Notities bij de brief aan de Romeinen
deel 52
door D.H.Hough


De rijkdom van de natiën
Romeinen 11:12-15

"12 Betekent nu hun val rijkdom voor de wereld en hun tekort rijkdom voor de heidenen, hoeveel te meer hun volheid!
13 Ik spreek tot u, heidenen. Juist omdat ik apostel der heidenen ben, acht ik dit de heerlijkheid van mijn bediening,
14 dat ik zo mogelijk de naijver van mijn vlees en bloed mocht opwekken, en enigen uit hen behouden.
15 Want, indien hun verwerping de verzoening der wereld is, wat zal hun aanneming anders wezen dan leven uit de doden? "
Doorheen al deze hoofdstukken van Romeinen(9-11) heeft de apostel Paulus de ontwikkelingen rond Israël besproken, dat uitverkoren volk van God,
" immers, zij zijn Israelieten, hunner is de aanneming tot zonen en de heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de eredienst en de beloften; "
(Rom. 9:4)
In Paulus' dagen leek het lot van deze beloften bijzonder duister, want in plaats in te gaan in de vervulling van "de wederoprichting aller dingen, waarvan God gesproken heeft bij monde van zijn heilige profeten, van oudsher"(Hand. 3:21), wenste de meerderheid van de Israëlieten verbannen te zijn van Christus. In plaats van de beloofde zegeningen te ontvangen, begingen zij de meest ernstige van alle overtredingen: de verwerping van de Messias.

Er was echter één zeer positieve factor in dit geheel, en Paulus hield er stevig aan vast terwijl hij nadacht over Israël's toestand: God was aan het werk! Israël's overtreding had haar bedoeling en waarde in het uitwerken van Gods doelstelling; het introduceerde zegeningen voor de natiën en bereidde ook, door middel van jaloezie, de weg voor voor het leren van Israël en uiteindelijke redding door hun Redder, de Heer Jezus Christus.

12a.

"Betekent nu hun val rijkdom voor de wereld en hun tekort rijkdom voor de heidenen ..."
God bracht het goede voort uit Israël's overtreding, en veel daarvan kwam regelrecht ten goede aan de natiën. Vanwege de verzoening werd in het bijzonder de hele wereld aangeraakt door de rijkdommen van Gods vriendelijkheid en verdraagzaamheid en geduld, wat Paulus al in Romeinen 2:4 had vermeld. En ook vandaag nog brengt God niet een snel oordeel over mensen voor bepaalde overtredingen tegen Zijn heiligheid en goddelijkheid, zoals Hij dat bijvoorbeeld wel deed in de gevallen van de profeten van Baäl in de dagen van Elia(1Kon. 18) en Ananias en Saffira in de dagen van de apostelen(Hand. 5). Bovendien houdt Hij zich nu niet op een afstand van individuele heidenen die Hem zoeken, zoals bijvoorbeeld destijds wel bij Naäman(2Kon. 5) en Cornelius(Hand. 10), stellend dat hun zegeningen tot hen zouden moeten komen via geloofsgetrouwe Israëlieten.

Maar bovenal had de verzoening God op een duidelijker manier aan de natiën laten zien dan ooit tevoren. Toen Paulus in Athene was, zag hij daar een voetstuk dat opgericht was "Aan een onbekende[beter: onkenbare;WJ] god"(Hand. 17:23). Maar nu is Hij kenbaar tot op een niveau dat de wijze wereld van die tijd nooit bereikt zou kunnen hebben.

Maar de verzoening is een onzichtbare "geestelijke" zegen, die nauwelijks door de mensheid waargenomen wordt. Op indirecte wijze hebben we er allen voordeel van, gelovig of ongelovig, maar het is niet zoals met voedsel en onderdak, iets dat we kunnen zien en aanraken. De voordelen die de natiën vandaag oogsten vanwege Israël's overtreding zijn groot en rijk, maar ze zijn moeilijk te beseffen.

12b.

"hoeveel te meer hun volheid!"
"Dan zal de wereld gezegend worden in een mate die nu niet mogelijk is. Nu ontvangen de natiën alleen "geestelijke" zegen. Dan, door Israël, zal ook "fysieke" zegen naar hen toevloeien.(Condordant Commentary, p.241).

Het complement van Israël.
De uitdrukking "hun volheid" vertaalt hetzelfde Griekse woord pl^roma, dat in Romeinen 11:25 [in de Engelstalige Concordante vertaling: WJ] wordt weergeven met "complement". Het verwijst naar "dat wat wordt aangevoerd om te vullen, een deel dat vult; niet volledigheid, de toestand van vol zijn, maar de noodzakelijke aanwas die het volledig maakt.."(Keyword Concordance, p.108. Van Dale geeft het als: "gedeelte dat ontbreekt om iets volledig te maken"). In dit geval zal het complement de volmaking zijn van Israël's beproevingen en de laatste stappen in God;s plan met hen in de huidige aion, ze binnen brengend in het beloofde Koninkrijk, zoals beschreven in het boek Openbaringen.

Het complement van Israël en het complement van de natiën zijn twee onderscheiden fasen van Gods doelstelling voor de mensheid, en het feit dat de twee uitdrukkingen hier in Romeinen 11 gebruikt worden, op slechts een paar verzen afstand van elkaar, geeft ons de gelegenheid ze van elkaar te onderscheiden.
Doorheen de huidige aion is God bezig geweest met het uitvoeren van een speciale operatie onder de natiën, die we kunnen naspeuren door Zijn handelen met Ismaël, Ezau, Assyrië en in het bijzonder Babylon en haar opvolgers: de Medo-Persische, Griekse en Romeinse rijken. Met de bediening van Paulus nemen deze operaties nieuwe richtingen en nieuwe dimensies aan, die direct verbonden zijn met het woord van de verzoening, en wanneer deze operaties beëindigd zullen zijn en het laatste deel van hen tot erkentenis is gebracht, dan zal het complement van de natiën binnengaan(Rom. 11:25).

Maar toch is God nu ook bezig met Israël, ze door vele beproevingen en veel onrust brengend naar de tijd wanneer hun Messias aan hen onthuld zal worden in macht en majesteit. Dan zullen de woorden van Jesaja(40: 1,2) bewaarheid worden:

"Troost, troost mijn volk...
zijn lijdenstijd volbracht is,
dat zijn ongerechtigheid geboet is,
dat het uit de hand des Heren
dubbel ontvangen heeft
voor al zijn zonden. "

Nu we nota genomen hebben van het onderscheid tussen het complement van Israël en dat van de natiën, moeten we ons haasten waar te nemen dat Romeinen 11 niet in hoofdzaak bezig is met het vaststellen van dit soort zaken. Terwijl we deze onderscheiden veronderstellen en we ze gebruiken als basiskennis, richt dit deel van de Schrift onze aandacht op de zekerheid dat God voleindigt waaraan Hij is begonnen. Wat ook ons "bedelings-inzicht" moge zijn, we moeten allen instemmen met dit feit: God is getrouw en Hij zal Zijn beloften nooit onvervuld laten.

In de uiteindelijke analyse is het onderwerp van het aanvullen of complement van Israël er een die onze aandacht richt op de betrouwbaarheid van God. Dit is de hoofdzaak die voor ons ligt, en de situatie van Israël's huidige afvalligheid onderwerpt dit alles aan een echte test. Het is Paulus' overtuiging dat God Zijn doelstellingen met Israël zeker tot volmaken, en, door dat te doen, ook de zegeningen voor de natiën zal vermenigvuldigen.

13.

"Ik spreek tot u, heidenen. Juist omdat ik apostel der heidenen ben, acht ik dit de heerlijkheid van mijn bediening"
De heerlijkheid van Paulus' bedeling is dat ze de trouw, genade en liefde van God ontvouwt op een niveau zoals dat nooit eerder bekend gemaakt was. Een nieuw tijdperk is geopend waarin de natiën voordeel hebben van de verzoening. Als ambassadeur voor Christus streefde Paulus er naar het woord van de verzoening overal waar hij ging bekend te maken,
" Wij zijn dus gezanten van Christus, alsof God door onze mond u vermaande; in naam van Christus smeken wij u: weest met God verzoend!"
(2Kor. 5:20;CV)

We kunnen veilig stellen dat er nooit een groter verkondiger van deze boodschap is geweest dan Paulus. Ja, het woord van de verzoening is zo verwaarloosd, dat het vrijwel vernietigd is geworden in het evangelisatiewerk.

Veel van de christelijke zendingsactiviteit is geconcentreerd op sociale- en zelfs politieke zaken, en God is vaker, zelfs in de hardste bewoordingen, voorgesteld in verband met oordeel en bedreiging met een eeuwige hel. Maar toch, met vallen en opstaan, is er iets van Gods geduld en genade bekend geworden, en al is het dan niet door dienaren van het Woord, dan tenminste toch door het getuigenis in de houding van gelovigen, die vertrouwen in de liefde van God tonen. Ondanks valse leer van mensen is er in heel de wereld een maat van geloof dat God goed is.

14.

"dat ik zo mogelijk de naijver van mijn vlees en bloed mocht opwekken, en enigen uit hen behouden."
Het kan voor ons moeilijk zijn de kracht van dit voordeel voor Israël, iets dat Paulus "hun jaloezie" noemt, op waarde te schatten. Maar aangezien het woord "jaloezie" letterlijk "kokende" betekent, zouden we in staat moeten zijn dit te verbinden met de brandende onrust onder de Joden, zelfs vandaag, nu ze doorheen heel de wereld en in het Midden-Oosten zijn verspreid, die proberen de vervulling van Gods beloften door hun eigen inspanningen voor elkaar te krijgen. Paulus kende de geest in zijn verwanten naar het vlees, en hij begreep de oorzaak van hun verlangens maar al te goed. Hun belangstelling is veel meer gericht op de zaken die de natiën genieten, dan in een vuur voor de dingen van God.

Deze houding zal op den duur Israël leiden naar een erkenning van hun echte afhankelijkheid van God, maar in de tussentijd brengt het ook voordeel aan sommigen uit Israël door hen vandaag op God te richten. Vandaar dat Paulus sprak van het "behouden" van enkelen van hen door zijn bediening. Het is uiteraard niet zo dat Paulus ze eigenhandig redde, maar in zijn dienst als ambassadeur van Christus gaven sommige Joden gehoor aan de boodschap van vrede en werden op die manier door God gered van hun kokende onrust en ijdele ambitie. Zou het niet fijn zijn als meer uit die natie, en ook meer uit de heidenen, en zelfs meer van ons die geloven dat Christus stierf voor onze zonden, deze voordelen van vreugde en vrede reeds nu zouden kunnen waarderen?

15.

"Want, indien hun verwerping de verzoening der wereld is, wat zal hun aanneming anders wezen dan leven uit de doden?"
De verzoening van de wereld is een van de meest opmerkelijke en weldadige gevolgen van Gods tijdelijk verwerpen van Israël. Toch is dit niet opgemerkt door de overgrote meerderheid van christelijke commentatoren die zich met deze passage hebben bezig gehouden. Voor het merendeel is het woord "verzoening" gezien als te verwijzen naar wat Paulus eerder in Romeinen geschreven heeft over rechtvaardiging of verlossing van de gelovige door het bloed van Christus. En de betekenis van het woord "wereld" is beperkt, zodat het slechts de gelovigen betekent.
Toch hoeven we niet te wachten totdat Israël weer terug is in Gods gunst, voordat we een voorsmaak kunnen genieten van "leven uit de doden." Paulus heeft ons in feite al in Romeinen gezegd dat we het huidig voorrecht hebben dat we ons voor God mogen stellen als levend uit de doden(Rom. 6:13), en later, in Kol. 3:1, maakt hij bekend dat we al opgewekt zijn, in geest, tezamen met Christus.

Het evangelie van onze redding is in Romeinen 11 niet in beeld, maar veel meer is dat het woord van de verzoening, de boodschap dat

"God in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende was, door hun hun overtredingen niet toe te rekenen"
(2Kor. 5:19)
Wanneer de Redder uit Zion zal komen voor Israël, dan zullen de zegeningen die de natiën betreffen, zowel geestelijk als fysiek, zoveel groter zijn dan de huidige gevolgen van de verzoening, dat het zal lijken op leven uit de doden.





Dit artikel is afkomstig uit U.R.Magazine, jaargang 75, pagina 81.
Uitgave van Concordant Publishing Concern

Voor meer delen uit deze serie, klik hier



www.hetbestenieuws.nl