|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 En van daar opstaand*, komt Hij in de grenzen van °Judea en de overzijde van de Jordaan. En weer komen menigten samen naar Hem en, opnieuw, zoals Hij gewend was, onderwees Hij hen.
[Commentaar]
[Commentaar]
2 En naderend* vragen Farizeeën Hem, Hem beproevend, of het aan een man toegestaan is zijn vrouw weg te zenden.
3 Doch antwoordend zei* Hij tot hen: "Wat gebiedt* Mozes jullie?"
4 Dezen nu zeggen*: "Mozes staat* ons toe een rol van scheiding te schrijven* en haar weg te zenden*."
[Deut. 24:1]
[Commentaar]
5 °Jezus nu zei* tot hen: "Vanwege de verhardheid van jullie harten schrijft* hij jullie dit °voorschrift.
6 Maar vanaf het begin van de schepping maakt* Hij hen mannelijk en vrouwelijk.
[Gen. 1:27]
[Commentaar]
7 Daarom zal de mens zijn °vader en °moeder verlaten en samengevoegd zijn met zijn °vrouw,
[Commentaar]
8 en de twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet langer twee, maar één vlees zijn.
[Gen. 2:24]
9 Wat God dan onder een juk brengt*, laat een mens dat niet scheiden."
10 En in het huis vragen de discipelen Hem opnieuw hier over.
11 En Hij zegt tot hen: "Wie zijn °vrouw zou wegzenden* en een andere zou trouwen*, pleegt overspel met haar.
12 En indien zij haar °man wegzendt*, en ooit een ander zou trouwen*, zij pleegt overspel."
[Matt. 5:32]
[Commentaar]
13 En zij brachten Hem kleine kinderen, opdat Hij hen zou aanraken*. Maar de discipelen berispen* hen.
[Commentaar]
14 Dit nu waarnemend*, is °Jezus daar boos* over en zei* tot hen: "Laat* de kinderen tot Mij komen! Verbiedt hen niet! Want van zulken is het koninkrijk van °God.
15 Amen! Ik zeg tot jullie: wie het koninkrijk van °God niet zou ontvangen* als een klein kind, zal er zeker niet binnengaan*."
[Matt. 18:5]
[Commentaar]
16 En hen in de armen sluitend*, zegent Hij hen, de handen op hen plaatsend.
17 En bij zijn uitgaan op de weg, vroeg iemand, tot Hem rennend* en op de knieën vallend*, Hem: "Goede Leraar, wat zal ik doen* zodat ik het lotdeel zal genieten* van aionisch leven?"
[Commentaar]
18 °Jezus nu zei* tot hem: "Waarom noem je Mij goed? Niemand is goed, behalve Een: °God.
19 Jij bent bekend met de geboden: jij zal niet moorden*, jij zal niet overspel plegen*, jij zal niet stelen*, jij zal niet vals getuigen*, jij zal niet bedriegen*, eer jouw °vader en °moeder?"
[Deut. 24:14] -
[Exo. 20:12-17]
[Commentaar]
20 Hij nu verzekerde Hem: "Leraar, deze allen handhaaf ik sinds mijn jeugd."
[Commentaar]
21 °Jezus nu, naar hem kijkend*, houdt* van hem en zei* tot hem: "Jou ontbreekt één ding. Ga! Wat je hebt, verkoop* dat en geef* aan de armen, en jij zal een schat hebben in de hemel. En kom, volg Mij!"
[Commentaar]
22 Doch hij, somber* zijnde over het woord, gaat* weg. Want hij was iemand die vele bezittingen had.
[Commentaar]
23 En rondkijkend* zegt °Jezus tot Zijn °discipelen: "Hoe moeilijk zullen zij die gelden hebben ingaan in het koninkrijk van °God!"
[Commentaar]
24 De discipelen nu waren verbaasd over Zijn °woorden. Doch °Jezus, opnieuw antwoordend*, zegt tot hen: "Kinderen, hoe moeilijk is het binnen te gaan* in het koninkrijk van °God!
[Commentaar]
25 Het is eenvoudiger voor een kameel door het oog van de naald door te gaan*, dan voor een rijke man binnen te gaan* in het koninkrijk van °God.
26 Zij nu waren bovenmate verbaasd, tot zichzelf zeggend: "En wie kan gered* worden?"
27 °Jezus, naar hen kijkend*, zegt: "Bij mensen is het onmogelijk, maar niet bij God. Want alle dingen zijn mogelijk bij °God."
[Gen. 18:14]
[Commentaar]
28 °Petrus begint* tot Hem te zeggen: "Zie*, wij verlaten* alles en volgen U!"
[Commentaar]
29 °Jezus verzekerde hem: "Amen! Ik zeg tot jullie: Er is niemand die huis of broers of zussen of moeder of vader of kinderen of velden omwille van Mij verlaat* en omwille van het evangelie.
30 die niet honderdvoudig zal ontvangen*, nu in deze °tijd huizen en broers en zussen en moeders en kinderen en velden, met vervolgingen, en in de komende aion aionisch leven.
[Commentaar]
31 Doch vele eersten zullen laatsten zijn en de laatsten eersten."
[Matt. 20:16]
[Commentaar]
32 Zij nu waren op de weg, opgaande naar Jeruzalem en °Jezus was hen vooruit gegaan. En zij waren verbaasd, doch die volgden vreesden. En de twaalf opnieuw apart nemend*, begint* Hij hen de dingen te vertellen die op het punt staan Hem te overkomen.
[Commentaar]
33 "Zie*, wij gaan op naar Jeruzalem en de Zoon van de mens zal overgegeven worden aan de overpriesters en de Schriftgeleerden. En zij zullen Hem ter dood veroordelen en zij zullen Hem overdragen aan de natiën.
34 En zij zullen Hem bespotten en zij zullen Hem bespuwen en zij zullen Hem geselen en zij zullen Hem doden. En na drie dagen zal Hij opstaan."
[Matt. 16:21]
35 En Jacobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, gaan naar Hem toe, tot Hem zeggend: "Leraar, wij willen dat, wat wij ook van U zouden vragen*, U ook voor ons zou doen*."
[Matt. 4:21]
[Commentaar]
[Commentaar]
36 Hij nu zei* tot hen: "Wat willen jullie dat Ik voor jullie zal doen*?"
37 Zij nu zeiden* tot Hem: "Sta* ons toe dat een van ons rechts en een links van U zal zitten* in Uw °heerlijkheid."
[Matt. 19:28]
38 Doch °Jezus zei* tot hen: "Jullie weten niet wat jullie vragen. Zijn jullie in staat de drinkbeker te drinken* die Ik aan het drinken ben, of met de doop gedoopt* te worden waarmee Ik gedoopt wordt?"
[Joh. 18:11] -
[Luc. 12:50]
39 Zij nu zeiden* tot Hem: "Wij kunnen het!" En °Jezus zei* tot hen: "Jullie zullen de drinkbeker drinken die Ik aan het drinken ben en jullie zullen de doop gedoopt worden waarmee Ik gedoopt wordt.
40 Doch om gezeten* te zijn aan Mijn rechter- of linkerhand is niet aan Mij om te geven*, maar het is voor wie het gereed is gemaakt."
41 En hier van horend*, beginnen* de tien het Jacobus en Johannes kwalijk te nemen.
[Commentaar]
42 En hen tot Zich roepend*, zegt °Jezus tot hen: "Jullie weten dat die menen oversten van de natiën te zijn, over hen heersen, en de groten onder hen dwingen hen.
[Luc. 22:25]
[Commentaar]
43 Maar zo is het niet onder jullie. Maar wie onder jullie groot zal willen worden*, zal jullie dienaar zijn.
44 En wie ook onder jullie de belangrijkste zal willen zijn, zal de slaaf van allen zijn.
[Matt. 23:11]
45 Want ook de Zoon van de mens kwam* niet om gediend te worden, maar om te dienen* en Zijn °ziel te geven* als losprijs voor velen."
[1Tim. 2:6]
46 En zij komen in Jericho. En bij Zijn vertrek en van Zijn °discipelen uit Jericho, was er een aanmerkelijke menigte, en de zoon van Timeüs, Bar-Timeüs, een blinde bedelaar, zat langs de weg.
[Commentaar]
[Commentaar]
47 En horend* dat het Jezus, de Nazarener, is, begint* hij te schreeuwen en te zeggen: "Zoon van David! Jezus! Heb mededogen* met mij!"
48 En velen berispten hem, zodat hij stil zou zijn*. Doch veeleer schreeuwde hij: "Zoon van David, heb mededogen* met mij!"
[Matt. 9:27]
49 En, staande*, zei* °Jezus: "Roep* hem!" En zij roepen de blinde, tot hem zeggend: "Hou moed! Sta op, Hij roept je!"
50 En zijn °mantel afwerpend°, opspringend°, kwam° hij naar °Jezus toe.
51 En hem antwoordend*, zei* °Jezus: "Wat wil jij dat Ik voor jou zal doen*?" En de blinde zei* tot Hem: "Rabbi, dat ik zicht zou ontvangen*!"
52 En °Jezus zei* tot hem: "Ga! Jouw °geloof heeft jouw gered." En direct kijkt* hij omhoog en volgde hem op de weg.
[Matt. 9:22]
Terug naar de index.
Naar Marcus 11
|
|