Dit is een eigen Het Beste Nieuws vertaling van
Marcus
Hoofdstuk 2

   
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst.
Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)


1 En weer binnenkomend* in Capernaüm tijdens deze dagen, wordt gehoord* dat Hij in een huis is. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1-12

Vergelijk met Mattheüs 9:1-8; Lukas 5:17-26.


2 En velen werden bijeen gebracht*, zodat er in het geheel geen ruimte meer was, zelfs niet bij de deur. En Hij sprak het woord tot hen.
3 En zij komen, een verlamde tot Hem brengend, gedragen door vier mannen.
4 En niet in staat zijnde hem tot Hem te dragen*, vanwege de menigte, openen* zij het dak waar Hij was. En het uitgravend*, laten zij de draagbaar zakken waarop de verlamde was gelegd. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

4

Oosterse huizen hebben platte daken met kantelen, gemakkelijk toegankelijk vanaf de begane grond, en een plek voor ontspanning, in het bijzonder ’s avonds. Het dak was gewoonlijk bedekt met een behoorlijk dikke laag aarde, gelegd op een houten ondersteuning. Dit alles kon eenvoudig vervangen worden. Het punt van dit verhaal schijnt te liggen in het contrast tussen de fysieke zwakheid van de verlamde en de uitwerking van geloof. Een sterke man was mogelijk niet in staat geweest zich een weg naar binnen te forceren naar de plek waar de Heer aanwezig was, maar het geloof van zijn vrienden is voldoende om hem naar een zeer gunstige audiëntie met de Heer te brengen. In reactie hierop schijnt de Heer voorbij te gaan aan de zwakte van zijn lichamelijk gestel, en stelt een zegen voor die overeenkomt met hun geloof. Tot dan had Hij zij macht over demonen en ziekte bewezen; nu verklaart Hij eerst de vergeving van zonden. De Schriftgeleerden zijn er snel bij om deze vooruitgang te noteren. Ze hadden het belang van Zijn macht over de geesten of over de ziekten van de mensheid nog niet begrepen en zij zagen niet dat zij noodzakelijkerwijze betrokken waren bij de werking van God’s geest, anders zouden zij voorbereid zijn geweest op de volgende stap: de vergeving van zonden. Het is niet voldoende Satan te binden en alle ziekte te verwijderen, om het millennium te vestigen. Zonde moet ook bij de bron aangepakt worden. Zolang de zonde de mens van God scheidt, kan het koninkrijk van God niet komen.


5 En °Jezus, hun °geloof waarnemend*, zegt tot de verlamde: "Kind, jouw °zonden worden vergeven." [Luc. 7:48]
6 Nu waren daar enkele van de Schriftgeleerden, zittend, en redenerend in hun °harten.
7 "Wat is deze man, dat Hij zo spreekt? Hij lastert God! Wie is in staat zonden te vergeven, dan Één: °God?" [Psalm 103:3] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

7

Zie Jesaja 43:25.


8 En direct herkent* °Jezus, in Zijn geest, dat zij zo in zichzelf redeneren. Hij zegt tot hen: "Waarom redeneren jullie deze dingen in jullie °harten?
9 Wat is gemakkelijker? Tot de verlamde te zeggen*: 'Jouw °zonden zijn vergeven,' of te zeggen*: 'Sta op en til* je °draagbaar op en wandel'?
10 Nu, opdat jullie zullen waarnemen dat de Zoon van de mens gezag heeft zonden te vergeven op de Aarde (Hij spreekt tot de verlamde:) [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

10

Daarom kondigt de Heer Zijn gezag aan, als de Zoon van de Mensheid, om zonden te vergeven. Zonde verlamt. Het beste teken dat Hij kan aanbieden van Zijnmacht om zonden te vergeven is het verwijderen van lichamelijke verlamming, die de Schriftgeleerden met hun lichamelijke ogen kunnen zien, en zo, indien mogelijk, hun geestelijke ogen openen voor de vergeving van zonden. Het was dan ook geen wonder dat allen verbaasd stonden en God verheerlijkten, want zij hadden niet eerder iets als dit waargenomen. Laten we wel opmerken dat de vergeving van zonden volgde op het geloof van de verlamde.


11 'Tot jou zeg Ik: 'Sta op, til* je °draagbaar op en ga heen, naar jouw huis!'"
12 En hij werd opgericht* en tilt* direct de draagbaar op. Hij kwam* naar buiten voor de ogen van allen, zodat allen verbaasd zijn en °God verheerlijken, zeggend: "Zoiets namen* wij nooit waar!" [Matt. 9:33]
13 En Hij kwam* opnieuw bij de zee en heel de menigte kwam tot Hem en Hij onderwees hen. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

13-17

Vergelijk met Mattheüs 9:9-13; Lukas 5:27-32.


14 En voorbijgaand nam Hij Levi waar, de zoon van Alpheüs, zittend op het tolhuis. En Hij zegt tot hem: "Volg Mij!" En opstaande* volgt* hij Hem. [Matt. 8:22] - [Matt. 4:20] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

14

De eerder gekozen apostelen, Petrus en Andreas, Jacobus en Johannes, waren gewone vissers. Nadat nu de vergeving van zonden voor het eerst is verkondigd, gaat onze Heer lager op de sociale schaal en kiest Hij Levi Alfeüs, die gewoonlijk Mattheüs wordt genoemd, een belastinginzamelaar voor de Romeinse regering. Patriottische, respectabele burgers zouden geen contact met hem of zijn soort willen hebben, daarom is hij gedwongen bevriend te zijn met zondaren. Het is voor ons onmogelijk de intense afkeer in te denken van de Joden voor hen van hun eigen natie die zichzelf verlaagden door belasting te innen van hun medeburgers voor de Romeinse macht die hen onderdrukte. Trouwens, onder deze omstandigheden zou geen patriottische en zichzelf respecterende Jood dit werk doen, zodat, als een klasse, ze totaal verachtelijk waren, hoewel hun afpersingsmethoden hen welgesteld maakten. Hun enige motief voor omgang met beledigende bezetting was lage geldzucht.

De keus voor Levi en het daaropvolgende feest is een wel overwogen inspanning van de kant van onze Heer om geleidelijk de grote waarheid te introduceren dat de natie meer een Offer dan een koning nodig had. Voor het religieuze hart was Zijn aankondiging, dat Hij kwam om zondaren te roepen, niet de rechtvaardigen, niet te begrijpen. Alleen de rechtvaardigen zullen een plaats in het koninkrijk hebben, naar de profeten. Zondaren zullen vernietigd worden in de oordelen die er aan vooraf gaan. Maar de Heer scheen het tegendeel te onderwijzen. Hij probeert hun harten te openen om dit zien door zonde met ziekte te vergelijken. Hij was niet nodig voor de sterken. Aan de kant van hen die zichzelf rechtvaardig vinden is er geen bewust verlangen voor de vergeving van zonden. Het koninkrijk zal pas komen als de hele natie heeft geleerd te zeggen:

“Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de Here heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen.”
(Jes. 53:6;NBG)

15 En het gebeurde dat Hij aanlag in zijn °huis. En vele tollenaars en zondaren lagen aan, samen met °Jezus en Zijn °discipelen, want zij waren velen en zij volgden Hem.
16 En de Schriftgeleerden en de Farizeeën, waarnemend* dat Hij met de zondaren en de tollenaren eet, zeiden tot Zijn °discipelen: "Hij eet met de tollenaars en de zondaren!" [Matt. 11:19]
17 En het horend*, zei °Jezus tot hen: "De sterken hebben de genezer niet nodig, maar die een ziekte hebben. Ik kwam* niet om rechtvaardigen te roepen*, maar zondaren."
18 En de discipelen van Johannes en de Farizeeën waren aan het vasten en zij komen en zeggen tot Hem: "Waarom vasten de discipelen van Johannes en de discipelen van de Farizeeën, en vasten Uw °discipelen niet?" [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

18-22

Vergelijk met Mattheüs 9:14-17; Lukas 5:33-39.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

18

De algemene indruk dat Johannes’ bediening dezelfde in geest en methode was als die van onze Heer, heeft geen grond in de Schrift. Het was goed voor zijn discipelen om honger te hebben, maar het was zeer ongepast voor de discipelen van onze Heer om te vasten terwijl Hij bij hen was. Johannes kwam in de geest en kracht van Elia (Luk. 1.17), maar de Heer kwam niet in de geest van Elia(Luk. 9:54).


19 En °Jezus zei* tot hen: "De zonen van de bruidskamer kunnen niet vasten, terwijl de bruidegom bij hen is. Zolang zij de bruidegom bij zich hebben, kunnen zij niet vasten.
20 Doch dagen zullen komen, wanneer de bruidegom van hen weggenomen* zal worden en dan zullen zij in die dag vasten.
21 Niemand naait een stuk niet-gekrompen stof op een oude mantel. Doch indien niet het vullende er van wordt weggenomen, het nieuwe van het oude, wordt de scheur niet erger? [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

21

Dit wordt gebruikt om het verschil tussen Johannes’ bediening en die van onze Heer te benadrukken. Maar het kan met veel meer kracht gebruikt worden voor de nutteloosheid van het proberen de waarheid voor het heden te combineren met die van het verleden.


22 En niemand tapt jonge wijn in oude wijnzakken. Doch indien wel, de wijn zal de wijnzakken doen barsten en de wijn en de wijnzakken zijn verloren. Maar jonge wijn hoort in nieuwe wijnzakken."
23 En het gebeurde* op de sabbatten dat Hij door het gezaaide ging en Zijn °discipelen beginnen* een pad te maken, de aren plukkend. [Deut. 23:25] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

23-28

Vergelijk met Mattheüs 12:1-8: Lukas 6:1-5

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

23

In de wet stond geschreven: “Wanneer jij komt in het opgeschoten graan van jouw naaste, dan zal jij een beetje in jouw hand plukken, maar jij zal geen zeis het opgeschoten graan van jouw naast doen maaien” (Deut. 23:25;HBN). De discipelen hadden het volste recht het graan te plukken en er van te eten. Waar de Farizeeën bezwaar tegen hadden was dat zij dit werk op de sabbat deden. Zij hadden ontelbare traditionele bijwetten over wat wel of niet gedaan kon worden op een sabbat, deze tot een dag van terughouding makend in plaats van rust. De sabbat is er ten gunste van de mens, niet de mens ten gunste van de sabbat. De Zoon van de Mensheid is Heer van de sabbat.


24 En de Farizeeën zeiden tot Hem: "Zie*! Waarom doen zij op de sabbatten wat niet is toegestaan?"
25 En Hij zegt tot hen: "Lazen* jullie nooit wat David doet*, toen hij nood had en die met hem hongerden*? [1Sam. 21:1-6] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

25

Zie 1 Samuël 21:1-6.

Het is opmerkelijk hoe weinig de letter van de wet werd waargenomen in de aanwezigheid van God. De priesters in het heiligdom ontheiligen de sabbat door hun bedieningen, en zijn toch foutloos (Matt. 12:5).

David nam het toonbrood, vers uit de heilige plaats. Dit alles maakt duidelijk dat de wet niet bedoeld was voor hen in Zijn aanwezigheid. Ze was niet bedoeld voor de rechtvaardigen, maar voor zondaren. Nu staan de Farizeeën in de aanwezigheid van de Heer van de tempel en de Heer van de sabbat. Het zijn zij die fout zijn met hun onbeschaamde import van de wet in het gebied van de levende tempel van Jahweh.


26 Hoe hij het huis van °God binnen ging* onder Abiathar, de hogepriester en de broden van de voorplaatsing at*, die niet toegestaan zijn te eten* dan alleen door de priesters en hij geeft* ook aan die samen met hem zijn?" [2Sam. 15:35] - [Lev. 24:5-9] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

26

Zie Leviticus 24:5-9.


27 En Hij zei tot hen: "De sabbat kwam* vanwege de mens en niet de mens vanwege de sabbat,
28 daarom is de Zoon van de mens ook Heer van de sabbat."




Terug naar de index.
Naar Marcus 3
   


© www.hetbestenieuws.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.