De "bedwelming" van onze levens
door André Sneidar

"2 IJdelheid van ijdelheden, zegt Prediker, ijdelheid van ijdelheden, alles is ijdelheid.
3 Welk voordeel is er voor de mens met al zijn gezwoeg, waarmee hij zwoegt onder de zon?
4 Een generatie gaat en een generatie komt, maar de Aarde staat voor de aion.
5 En de zon straalt en de zon gaat onder en hijgt naar zijn plaats waar hij straalt.
6 Gaande naar het zuiden en omkerend naar het noorden, omkerend, omkerend, gaat de wind en door zijn rondgang keert de wind terug.
7 Alle waterlopen gaan naar de zee, toch wordt de zee niet vol. Naar de plaats van waar de waterlopen gaan, daar keren zij naar terug, om opnieuw te gaan.
8 Alle woorden zijn vermoeiend. Een man is niet in staat om ze te spreken, een oog wordt niet verzadigd door te zien en een oor wordt niet gevuld door het horen"

(Pred. 1:2-8;SW)

Salomo beschrijft de meedogenloze kringloop van het aardse leven. Het kan lijken op een tredmolen, een vals getuigenis tegen ijdelheid, de race van het menselijk bestaan. U weet waarover ik het heb. Sommige dagen kunnen meer lijken op een bedwelming, waarin niets van belang is, en met allerlei dingen die de boel in de war sturen en er een puinhoop van maken en wij ons uiteindelijk een mislukkeling voelen.

Is het u ooit opgevallen hoe het schijnt dat alledaagse dingen zich maar lijken op te stapelen; de dingen die gemaakt "moeten" worden, of gewoon in de dingen die gedaan "moeten" worden in de normale gang van zaken in het dagelijks leven? We bevinden ons in de positie van het oude spreekwoord: "Hoe meer ik doe, des te meer raak ik achter," of "Hoe harder ik werk, des te meer werk ik vind dat gedaan moet worden."

De kringloop van het aardse leven kan nogal eens zwaar en vermoeiend zijn, met zich herhalende aanvallen van ontmoediging, overweldigend en deprimerend. Het gevoel van nietigheid en falen is een bijproduct van het adamisch leven, en ik merk dat ik vaker in die plaats leef dan ik wel zou willen. Ik geloof dat de Heer ons toestaat op het randje te leven, zodat we geen andere keuze hebben dan alleen in Hem te rusten. Uiteindelijk is Hij het Die in ons "zowel het willen en het werken werkt" (Filip. 2:13;SW).

Geloof brengt ons altijd terug naar de plaats waar, als er falen is, dat het Zijne moet zijn. Want tenslotte is Hij alles wat we echt hebben; en Hij is alles wat we echt nodig hebben - want is Hij niet onze vader en de MEESTER van het universum.

Wanneer wij zwak zijn, dan zijn wij sterk (2 Korinthe 12:10). Dat is de waarheid die Paulus onderwees en leefde! Wij neigen er naar dat we dingen gedaan krijgen, of dingen niet gedaan krijgen door het oog van menselijke prestaties - door onze eigen inspanning - in plaats van door het goddelijk gezichtspunt van "wij zijn Zijn vakmanschap" (Efe. 2:10;SW). Alles wat echt wordt gedaan is sowieso niet zo zeer "wat wij doen," of "onze resultaten;" nee, het gaat over wat "voor ons" en "door ons" gedaan wordt - uiteindelijke zijn WIJ het werk - "Zijn vakmanschap." Dus, ook al lijken we een mislukkeling, toch wordt er iets gedaan; en alleen het oog van het geloof kan dat zien!

Het menselijk oog zoekt altijd in "dingen" naar de oplossing en overwinning, in "omstandigheden" en in "situaties." Als die maar zouden veranderen, zo denken wij, dan zouden we "succes" hebben. Maar God zoekt in plaats daarvan er naar om in de "dingen," in de "omstandigheden" en in de "situaties" ons te veranderen, zodat in welke staat waarin we zijn we het ware leven en de echte vreugde en tevredenheid in Hem kunnen vinden (Filip. 4:11).

Hoe vaak vergeten we dit en worden we terug getrokken naar de "dingen," de "omstandigheden" en de "situaties"? Het is in een fysieke wereld niet gemakkelijk te zien met de ogen van geloof. Onze levens kunnen voor ons een totale ramp lijken, op het punt te staan van complete ineenstorting. Het gras-is-groener-bij-de-buren syndroom is zo echt voor onze harten. "Als ik maar .... had," hoe anders zou alles zijn. En wat komt er nadat wij ook gekregen hebben wat we denken "nodig" te hebben? We krijgen gewoon weer een nieuw "Als ik maar .... had" om de vorige te vervangen. We moeten ons hierdoor niet laten bedriegen; het is alleen maar die valse kringloop van Adams oude zoektocht naar de betekenis van het leven. We moeten ons steeds deze waarheden herinneren.

Ik moet vaak denken aan dit vers:

"En het benauwt David zeer, want het volk zei hem te stenigen, want de ziel van heel het volk was bitter, elk vanwege zijn zonen en vanwege zijn dochters. En David bemoedigt zichzelf in JAHWEH, zijn Elohim."
(1 Sam. 30:6;SW)

"Het benauwt David zeer," maar hij "bemoedigt zichzelf in JAHWEH, zijn Elohim." Wij dienen te leren te doen wat David deed. Ik kan u niet vertellen hoe vaak ik me zo ontmoedigd en benauwd heb gevoeld, me gevoeld op het randje van het in de ring werpen van de handdoek over ALLES; maar dan vertelde mijn hart mij de dingen die mijn Vader mij op mijn reis met Hem leerde.

Laten wij, terwijl we door de bedwelming van onze levens gaan, ons herinneren dat God in Zijn goede welbehagen er voor heeft gekozen dat wij "Zijn vakmanschap" zijn. Er is, in Zijn goddelijk werken, iets heerlijks dat niet, maar op de een of andere manier toch vaak, vergeten schijnt te worden. Wat is het? Het is dat aangezien God ons heeft gekozen, wij dan daardoor: dwaas, zwak, laag en veracht zijn (1 Kor. 1:27). Gods werk in Zijn uitverkoren vaten wordt vaak niet (misschien wel nooit) bereikt op de manier van een grote toneelproductie, die de aandacht richt op de spelers. Hij gebruikt de dwaze, zwakke, lage en verachte. En lof zij de Vader, want wij zijn er voor gekwalificeerd!
Zeker ik!


B I B L E S T U D E N T ’ S P R E S S ™
Study Shelf, PO Box 265, Windber, PA 15963
1-800-784-6010 / www.StudyShelf.com
Taken from the Bible Student’s Notebook™, a weekly Bible study publication available in two formats (electronic and printed)
http://www.BibleStudentsNotebook.com



© www.hetbestenieuws.nl