Dit is een eigen Het Beste Nieuws vertaling van
Handelingen
Hoofdstuk 4
|
|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)
1 En terwijl zij tot het volk spraken, stonden* de priesters en de officier van het heiligdom en de Sadduceeën bij hen, [Luc. 22:4,52] -
[Matt. 22:23]
2 verbitterd zijnde om wat zij het volk onderwezen, en in °Jezus de opstanding uit de doden verkondigen.
[Hand. 17:18]
3 En zij legden* de handen aan hen en zij werden in bewaring geplaatst* tot de morgen, want er was al avondschemering.
[Hand. 5:18] -
[Hand. 3:1]
4 Velen nu van de horenden* het woord geloven* en het aantal van de mannen was ongeveer vijfduizend geworden.
[Hand. 5:14]
5 En het gebeurde* op de morgen dat de oversten van hen en de oudsten en de schriftgeleerden in Jeruzalem verzameld* waren,
6 en Annas, de hogepriesters en Cajafas en Johannes en zovelen als waren uit het ras van hogepriesters.
7 En hen in het midden stellend, informeerden zij om zich te vergewissen: In welke kracht of in welke naam doen jullie dit?
[Matt. 21:23]
8 Toen zei* Petrus, gevuld* zijnde met heilige geest tot hen, de oversten en oudsten van het volk:
[Hand. 2:4] - [Matt. 10:19,20]
9 Indien wij vandaag onderzocht worden over de weldaad aan de zieke man, waardoor hij gered werd,
10 laat het bekend zijn aan jullie allen en aan heel het volk van Israel, dat in de Naam van Jezus Christus, de Nazarener, die jullie kruisigen*, Die °God opwekt* uit de doden, in Deze Naam, deze man gezond voor jullie staat.
[Hand. 3:6] -
[Hand. 10:39] -
[Hand. 3:15]
11 Dit is de Steen, de door jullie, de bouwers, verachte*, de tot hoofd van de hoek gewordene*.
[Psalm 118:22]
12 Want er is geen redding in een ander, want ook is er geen andere naam onder de hemel, die werd gegeven aan mensen, waarin wij gered* moeten worden.
[Matt. 1:21]
13 Nu ziende de vrijmoedigheid van °Petrus en Johannes, begrijpend* dat zij ongeletterde en gewone mensen zijn, verwonderden zij zich. Bovendien herkenden zij hen, dat zij samen met °Jezus waren.
14 En ziende de man, de genezene, staande bij hen, hadden zij niets om tegen te spreken*.
15 En hen opdragende* buiten het Sanhedrin te gaan, overlegden zij met elkaar,
[Hand. 5:34,35]
16 zeggende: Wat zouden wij moeten doen* met deze °mensen, want dat inderdaad een gekend teken door hen is gedaan is duidelijk aan al de wonenden in Jeruzalem en wij zijn niet in staat het te ontkennen.
[Joh. 11:47]
17 Maar opdat het niet nog meer in het volk verspreid* wordt, zouden wij hen moeten dreigen niet langer te spreken in deze °Naam, tot niemand van de mensen.
18 En hen roepende*, bevelen* zij hen radicaal niet te spreken noch te onderwijzen in de Naam van °Jezus.
[Hand. 5:28]
19 Maar °Petrus en Johannes, antwoordend*, zeiden* tot hen: Als het juist is voor de ogen van °God meer naar jullie te luisteren dan naar °God, oordelen* jullie dan!
[Hand. 5:29]
20 Want wij zijn niet in staat niet te spreken van wat wij waarnemen* en van wat wij horen*.
21 Maar hen dreigend* laten* zij hen vrij, niets vindend om hen te kastijden*, vanwege het volk, want allen verheerlijkten °God over het gebeurde,
22 want de man was ouder dan veertig jaren, aan wie dit teken van de genezing was gebeurd.
23 En vrijgelaten* zijnde kwamen* zij naar de eigen mensen, en zij deden* verslag aan hen over alles wat de hogepriesters en de oudsten zeiden*.
24 En de horenden* verheffen* eenparig hun stem tot °God en zeggen*: U bent Eigenaar1), de Makende* de hemel en de Aarde en de zee en al dat in hen is,
[Ex. 20:11]
25 Die door heilige geest, door de mond van onze °vader, Uw jongen2) David, zegt*: Waarom briesen* natiën en mediteren* volken over holle frasen?
26 De koningen van de Aarde staan* op en de oversten werden verzameld* op dezelfde plaats tegen de Heer en tegen Zijn °Christus.
[Psalm 1:1,2]
27 Want in waarheid waren in deze °stad zowel Herodes als Pontius Pilatus, samen met de natiën en de volken van Israel verzameld* tegen tegen Uw °heilige Jongen2), Die U zalft*,
[Hand. 3:13] -
[Jes. 61:1]
28 om te doen al wat Uw °hand en Uw °raad tevoren bepaald had dat zou gebeuren.
[Hand. 2:23]
29 En nu, °Heer, geef* acht op hun °dreigementen en geef* aan uw °slaven Uw °woord te spreken met alle vrijmoedigheid,
[Efe. 6:19]
30 doordat U Uw °hand uitstrekt, tot genezing, tekenen en wonderen die gebeuren door de Naam van Uw heilige Jongen2), Jezus.
31 En bij hun smeken* werd de plaats waarin zij verzameld waren geschud*, en zij worden allen gevuld* met de heilige geest en zij spraken het woord van °God met vrijmoedigheid.
[Hand. 2:4]
32 En van de menigte van de gelovenden* was hart en ziel één, en niet één zei van dat iets van zijn °bezittingen van hem was, maar alles was voor hen gezamenlijk.
[Hand. 2:44]
33 En met grote kracht gaven de apostelen het getuigenis van de opstanding van de Heer Jezus. Daarbij was er grote genade op hen allen,
34 want er was niemand arm onder hen, want alles wat behoorde aan verkrijgers van eigendommen of van huizen, brachten zij, verkopende, de prijs van het verkochte,
35 en zij plaatsten dit aan de voeten van de apostelen. En het werd uitgedeeld aan iedereen, naar mate iemand behoefte had.
[Hand. 2:45]
36 En Jozef, de door de apostelen bijgenaamde* Barnabas, wat na vertaling zoon van vertroosting is, een Leviet, geboren van Cyprus,
[Hand. 9:27]
37 verkoopt* een veld dat hem toebehoort, brengt* het geld en plaatst* het aan de voeten van de apostelen.
1) Eigenaar. Grieks: Despotes. Ook "Soeverein" of "Heerser" is hier mogelijk.
2) Jongen. Grieks "paida". Denk hierbij aan het Engelse woord "boy", wat ook een klein knechtje kan betekenen.
Terug naar de index.
Naar Handelingen 5
|
|
© www.hetbestenieuws.nl U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.
|