(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)

1 "Ik ben de ware ^°wijnstok en Mijn ^°Vader is de landwerker.
2 Iedere tak in Mij die geen vrucht draagt, Hij neemt hem weg. En iedere tak die vrucht draagt, Hij reinigt hem, opdat hij meer vrucht zal dragen. [Matt. 3:10]
3 Jullie zijn al schoon, vanwege het woord dat Ik tot jullie heb gesproken. [Joh, 13;10]
4 Blijft^* in Mij! Ik ben ook in jullie. Zoals de tak niet in staat is vrucht te dragen uit zichzelf, indien hij niet in de wijnstok zal blijven, zo ook jullie niet, indien jullie niet in Mij blijven. [Joh. 6:56] - [Rom. 11:17,18]
5 Ik ben de wijnstok, jullie zijn de takken. Wie in Mij blijft en Ik in hem, deze draagt veel vrucht. Buiten Mij om zijn jullie niet in staat iets te doen. [2Kor. 3:5]
6 Indien iemand niet in Mij zal blijven, wordt hij buiten geworpen^* als de tak en verdort^*. En zij verzamelen ze en zij werpen hen in het vuur. En hij wordt verbrand. [Matt. 3:10]
7 Indien jullie in Mij zouden blijven^* en Mijn ^°uitspraken in jullie zouden blijven^*, wat jullie ook willen, vraagt^* en het zal aan jullie gebeuren. [Marc. 11:24]
8 Hierin wordt Mijn ^°Vader verheerlijkt^*, dat jullie veel vrucht zullen dragen en jullie voor Mij discipelen zullen worden^*. [Matt. 5:16]
9 Zoals de Vader Mij liefheeft^*, houd^* ook Ik van jullie. Blijft^* in ^°Mijn ^°liefde!
10 Indien jullie Mijn ^°geboden zouden houden^*, zullen jullie in Mijn ^°liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn ^°Vader heb gehouden en Ik in Zijn ^°liefde blijf. [1Joh. 5:3] - [Joh. 10:18]
11 Deze dingen heb Ik tot jullie gesproken, opdat ^°Mijn ^°vreugde in jullie zal zijn en jullie ^°vreugde gevuld zal worden^*. [1Joh. 1:4]
12 Dit is ^°Mijn ^°gebod: dat jullie elkaar zullen liefhebben zoals Ik jullie liefheb^*. [2Joh. 5]
13 Groter liefde dan dit heeft niemand: dat iemand zijn ^°ziel zal neerleggen^* voor zijn ^°vrienden. [Rom. 5:8]
14 Jullie zijn Mijn vrienden, indien jullie zullen doen wat Ik jullie opdraag. [Luc. 12:4]
15 Niet langer noem Ik jullie slaven, omdat de slaaf niet waargenomen heeft wat zijn ^°heer doet. Maar Ik heb jullie vrienden genoemd, want al wat Ik hoor^* van Mijn ^°Vader, maak^* Ik aan jullie bekend. [Joh. 17:7,8]
16 Niet jullie kiezen^* Mij, maar Ik kies^* jullie en Ik benoem^* jullie, want jullie zullen vertrekken en vrucht dragen en jullie ^°vrucht zal blijven, want alles wat jullie ook in Mijn ^°naam van de Vader zullen vragen^*, zal Hij aan jullie geven^*. [Joh.6:70] - [Joh. 14:13,14]
17 Deze dingen draag Ik jullie op, opdat jullie elkaar zullen liefhebben. [1Joh. 3:11]
18 Indien de wereld jullie haat, weten jullie dat ze Mij vóór jullie heeft gehaat. [Matt. 10:24] - [Joh. 7:7]
19 Indien jullie van de wereld waren, hield de wereld van het eigene. Doch omdat jullie niet van de wereld zijn, maar Ik jullie uit de wereld kies^*, daarom haat de wereld jullie. [1Joh. 4:5] - [Joh. 17:14]
20 Herinnert je het woord dat Ik tot jullie sprak^*: 'Een slaaf is niet groter dan zijn ^°heer!' Indien zij Mij vervolgen^*, zullen zij ook jullie vervolgen. Indien zij Mijn ^°woord houden^*, zullen zij ook het jouwe houden.
21 Maar al deze dingen zullen zij met jullie doen, omwille van Mijn ^°naam, omdat zij niet waargenomen hebben Die Mij zendt^*. [Matt. 10:24] - [Matt. 5:11] - [Joh. 16:3]
22 Indien Ik niet kwam^* en tot hen spreek^*, hebben zij geen zonde. Maar nu hebben zij geen verontschuldiging voor hun ^°zonde. [Joh. 9:41]
23 Wie Mij haat, haat ook Mijn ^°Vader. [Luc. 10:16]
24 Indien Ik niet de werken onder hen doe^*, die niemand anders doet^*, hebben zij geen zonde. Doch nu hebben ook zij gezien en zij hebben én Mij én Mijn ^°Vader gehaat. [Joh. 14:10,11] - [Joh. 9:41]
25 Maar het is opdat het woord dat in hun ^°wet werd geschreven, vervuld^* zal worden: dat zij Mij zonder aanleiding haten^*. [Psalm 35:19]
26 Wanneer de Bemoediger zal komen^*, die Ik jullie van de Vader zal zenden, de geest van ^°waarheid, Die van de Vader uitgaat, Deze zal over Mij getuigen. [Joh. 16:7] - [Joh. 16:13] - [Hand. 5:32]
27 Ook jullie nu getuigen, omdat jullie vanaf het begin met Mij zijn." [Hand. 1:8] - [Hand. 1:21,22]



Terug naar de index.
Naar Johannes 16