 7:2] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

24-25

Vergelijk met Lukas 8:18;

Zie Mattheüs 7:2; Lukas 6:38; 19:26.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

24

In deze gelijkenis gaat Hij voort op de vorige gedachte over de maat. Als zij uitdelen aan anderen wat zij ontvingen, zal hun eigen maat vergroot worden. Geestelijke zegeningen nemen, in tegenstelling tot de lichamelijke, nemen toe naar mate ze uitgedeeld worden.


25 Want wie heeft, het zal hem gegeven worden, en wie niet heeft, ook wat hij heeft zal van hem weggenomen worden." [Matt. 13:12] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

25

Deze raadselachtige verklaring kan alleen verstaan worden in het licht van de omstandigheden waarin deze werd uitgesproken. Zij die geestelijke zegen van Christus hadden ontvangen zouden meer ontvangen; zij die niets ontvingen zouden zelfs de lichamelijke voorrechten verliezen die ze als Joden hadden.


26 En Hij zei: "Zo is het koninkrijk van °God: als een mens die het zaad zou werpen* op het land, [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

26

Hier hebben ze een zelfs nog meer raadselachtige hint dat het koninkrijk niet onmiddellijk zou komen, maar door een geleidelijk proces als dat van het groeien van graan. Later in Zijn bediening stelt Hij de oogst uit tot de afsluiting van de aion(Matt. 13:39). De discipelen wilden snel hun sikkels in het graan slaan, terwijl het nog niet rijp was. Zelfs na Zijn opstanding, toen het graan in de aar was, liet de Pinkstertijd zien dat het nog niet rijp was. De korrels zullen niet vol zijn tot de eindtijd.


27 en hij zal dommelen en gewekt worden, nacht en dag, en het zaad zal ontkiemen en lang worden, zoals hij niet waargenomen heeft.
28 Spontaan draagt het land vrucht, eerst het blad, daarna de aar, daarna het volle graan in de aar.
29 Wanneer nu de vrucht los zal laten*, zendt hij direct de sikkel, want de oogst is daar."
30 En Hij zei: "Hoe zullen wij het koninkrijk van °God vergelijken*? Of in welke gelijkenis zullen wij haar plaatsen*? [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

30-32

Vergelijk met Mattheüs 13:31; Lukas 13:18,19.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

30

Gewoonlijk neemt wilde mosterd niet zulke afmetingen aan, maar onder gunstige omstandigheden kan het heel goed tot een boom uitgroeien. Het was het kleinste zaad dat door een boer werd gezaaid en werd het grootste van al zijn tuinkruiden. Deze snelle groei staat geheel tegengesteld aan de voorgaande gelijkenis en de sterke mosterd is geen voedsel, zoals het graan. De vliegende schepselen van de hemel hebben een sinister belang, geïnterpreteerd als Satan in de gelijkenis van het zaaien. Is dit niet een voorzegging van die valse premature fase van het koninkrijk, waarover gesproken wordt onder het beeld van het grote Babylon?


31 Het is als een mosterdzaadje, dat, wanneer het gezaaid* zal worden op het land, kleiner is dan al de zaden die op de Aarde zijn,
32 en wanneer het gezaaid* zal zijn, komt het op en wordt het groter dan alle °kruiden en maakt grote takken, zodat onder haar °schaduw de vogels van de hemel in staat zijn te nestelen." [Eze. 31:6]
33 En Hij sprak het woord tot hen in veel van zulke gelijkenissen, naarmate zij in staat waren te horen. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

33-34

Vergelijk met Mattheüs 13:34,35


34 En buiten gelijkenissen om sprak Hij niet tot hen. Doch aan Zijn °eigen discipelen legde Hij alles uit.
35 En Hij zegt tot hen in die dag, toen het avond werd*: "Laten wij doorgaan* naar de overzijde." [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

35-41

Vergelijk met Mattheüs 8:18-27; Lukas 2:22-25.


36 En de menigte verlatend*, nemen zij Hem mee zoals Hij was, in het schip. En andere schepen waren bij Hem.
37 En er kwam een grote wind, storm, en de golven sloegen in het schip, zodat het schip al tot aan de rand gevuld werd. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

37

Het meer van Galilea is onderhevig aan plotselinge windvlagen, wanneer de wind neerdaalt van de bergen in het oosten. In korte tijd verandert het van een rustig, spiegelglad oppervlak in een opspringende, kokend ketel, waarin een klein schip nauwelijks kan overleven. Er moet een schitterende kalmte zijn geweest in Zijn hart, anders zou Hij gewekt zijn geworden door het stampen van het schip, of tenminste verstoord zijn geworden door de angst van Zijn discipelen. Geen gewoon mens had in zo’n gevaar zijn kalmte bewaard. En hoe dwaas is het voor een sterveling om de wind te bestraffen en tegen de zee te praten! Maar de wind en de zee gehoorzaamden Zijn wil!

Opnieuw hebben we een beeld van de loopbaan van het koninkrijk, nu de verkondiging er van niet ontvangen werd. De zee spreekt van de natiën (Openb. 17:15), de storm van de tijd van de grote verdrukking, de wind van de geestelijke machten die de natiën op zullen poken in de eindtijd om het volk van het koninkrijk te vervolgen en vernietigen. Wanneer Hij komt om Zijn heiligen te redden, zal Hij tot hen zeggen: “Weest stil!”. En er zal een millenniale rust zijn.


38 En Hij was in het achterschip, op het hoofdkussen, dommelend. En zij wekken Hem en zeggen tot Hem: "Meester, is het U geen zorg dat wij vergaan?"
39 En gewekt* zijnde berispt* Hij de wind en zei* tot de zee: "Zwijg! Wees stil!" En de wind gaat liggen* en er kwam* een grote stilte.
40 En Hij zei tot hen: "Waarom zijn jullie bevreesd? Hebben jullie geen geloof?"
41 En zij werden* bang, met grote vrees, en zij zeiden tot elkaar: "Wie toch is Deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaamt?"




Terug naar de index.
Naar Marcus 5
   


© www.hetbestenieuws.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.