|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 En weer binnenkomend* in Capernaüm tijdens deze dagen, wordt gehoord* dat Hij in een huis is.
[Commentaar]
2 En velen werden bijeen gebracht*, zodat er in het geheel geen ruimte meer was, zelfs niet bij de deur. En Hij sprak het woord tot hen.
3 En zij komen, een verlamde tot Hem brengend, gedragen door vier mannen.
4 En niet in staat zijnde hem tot Hem te dragen*, vanwege de menigte, openen* zij het dak waar Hij was. En het uitgravend*, laten zij de draagbaar zakken waarop de verlamde was gelegd.
[Commentaar]
5 En °Jezus, hun °geloof waarnemend*, zegt tot de verlamde: "Kind, jouw °zonden worden vergeven."
[Luc. 7:48]
6 Nu waren daar enkele van de Schriftgeleerden, zittend, en redenerend in hun °harten.
7 "Wat is deze man, dat Hij zo spreekt? Hij lastert God! Wie is in staat zonden te vergeven, dan Één: °God?"
[Psalm 103:3]
[Commentaar]
8 En direct herkent* °Jezus, in Zijn geest, dat zij zo in zichzelf redeneren. Hij zegt tot hen: "Waarom redeneren jullie deze dingen in jullie °harten?
9 Wat is gemakkelijker? Tot de verlamde te zeggen*: 'Jouw °zonden zijn vergeven,' of te zeggen*: 'Sta op en til* je °draagbaar op en wandel'?
10 Nu, opdat jullie zullen waarnemen dat de Zoon van de mens gezag heeft zonden te vergeven op de Aarde (Hij spreekt tot de verlamde:)
[Commentaar]
11 'Tot jou zeg Ik: 'Sta op, til* je °draagbaar op en ga heen, naar jouw huis!'"
12 En hij werd opgericht* en tilt* direct de draagbaar op. Hij kwam* naar buiten voor de ogen van allen, zodat allen verbaasd zijn en °God verheerlijken, zeggend: "Zoiets namen* wij nooit waar!"
[Matt. 9:33]
13 En Hij kwam* opnieuw bij de zee en heel de menigte kwam tot Hem en Hij onderwees hen.
[Commentaar]
14 En voorbijgaand nam Hij Levi waar, de zoon van Alpheüs, zittend op het tolhuis. En Hij zegt tot hem: "Volg Mij!" En opstaande* volgt* hij Hem.
[Matt. 8:22] -
[Matt. 4:20]
[Commentaar]
15 En het gebeurde dat Hij aanlag in zijn °huis. En vele tollenaars en zondaren lagen aan, samen met °Jezus en Zijn °discipelen, want zij waren velen en zij volgden Hem.
16 En de Schriftgeleerden en de Farizeeën, waarnemend* dat Hij met de zondaren en de tollenaren eet, zeiden tot Zijn °discipelen: "Hij eet met de tollenaars en de zondaren!"
[Matt. 11:19]
17 En het horend*, zei °Jezus tot hen: "De sterken hebben de genezer niet nodig, maar die een ziekte hebben. Ik kwam* niet om rechtvaardigen te roepen*, maar zondaren."
18 En de discipelen van Johannes en de Farizeeën waren aan het vasten en zij komen en zeggen tot Hem: "Waarom vasten de discipelen van Johannes en de discipelen van de Farizeeën, en vasten Uw °discipelen niet?"
[Commentaar]
[Commentaar]
19 En °Jezus zei* tot hen: "De zonen van de bruidskamer kunnen niet vasten, terwijl de bruidegom bij hen is. Zolang zij de bruidegom bij zich hebben, kunnen zij niet vasten.
20 Doch dagen zullen komen, wanneer de bruidegom van hen weggenomen* zal worden en dan zullen zij in die dag vasten.
21 Niemand naait een stuk niet-gekrompen stof op een oude mantel. Doch indien niet het vullende er van wordt weggenomen, het nieuwe van het oude, wordt de scheur niet erger?
[Commentaar]
22 En niemand tapt jonge wijn in oude wijnzakken. Doch indien wel, de wijn zal de wijnzakken doen barsten en de wijn en de wijnzakken zijn verloren. Maar jonge wijn hoort in nieuwe wijnzakken."
23 En het gebeurde* op de sabbatten dat Hij door het gezaaide ging en Zijn °discipelen beginnen* een pad te maken, de aren plukkend.
[Deut. 23:25]
[Commentaar]
[Commentaar]
24 En de Farizeeën zeiden tot Hem: "Zie*! Waarom doen zij op de sabbatten wat niet is toegestaan?"
25 En Hij zegt tot hen: "Lazen* jullie nooit wat David doet*, toen hij nood had en die met hem hongerden*?
[1Sam. 21:1-6]
[Commentaar]
26 Hoe hij het huis van °God binnen ging* onder Abiathar, de hogepriester en de broden van de voorplaatsing at*, die niet toegestaan zijn te eten* dan alleen door de priesters en hij geeft* ook aan die samen met hem zijn?"
[2Sam. 15:35] -
[Lev. 24:5-9]
[Commentaar]
27 En Hij zei tot hen: "De sabbat kwam* vanwege de mens en niet de mens vanwege de sabbat,
28 daarom is de Zoon van de mens ook Heer van de sabbat."
Terug naar de index.
Naar Marcus 3
|
|