|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)
1 En sommigen, afdalend van Judea, leerden de broeders dat: "Indien je niet besneden* zou zijn naar het gebruik van Mozes, kun je niet gered* worden."
[Gal. 5:2] -
[Lev. 12:3]
2 °Paulus en °Barnabas kregen* nu niet weinig tegenstand en vragen tegen hen. Zij gebieden* Paulus en Barnabas, en enkele anderen van hen, op te gaan naar de apostelen en oudsten in Jeruzalem, in verband met deze vraag.
[Gal. 2:1]
3 Dezen dan, weggezonden* door de ecclesia, gingen door zowel Foenicië als Samaria, vertellende van de bekering van de natiën, en zij veroorzaakten grote blijdschap bij al de broeders.
4 Nu aankomende* in Jeruzalem, werden zij ontvangen* door de ecclesia en de apostelen en de oudsten. Daar informeren* zij hen over al wat °God met hen doet*.
[Hand. 14:27]
5 Maar enkelen van de sekte van de Farizeeën die geloofd hadden, staan* op, zeggende dat het verplicht is hen zowel op te dragen besneden te worden als de wet van Mozes te houden.
6 Zowel de apostelen als de oudsten waren bijeen gekomen* om deze zaak te bezien*.
7 Toen er nu veel vragen kwamen*, zei* Petrus, opstaand*, tot hen: "Mannen, broeders, het is jullie bekend dat vanaf de eerste dagen °God verkozen* heeft dat door mijn °mond de natiën het woord van het evangelie horen* en geloven*.
8 En °God, Kenner van harten, getuigt* tot hen, de heilige geest gevend*, zoals ook aan ons,
[Hand. 2:4]
9 en in niets onderscheid makend* tussen ons en hen, hun °harten reinigend* door het geloof.
[Rom. 3:22]
10 Waarom dan proberen jullie °God een juk op de nekken van de discipelen te laten plaatsen*, waarvoor zowel onze °vaders als wij niet sterk genoeg zijn* om te dragen*?
[Gal. 5:1]
11 Maar door de genade van de Heer Jezus geloven wij gered* te zijn op dezelfde wijze als zij."
12 En heel de menigte zwijgt* en zij hoorden door Paulus en door Barnabas onthullen welke tekenen en wonderen °God door hen doet* onder de natiën.
13 Na het zwijgen van hen, antwoordt Jacobus, zeggende: "Mannen, broeders, hoort* mij!
14 Simeon ontvouwt* hoe God eerst de natiën bezoekt* om een volk voor Zijn Naam te verkrijgen*. [Luc. 1:68]
15 En hiermee stemmen de woorden van de profeten in, zoals werd geschreven:
16 "Na deze dingen zal Ik terugkeren en herbouwen de tent van David, de gevallene. Ik zal het afgebrokene herbouwen en Ik zal haar weder oprichten,"
17 zodat "de overgeblevenen van de mensen de Heer zouden zoeken* en al de natiën over wie Mijn °naam is aangeroepen, zegt de Heer Die deze dingen doet,"
[Amos 9:11,12]
18 bekend van de aion.
[Jes. 45:21]
19 Daarom oordeel ik hen uit de natiën niet lastig te vallen die terug keren naar °God,
[1Thess. 1:9]
20 maar aan hen een brief te sturen*, zich te onthouden van de ceremoniële verontreiniging van de afgoden en van de prostitutie en van het verstikte en van het bloed.
[Gen. 9:4]
21 Want Mozes heeft vanaf oude generaties, stad na stad, de hem verkondigenden, gelezen wordend op iedere sabbat in de synagogen."
[Hand. 13:15]
22 Dan schijnt* het de apostelen en de oudsten goed, samen met de hele ecclesia, mannen uit hun midden te kiezen* en, samen met °Paulus en Barnabas, Judas, genaamd Bar-Sabbas, en Silas, leidende mannen onder de broeders, naar Antiochië te zenden,
23 door hun hand schrijvend*: "De apostelen en de oudsten, aan de broeders van °Antiochië en Syrië en Cilicië, en aan de broeders uit de natiën: Verheugt jullie!
24 Aangezien wij horen* dat sommigen uit ons voortkomend* jullie verontrusten* met woorden, jullie °zielen ontmantelen, aan wie wij geen opdracht gaven*,
25 schijnt* het ons goed, eendrachtig wordend*, mannen kiezend* om naar jullie te zenden*, samen met onze °geliefde Barnabas en Paulus,
26 mensen die hun zielen opgegeven hebben ten behoeve van de naam van onze °Heer, Jezus Christus.
27 Wij dan hebben Judas en Silas gemachtigd, en zij verkondigen door het woord hetzelfde.
28 Want het schijnt* de heilige geest en ons goed niet meer last op jullie te plaatsen dan deze noodzakelijkheden:
[Matt. 23:4]
29 onthouding van afgodenoffers, van bloed, van het verstikte, van prostitutie, uit welke jullie jezelf voorzichtig bewarend. Dan zal het jullie goed gaan. Vaarwel!"
30 Zij dan, inderdaad, de weggaanden*, kwamen* aan in Antiochië en de menigte verzamelend*, overhandigen* zij de brief.
31 Lezend* nu verheugen* zij zich over de vertroosting.
32 Zowel Judas als Silas, zij ook profeten zijnde, bemoedigen* velen door het woord en versterken* de broeders.
[Hand. 11:27] -
[Hand. 14:22]
33 Na verloop van tijd nu werden zij met vrede door de broeders weggezonden* naar de hen afvaardigenden.
34 [geen tekst]
35 Doch Paulus en Barnabas bleven in Antiochië, lerende en met vele anderen ook evangeliserende het woord van de Heer.
36 Doch na enige dagen zei* Barnabas tot Paulus: "Terugkerend* zouden wij de broeders moeten bezoeken*, die in iedere stad waarin wij het woord van de Heer aankondigen*, om te zien hoe het met ze gaat."
37 Barnabas nu was van plan ook °Johannes, genaamd Marcus, met hen mee te nemen.
[Kol. 4:10]
38 Maar Paulus achtte de van hen afwijkende* vanaf Pamfilië niet waardig met hen mee te komen* in het werk, deze niet met hen mee te nemen.
[Hand. 13:13]
39 Er kwam* nu verbolging zodat zij gescheiden* werden van elkaar, zodat °Barnabas °Marcus meenam* en weg vaart* naar Cyprus.
[Hand. 4:36]
40 Doch Paulus, Silas verkiezend*, ging* weg, aan de genade van de Heer overgedragen* zijnde door de broeders.
[Hand. 14:26]
41 Hij nu trok door °Syrië en °Cilicië, de ecclesias versterkend.
Terug naar de index.
Naar Handelingen 16
|
|