|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 En het was het Pascha en het feest van het ongezuurde brood na twee dagen en de overpriesters en de Schriftgeleerden probeerden hoe, door Hem met list te grijpen*, zij Hem zouden doden.
[Marc. 11:18]
[Commentaar]
[Commentaar]
2 Want zij zeiden: "Niet tijdens het feest, opdat er niet op een moment tumult zal zijn onder het volk."
[Commentaar]
3 En toen Hij in Bethanië was, in het huis van °Simon, de melaatse, en Hij was gaan liggen, kwam* een vrouw die een albasten vaas met nardusolie had, echt kostbaar. En de albasten vaas brekend*, giet* zij het uit over Zijn °hoofd.
[Luc. 7:37,38]
[Commentaar]
[Commentaar]
4 En sommigen waren er gepikeerd over, tot zichzelf zeggend: "Waarom is deze °vernietiging van de olie gebeurd?
5 Want deze °olie had voor meer dan driehonderd denari weggedaan* kunnen worden en aan de armen gegeven* worden." En zij mopperden tegen haar.
6 Doch °Jezus zei*: "Laat* haar! Waarom veroorzaken jullie haar vermoeidheid? Zij werkt* een goed werk in Mij!
7 Want jullie hebben de armen altijd bij jullie, en wanneer jullie zouden willen, kunnen jullie hen goed doen*. Doch Mij hebben jullie niet altijd.
[Deut. 15:11]
8 Zij deed* wat zij kon*. Zij bedacht* tevoren Mijn °lichaam te zalven* voor de begrafenis.
[Joh. 19:40]
9 Amen! Ik zeg tot jullie, waar ook het evangelie verkondigd* zal worden in heel de wereld, zal ook gesproken worden van wat zij doet*, in herinnering aan haar."
10 En °Judas Iscariot, een van de twaalf, ging* weg naar de overpriesters, opdat hij Hem aan hen zou overleveren*.
[Commentaar]
[Commentaar]
11 Dezen nu, dit horend*, verheugden* zich en beloven* hem zilver te geven*, en hij probeerde Hem op een gelegen moment over te leveren*.
12 En op de eerste dag van het ongezuurde brood, toen zij het Pascha offerden, zeggen Zijn °discipelen tot Hem: "Waar wil U dat wij, weggaand*, het gereed zouden maken*, opdat U het Pascha zou eten*?"
[Ex. 12:6]
[Commentaar]
13 En Hij zendt twee van Zijn °discipelen en Hij zegt tot hen: "Gaat de stad in en jullie zullen een man ontmoeten die een kruik water draagt. Volgt* hem.
[Commentaar]
14 En daar waar hij binnen zal gaan*, zegt* tot de huiseigenaar dat de Leraar zegt: 'Waar is Mijn °gastenkamer, waar Ik het Pascha met Mijn °discipelen zal eten*?
15 En hij zal jullie een grote bovenkamer laten zien, gereed gemaakt. En daar maken* jullie het voor ons klaar!"
16 En de discipelen vertrokken* en kwamen* in de stad. En zij vonden* zoals Hij tot hen gezegd* had en zij maken* het Pascha klaar.
17 En avond wordend* komt Hij met de twaalf.
[Commentaar]
18 En tijdens hun aanliggen en eten, zei* °Jezus: "Amen! Ik zeg tot jullie dat een van jullie, die met Mij eet, Mij zal overleveren."
[Psalm 41:9]
19 Zij beginnen* verdrietig te worden en tot Hem te zeggen, de een na de ander: "Niet ik?"
20 Hij nu zei* hen: "Een van de twaalf, die met Mij doopt in het bord.
21 Ziende dat inderdaad de Zoon van de mens weg gaat, zoals over Hem geschreven werd. Doch wee die man door wie de Zoon van de mens overgeleverd wordt. Het zou goed voor Hem zijn indien die °man niet was geboren*."
22 En tijdens hun eten, brood nemend*, zegenend*, breekt* Hij het en geeft* het aan hen en zei: "Neemt*, dit is Mijn °lichaam."
[Commentaar]
[Commentaar]
23 En de beker nemend*, dankend*, geeft* Hij hem aan hen. En zij dronken* allen er uit.
24 En Hij zei* tot hen: "Dit is Mijn °bloed van het verbond, dat uitgegoten wordt voor velen.
[1Kor. 10:16] -
[Ex. 24:8]
[Commentaar]
25 Amen! Ik zeg tot jullie dat Ik niet langer meer zal drinken* van het product van de wijnrank tot die °dag, wanneer Ik ze nieuw zal drinken in het koninkrijk van °God."
26 En een lofzang zingend*, vertrokken* zij naar de Olijfberg.
[Commentaar]
27 En °Jezus zegt tot hen: "Jullie zullen allen gevalstrikt worden, omdat werd geschreven: 'Ik zal de herder slaan en de schapen zullen verstrooid worden.'
[Zach. 13:7]
[Commentaar]
28 Maar na Mijn °opwekking* zal Ik jullie vooruitgaan naar °Galilea."
[Marc. 16:7]
29 Doch °Petrus verzekerde Hem: "En indien allen gevalstrikt zullen zijn, ik toch niet!"
[Commentaar]
30 En °Jezus zegt tot hem: "Amen! Ik zeg tot jou dat jij, vandaag, deze °nacht, voordat de haan twee maal kraait*, Mij drie maal zult ontkennen."
31 Doch hij sprak onstuimig: "Zelfs indien het voor mij moest zijn samen met U te sterven*, ik zal U nooit ontkennen!" En zo zeiden ook allen.
[Joh. 11:16]
32 En zij komen in een vrij eigendom genaamd Getsemane. En Hij zegt tot Zijn °discipelen: "Gaat hier zitten*, terwijl Ik zal bidden*."
[Joh. 18:1]
[Commentaar]
33 En Hij neemt °Petrus en °Jacobus en °Johannes met Zich mee en Hij begint* geïmponeerd te zijn en terneergeslagen te zijn.
[Matt. 17:1]
34 En Hij zegt tot hen: "Mijn °ziel is tot de dood met verdriet geslagen. Blijft* hier en waakt!"
[Joh. 12:27]
[Commentaar]
35 En een stukje verder gegaan* zijnde, viel Hij op de grond en Hij bad dat, indien het mogelijk is, het °uur aan Hem voorbij zou gaan*.
36 En Hij zei: "Abba, °Vader, alle dingen zijn voor U mogelijk. Neem* deze beker van Mij weg. Maar niet iets wat Ik wil, maar wat U wil."
[Rom. 8:15] -
[Joh. 5:30]
[Commentaar]
37 En Hij komt en vindt hen dommelend. En Hij zegt tot °Petrus: "Simon, dommel jij? Ben jij niet sterk* genoeg om één uur te waken?
[Commentaar]
38 Waakt en bidt, opdat jullie niet in beproeving zullen komen*! De geest is wel gewillig, doch het vlees is zwak."
39 En opnieuw, weggaand*, bidt* Hij, dezelfde woorden zeggend*.
40 En opnieuw komend* vond* Hij hen dommelend, want hun °ogen waren loom. En zij wisten niet wat zij Hem zullen antwoorden*.
41 En Hij komt de derde maal en zegt tot hen: "Dommelt maar verder en rust. Het is genoeg. Het uur kwam*, zie, de Zoon van de mens wordt overgeleverd in de handen van de zondaren.
42 Wordt wakker, we zullen gaan. Zie*, die Mij overlevert is nabij gekomen."
43 En direct, terwijl Hij spreekt, komt Judas aan, een van de twaalf, en met hem een menigte met zwaarden en knuppels, met de overpriesters en de Schriftgeleerden en de oudsten.
[Marc. 8:31]
[Commentaar]
44 Die Hem nu overlevert had aan hen een teken gegeven, zeggend: "Wie ik zal kussen*, Hij is het. Grijpt* Hem en leidt Hem veilig weg."
45 En komend*, direct tot Hem komend*, zegt hij: "Rabbi!" En hij kust* Hem hartelijk.
[Commentaar]
46 Dezen nu legden* hun °handen aan Hem en grijpen* Hem.
47 Een zeker iemand nu van de omstanders, het zwaard trekkend*, slaat de slaaf van de overpriester en amputeert* zijn °oor.
[Commentaar]
[Commentaar]
48 En antwoordend* zei* °Jezus tot hen: "Als achter een rover komen* jullie uit met zwaarden en knuppels om Mij aan te houden*?
[Commentaar]
49 Dagelijks was Ik bij jullie in het heiligdom, onderwijzend, en jullie grepen* Mij niet. Maar dit is gebeurd opdat de Schriften vervuld* zullen worden."
[Luc. 19:47]
50 En Hem verlatend*, vluchtten* zij allen.
[Matt. 26:31]
51 En een zekere jongeman volgde Hem, gekleed in een linnen doek over een naakt lichaam. En zij grijpen hem.
52 Doch hij, de linnen doek achterlatend*, vluchtte* naakt.
[Commentaar]
53 En zij leidden* °Jezus weg naar de hogepriester. En al de overpriesters en de Schriftgeleerden en de oudsten komen samen.
[Commentaar]
54 En °Petrus volgt* Hem van verre, tot binnen de hof van de hogepriester. En hij zat samen met de afgevaardigden en warmde zich aan het licht.
55 De overpriesters nu en heel het Sanhedrin zochten getuigenis tegen °Jezus, om Hem ter dood te brengen*. En zij vonden het niet,
56 want velen getuigden valselijk tegen Hem en waren niet eenduidig met de getuigenissen.
57 En sommigen, opstaand*, getuigen valselijk tegen Hem, zeggend:
[Commentaar]
58 "Wij horen* Hem zeggen: 'Ik zal deze handgemaakte °tempel afbreken en gedurende drie dagen zal Ik een andere, niet handgemaakte, bouwen.'"
[Joh. 2:19]
[Commentaar]
59 En zo was hun °getuigenis nog niet eenduidig.
60 En de hogepriester, opstaand* in het midden, ondervraagt* °Jezus, zeggend: "U antwoordt op niets? Wat getuigen dezen tegen u?"
[Commentaar]
61 Doch Hij was stil en antwoordt* op niets. Opnieuw ondervraagt de hogepriester Hem en zegt tot Hem: "Bent u de Christus, de Zoon van de Gezegende?"
[Jes. 53:7] -
[Matt. 16:16]
62 En °Jezus zei: "Ik ben het, en jullie zullen de Zoon van de mens zien, zittend aan de rechterhand van de Kracht en komend met de wolken van de hemel."
[Psalm 110:1] -
[Dan. 7:13]
[Commentaar]
63 De hogepriester nu, zijn °kleding scheurend*, zegt: "Waarom hebben wij nog getuigenissen nodig?
[Commentaar]
64 Jullie horen* de godslastering! Wat denken jullie?" En zij allen veroordelen* Hem, schuldig tot de dood.
[Lev. 24:16]
65 En sommigen beginnen* op Hem te spuwen en Zijn °gezicht te bedekken en Hem te slaan en tot Hem te zeggen: "Profeteer*!" En de afgevaardigden namen Hem om te slaan. Vergelijk met Mattheüs 26:69-74; Lukas 22:55-60; Johannes 18:15-18.
[Commentaar]
66 En terwijl °Petrus beneden in de hof was, komt een van de dienstmeisjes van de hogepriester.
[Commentaar]
[Commentaar]
67 En °Petrus waarnemend*, zich warmend, zegt zij, hem aankijkend: "Ook jij was met °Jezus, de Nazarener!"
68 Doch hij ontkent* het, zeggend: "Ik ben het me niet bewust, noch weet ik wat jij zegt!" En hij kwam* buiten, in de hof. En een haan kraait*.
69 En het dienstmeisje, hem waarnemend*, begint* opnieuw tot de omstanders te zeggen dat deze een van hen is.
[Commentaar]
70 Doch opnieuw ontkent hij, en kort daarna zeiden de omstanders tot °Petrus: "Echt, jij bent uit hen, want jij bent ook Galileeër!"
71 Hij nu begint* te vervloeken en te zweren*: "Ik heb deze °man, die jullie noemen, niet waargenomen."
72 En direct, voor de tweede keer, kraait* een haan. En °Petrus wordt herinnerd* aan de uitspraak die °Jezus tot hem zei*: "Voordat een haan twee maal kraait*, zul jij Mij drie maal ontkennen." En terugdenkend* huilt hij.
[Matt. 26:34]
[Commentaar]
Terug naar de index.
Naar Marcus 15
|
|