Dit is een eigen Het Beste Nieuws vertaling van
Marcus
Hoofdstuk 15

   
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst.
Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)


1 En direct in de morgen houden* de overpriesters met de oudsten en de Schriftgeleerden en heel het Sanhedrin beraad. °Jezus bindend* brengen* zij Hem weg en dragen* Hem over aan °Pilatus. [Marc. 8:31] - [Luc. 22:66] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1-8

Vergelijk met Mattheüs 27:1,2; 11,12; Lukas 23:1-17; Johannes 18:28-39;

Zie Psalm 2.2.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1

Het Sanhedrin had alleen in religieuze zaken rechtsgezag. Zij hadden niet de macht van de dood. Dat was voorbehouden aan de burgerlijke gezaghebbers. Daarom was het nodig om Pilatus’ veroordeling veilig te stelen om Hem zo te kunnen executeren. De stadhouder was niet geïnteresseerd in hun religieuze geschillen. Zijn enige zorg was de staat te bewaken. Daarom ging zijn eerste vraag over Zijn koninklijke voornemens. Christus ontkent niet dat Hij een koning is. In het verslag van Johannes wordt ons verteld dat Hij aan Pilatus uitlegde dat, op dat moment, Zijn koninkrijk niet van deze wereld was en dat Zijn afgevaardigden niet zouden vechten (Joh. 18:36). Dat was alles wat Pilatus wilde weten. Als Christus geen geweld aan het plannen was, was Hij geen gevaar voor de Romeinse macht. Bovendien: toen de Heer Pilatus rustig zei dat hij geen gezag over Hem had, behalve dat wat hem van boven was gegeven (Joh. 19:11), nam Hij praktisch de scepter uit zijn hand en neemt Hij Zelf de regering over. De verachte Gevangene is koninklijk, subliem; de kruiperige stadhouder is niet veel meer dan een politieke pion.


2 En °Pilatus ondervraagt* Hem. "Bent u de koning van de Joden?" Hij nu, hem antwoordend*, zegt: "U zegt het!"
3 En de overpriesters beschuldigden Hem van vele dingen.
4 °Pilatus nu ondervraagt Hem opnieuw, zeggend: "U antwoordt op niets. Zie* van hoeveel dingen zij u beschuldigen!"
5 En °Jezus antwoordde* niet langer op iets, zodat °Pilatus zich verbaasde. [Jes. 53:7] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

5

Zie Jesaja 53:7


6 In verband met het feest liet hij voor hen een gevangene los, wie zij ook vroegen.
7 Nu was er een genaamd Bar-Abbas, gevangen genomen met de opstandelingen, die in de opstand een moord had gepleegd. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

7

Bar-Abbas, wat “zoon van de vader” betekent, had de politieke misdaad tegen de Romeinse regering begaan die zij probeerden aan de Heer te verbinden. Hij was een moordenaar. De Heer was een levengever. Maar omdat hij de zoon van hun vader, de Lasteraar, was(Joh. 8:44), gaven zij de voorkeur aan hem boven de Geliefde Zoon van God. Het schijnt echter dat het volk een andere keus gemaakt zou hebben als zij niet opgejut zouden zijn door de priesters. Zo kunnen we de kruisiging van Christus terug leiden met verschillende graden van verantwoordelijkheid: via Pilatus, de sterke stadhouder, die zwakjes toegaf aan het volk dat misleid was door de priesters, die weer gecontroleerd waren door Satan, die het doel van God aan het uitwerken was; en geen van hen had enig verlangen om Zijn wil te doen, en toch werden allen gedreven door motieven waarvan zij zich niet bewust waren, om te doen wat Hij heeft besloten dat gedaan zal worden.


8 En opdringend* begint* de menigte te vragen, zoals hij altijd met hen deed.
9 °Pilatus nu antwoordde* hen, zeggend: "Willen jullie dat ik de koning van de Joden zou loslaten*?" [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

9-15

Vergelijk met Mattheüs 27:17-26; Lukas 23:16-25; Johannes 18:39.


10 Want hij wist dat de overpriesters Hem uit nijd hadden overgedragen.
11 Doch de overpriesters jutten* de menigte op dat hij liever Bar-Abbas aan hen los zou laten*. [Hand. 3:14] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

11

Vergelijk met Johannes 18:40.

Zie Handelingen 3:14.


12 °Pilatus nu, opnieuw antwoordend*, zei tot hen: "Wat dan willen jullie dat ik zal doen* met die jullie de koning van de Joden noemen?" [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

12

Vergeleken met de kwaadaardige haat van de priesters, is Pilatus’ zwakke toegeven aan de wil van het volk slechts afkeurenswaardig. Ja, zij moeten er aan tegengesteld worden, want Pilatus, in zijn onwetendheid, was zeer onder de indruk van wat Christus zei en probeerde Hem vrij te laten. De priesters, van wie het hele leven toegewijd was aan het bestuderen van Gods wet, waren blind voor de eenvoudigste aanwijzingen voor Zijn Messiasschap. Pilatus verwonderde zich er over dat Hij de priesters niet antwoordde. Zij hadden Hem moeten kennen aan Zijn stilte, ook al hadden ze geen oren naar Zijn woorden, want de profeet Jesaja had voorzegd (Jes. 53:7; SV):

“Als dezelve geëist werd, toen werd Hij verdrukt;
doch Hij deed Zijn mond niet open;
als een lam werd Hij ter slachting geleid,
en als een schaap, dat stom is voor het aangezicht zijner scheerders,
alzo deed Hij Zijn mond niet open.”

Zijn stilte voor de dove leiders van de religie werd niet veroorzaakt door hooghartige minachting. Het was nutteloos om te spreken. Ze konden niet horen. Daarom is Zijn stilte het door God gegeven signaal waaraan zij gehoor hadden moeten geven.


13 Zij weer schreeuwen* nu: "Kruisig* hem!"
14 Doch °Pilatus zei tot hen: "Wat voor kwaad doet* hij?" En zij schreeuwen* nog harder: "Kruisig* hem!" [Hand. 3:13] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

14

Vergelijk met Johannes 19:4-16


15 °Pilatus nu, van plan zijnd genoeg te doen voor de menigte, laat* voor hen °Bar-Abbas los en draagt* °Jezus over, Hem geselend*, opdat Hij gekruisigd* zal worden.
16 En de soldaten leidden* Hem weg in de hof, die het pretorium is. En zij roepen heel het squadron bij elkaar. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

16-20

Vergelijk met Mattheüs 27:27-32; Johannes 19:1-3.


17 En zij kleden Hem in purper en een doornen kroon vlechtend*, plaatsen zij die op Hem.
18 En zij beginnen* Hem te groeten: "Verheug u, koning van de Joden!"
19 En zij slaan Zijn hoofd met een riet en zij spuwden op Hem, en knielend aanbaden zij Hem. [Luc. 23:11] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

19

Zie Micha 5:1.


20 En toen zij Hem bespot* hadden, trokken* zij Hem het purper uit en trekken* Hem Zijn kleding aan en zij leidden Hem uit opdat zij Hem zouden kruisigen*.
21 En zij dwingen een voorbijganger, ene Simon, een Cyrener, komend van een veld, de vader van Alexander en van Rufus, dat hij Zijn °kruis zou opnemen. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

21

Vergelijk met Lukas 23:26-31; Johannes 19:17.


22 En zij brengen Hem op de Golgothaplaats, die vertaald heet "Schedelplaats." [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

22-28

Vergelijk met Mattheüs 27:33-38; Lukas 23:36-43; Johannes 19:17-24.

Zie Psalm 69: 21; 22:18.


23 En zij gaven Hem wijn met myrre, doch Hij nam* die niet. [Psalm 69:21]
24 En zij kruisigen Hem en zij verdelen Zijn °kleding, het lot over hen werpend wie iets zou wegnemen*. [Psalm 22:18]
25 Het was nu het derde uur en zij kruisigen* Hem.
26 En er was een inscriptie over Zijn aanklacht geschreven: "De koning van de Joden." [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

26

Markus, met zijn kenmerkende kortheid, geeft alleen de aanklacht in het opschrift. Dit was mogelijk ingesloten in de volle titel, die mogelijk als volgt luidde:

DIT IS JEZUS, DE NAZARENER`
DE KONING VAN DE JODEN

Johannes’ verslag heeft het vrijwel allemaal (Joh. 19:19), Mattheüs zegt niets over de benaming “Nazarener”(Matt. 27:37), Lukas (23:38) en Markus laten Zijn persoonlijke Naam weg. Dit werden geschreven in de drie talen van die dag: Grieks, Latijn en Hebreeuws. Het is niet waarschijnlijk dat Pilatus toestond dat er enige verandering zou worden aangebracht nadat hij zei: “Wat ik geschreven heb, dat heb ik geschreven!” (Joh. 19:22). Elk verslag komt overeen met het bijzondere karakter. Markus, zoals past bij het verslag van de dood van een Dienaar, geeft alleen de aanklacht, en zegt niets over de verschillende talen. In de geïnspireerde verslagen van dit opschrift hebben we een illustratie van de manier waarop de geest alleen zulke feiten uitzoekt voor elk verslag over het leven van onze Heer die beslist horen bij het bijzondere aspect van Zijn karakter dat wordt gepresenteerd.


27 En samen met Hem kruisigen zij twee rovers, een aan Zijn °rechterhand en een aan de linkerhand. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

27

Zie Jesaja 53:12


28 (geen vers 28)
29 En de voorbijgangers lasterden Hem, hun hoofden schuddend en zeggend: "Aha! Die de tempel afbreekt en in drie dagen bouwt, [Psalm 22:7] - [Joh. 2:19] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

29-30

Vergelijk met Mattheüs 27:39-44; Lukas 23:35-37; Johannes 2:19-21.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

29

Hoe oneerbiedig dwaas zijn de commentaren van de mensen over het kruis van Christus! Hij had nooit gezegd dat Hij de tempel van God zou verwoesten. Zij waren dat aan het doen! Als Hij zou afdalen zou Hij niet dit woord kunnen vervullen dat zij Hem in de mond leggen. Op gelijke wijze kon de onvoorstelbare domheid van de priesters voorkomen dat, als Hij anderen zou redden, Hij niet Zichzelf kon redden.


30 red* jezelf, afdalend* van het kruis!"
31 Op gelijke wijze ook zeiden de overpriesters met de Schriftgeleerden, onder elkaar spottend: "Anderen redt* hij! Zichzelf kan hij niet redden*!
32 Laat de Christus, de koning van Israel, nu afdalen* van het kruis, zodat wij zullen waarnemen* en wij zouden geloven*!" En die samen met Hem gekruisigd waren, berispten Hem.
33 En toen het het zesde uur werd, kwam er duisternis over heel het land, tot het negende uur. [Amos 8:9] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

33-34

Vergelijk met Mattheüs 27:45,46; Lukas 23:44,45.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

33

God trekt een gordijn van duisternis over de scène tijdens de vreselijk uren waarin Hij Zijn Zoon verliet. Het was toen dat Hij vervloekt was (Deut. 21:23; Gal. 3.13). Toen was het dat Jahweh het goed vond Hem te kneuzen, Hem tot smart te maken, Zijn ziel te maken tot een overtredingsoffer (Jes. 53:10). Hier is een heilige der heiligen waarin we niet anders durven komen dan met gebogen harten en ongeschoeide voeten. Het was de morele crisis van de geschiedenis van het universum, de grootse, lang verkondigde gebeurtenis, die deze Aarde zal maken tot het heiligdom van heel de schepping.


34 En op het negende uur smeekt* °Jezus met een luide stem: "Eloi, Eloi, lema sabachthani," wat vertaald betekent: "Mijn °God, Mijn °God, waarom heeft U Mij verlaten*?" [Psalm 22:2] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

34

Psalm 22.1


35 En sommigen van de omstanders, het horend*, zeiden*: "Zie, hij roept om Elia!" [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

35-36

Vergelijk met Mattheüs 27:4749; Johannes 19:25-29.


36 Iemand nu, rennend* en een spons verzadigend* met azijn, deze op een riet stekend*, gaf Hem te drinken, zeggend: "Wacht*, we zullen waarnemen* of Elia komt om hem van het kruis af te nemen*." [Matt. 27:34] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

36

Zie Psalm 69:21


37 En °Jezus, een groot geluid gevend*, blaast* de laatste adem uit. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

37-39

Vergelijk met Mattheüs 27:50-54; Lukas 23:45-47; Johannes 19:30-37.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

37

Niemand kon Zijn leven van Hem wegnemen. Alle vermoeidheid en wonden putten Zijn vitaliteit niet uit. Aan het einde roept Hij het uit met luide stem! Hij legde Zijn ziel af uit eigen wil. Geen enkel mens kon sterven zoals Hij deed. Daarom was het dat de Romeinse centurion Zijn goddelijkheid herkende. En zo is het dat de vreemde natiën hebben geleerd dat Hij inderdaad de Zoon van God is.


38 En het gordijn van de tempel wordt in tweeën gescheurd*, van boven naar beneden. [Hebr. 10:19,20] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

38

Zie Hebreeën 10;19,20.

Het gordijn van de tempel was een symbool van Zijn fysieke lichaam. Het is vergissing te denken dat God aanwezig was in Zijn vlees(1Tim. 3.16). Hij was verhuld, net zoals het gordijn in het heiligdom het heiligste afschermde van alle blik er op. Het was het scheuren van het gordijn waarmee God de weg naar de aanwezigheid van God duidelijk maakte. Zo maakt het verscheuren op het kruis, niet het lichaam van Zijn vernedering, de weg vrij voor allen naar de binnenste gebieden van Gods verblijfplaatsen. 40-47


39 De centurion nu, die bij Hem stond, tegenover Hem, waarnemend* dat Hij zo de laatste adem uitblaast*, zei*: "Echt, deze °man was de Zoon van God."
40 En er waren ook vrouwen, van verre toeziend, onder wie ook Maria °Magdalena en Maria, de moeder van Jacobus, de kleine, en van Joses, en Salome, [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

40-47

Vergelijk met Mattheüs 27:50-66; Lukas 23:53-55; Johannes 19:38-42.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

40-41

Vergelijk met Mattheüs 27:55,56; Lukas 23:48,49.


41 die, toen Hij in °Galilea was, Hem volgden en Hem dienden, en vele anderen die met Hem opgingen* naar Jeruzalem. [Luc. 8:2,3] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

41

Zie Lukas 8:3.


42 En omdat het al avond werd*, aangezien het voorbereiding was die is voor de sabbat, [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

42-47

Vergelijk met Mattheüs 27:55-66; Lukas 23:50-56; Johannes 19:38-42.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

42

Pesach was altijd op de veertiende dag van de eerste maand, en het feest van Ongezuurde Broden begon op de vijftiende. De eerste dag van Ongezuurde Broden was een bijzondere sabbat. Deze werd gevolgd door de wekelijkse sabbat (Matt. 28:1), zodat de twee sabbatten bij deze gelegenheid samen kwamen. De Heer werd gekruisigd op de dag van de voorbereiding, vóór de grote sabbat en stond op op de wekelijkse sabbat die volgde.

Het lijden van Christus is over. Zijn vernedering is voorbij. Daarom zijn er geen eren die te hoog zijn voor Hem, geen heerlijkheden te groot. Zelfs vóór Zijn opstanding zien we de symptomen van Zijn verhoging. Jozef van Arimathea kan vertaald worden met “de hoogten zullen toegevoegd worden.” Zijn naam is een profetie van komende heerlijkheden. Hij komt zonder vrees en neemt het onvergankelijke lichaam mee naar de tombe. Zoals de profeet al voorzegde werd Hem ondanks dat een tombe gegeven bij de boosaardigen. Hij was in ]Zijn dood bij de rijken (Jes. 53:9).


43 kwam* °Jozef van Arimathea, een gerespecteerd raadsheer, die ook zelf het koninkrijk van °God verwachtte, met moed* binnen* bij °Pilatus en vraagt* het lichaam van °Jezus. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

43

Zie Lukas 2:25-38


44 °Pilatus nu vraagt* zich af of Hij al gestorven is. En de centurion roepend*, vraagt hij hem of Hij lang geleden is gestorven.
45 En het wetend* van de centurion, schenkt* hij het lijk aan °Jozef.
46 En een linnen wikkeldoek kopend*, tilt* hij Hem van het kruis en plaatst* Hem in een tombe, die uitgegraven was geworden uit rots, en rolt* de steen op de deur van de tombe. [Hand. 13:29]
47 Maria °Magdalena nu en Maria de moeder van Joses, bekeken waar Hij was geplaatst.







Terug naar de index.
Naar Marcus 16
   


© www.hetbestenieuws.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.