In Lucas 2:42 staat het volgende over Jezus geschreven: 
       
        "En toen Hij twaalf jaren WERD, gingen zij 
          op naar het gebruik van het feest."
      
      In de meeste vertalingen zult u bovenstaande weergave 
        niet aantreffen. Niettemin is de gepresenteerde vertaling taalkundig volkomen 
        verantwoord (zie voetnoot). Het zal duidelijk 
        zijn dat deze vertaling expliciet licht werpt op het tijdstip van Jezus' 
        verjaardag en daarmee uiteraard op het tijdstip van zijn geboorte. Jezus 
        werd twaalf, toen Hij met zijn ouders vanuit Nazareth opging naar Jeruzalem 
        om het Pascha te vieren. Het Pascha komt ongeveer overeen met ons Paasfeest, 
        en vindt plaats in de eerste maand van de Hebreeuwse kalender. Het eigenlijke 
        Pascha vangt aan op de veertiende terwijl het bijbehorende feest vanaf 
        de vijftiende tot en met de een en twintigste van de maand voortduurt. 
        Wanneer we ons realiseren dat de afstand tussen Nazareth en Jeruzalem 
        meer dan honderd kilometer is, dan begrijpen we dat een voetreis naar 
        Jeruzalem zeker een dag of vier in beslag genomen zal hebben. Lucas meldt 
        ons dat gedurende één van deze dagen Jezus twaalf jaar werd.
      
        Is het mogelijk om nog preciezer aan de weet te komen wanneer Jezus jarig 
        was? Zijn we in staat op Bijbelse gronden een exacte geboortedatum vast 
        te stellen? Laten we ons eens wenden tot enkele bijzonderheden van de 
        Hebreeuwse kalender. In Exodus 12 (SV) lezen we:
       
        3. Spreekt tot de ganse vergadering van Israel, 
          zeggende: Aan DE TIENDE VAN DEZE MAAND neme een iegelijk een 
          lam, naar de huizen der vaderen, een lam voor een huis (..)
          5. Gij zult een volkomen lam hebben, een mannetje, een jaar oud; van 
          de schapen of van de geitenbokken zult gij het nemen.
          6. En gij zult het in bewaring hebben tot DE VEERTIENDE DAG van deze 
          maand; en de ganse gemeente der vergadering van Israel zal het slachten 
          tussen twee avonden.
      
      Het gaat hier over de tiende dag van de eerste maand 
        (Nisan). Het is de datum dat de Israëlieten een lam in huis moesten 
        nemen tot de veertiende van de maand. Vanaf de tiende tot de veertiende 
        Nisan was er een lam in huis, dat verzorgd moest worden, eten moest krijgen, 
        etc. Om vervolgens dit lam op de veertiende dag van de maand te slachten. 
        Dit laatste is EXACT vervuld toen Jezus werd gekruisigd, vlak voor het 
        feest van Pascha. Vandaar dat Paulus schreef:
       
        Want ook ons Paaslam is geslacht: Christus.
          (1Korinthe 5:7)
      
      Als het slachten van het Paaslam een 
        type is van de kruisiging van Jezus Christus op de veertiende Nisan, waarvan 
        spreekt dan de tiende Nisan, de dag dat het Paaslam in huis werd genomen? 
        Het eerste, meest voor de handliggende antwoord moet zijn dat deze gebeurtenis 
        spreekt van de dag dat het Paaslam zijn intrek nam in het huis van Israël. 
        Kortom, het spreekt van de dag dat Jezus geboren werd. 
        Dit wordt bevestigd in het markante TEKEN van zijn geboorte
       
        En dit zij u het TEKEN: Gij zult 
          een kind vinden in doeken gewikkeld en LIGGENDE IN EEN KRIBBE.
          (Lucas 2:12)
      
      De kribbe (een voederbak) wordt hier een 
        TEKEN genoemd. Niet verwonderlijk in het licht van het bovenstaande. Vanaf 
        de tiende van de maand was immers in menig huis van de Israëlieten 
        een kribbe te vinden, ter verzorging van het paaslam. En dat moest voor 
        de herders (!) tot teken dienen. Me dunkt, een duidelijke verwijzing naar 
        het Paaslam. Dat Jozef en Maria daar wellicht in het geheel niet aan gedacht 
        hebben toen zijn hun eerstgeboren baby in een kribbe neerlegden, doet 
        daarbij niet ter zake. Voor hen was het ongetwijfeld niet meer dan een 
        noodmaatregel vanwege de drukte in Bethlehem. Drukte in Jeruzalem en omstreken 
        die uiteraard ook verband hield met het aanstaande Pascha. Maar het moet 
        toch duidelijk zijn dat God deze geschiedenis heeft gearrangeerd zodat 
        de noodmaatregel van de jonge ouders ten diepste een Goddelijke vingerwijzing 
        is naar het Paaslam. Vandaar een "teken".
      
        Vlak voor Jezus' kruisiging zou de tiende Nisan opnieuw een grote rol 
        spelen in Jezus' leven. Het is namelijk de dag van de (zogenoemde) intocht 
        te Jeruzalem. In Johannes 12:1 lezen we:
       
        Jezus dan kwam zes dagen voor het Pascha te Betanie, 
          waar Lazarus was, die Jezus uit de doden had opgewekt.
          (Johannes 12:1)
      
      Met het Pascha, doelt Johannes hier op het féést 
        van Pascha, dat op de vijftiende van de maand aanving. Rekenen we terug, 
        dan arriveerde Jezus op de negende Nisan in Betanie.
       
        Zij richtten daar dan een maaltijd voor Hem aan 
          en Marta bediende, en Lazarus was een van hen, die met Hem aan tafel 
          waren.
          (Johannes 12:2)
      
      De maaltijd hier betreft de avondmaaltijd. Nu moeten 
        we weten dat de kalenderdag bij Joden verloopt van avond tot avond, zodat 
        we daarmee kunnen vaststellen dat de avondmaaltijd die hier ter ere van 
        Jezus wordt aangericht, plaatsvond op de tiende Nisan. Op Jezus' verjaardag 
        dus!
        Daar blijft het niet bij, want "de volgende dag" (12:12; maar 
        let wel: dezelfde kalenderdag: tien Nisan) wordt Jezus met veel gejuich 
        binnengehaald binnen de muren van Jeruzalem. Een tweede vervulling van 
        Exodus 12! Hoewel het volk Hem begroet als (jarige) Koning, weet Jezus 
        zélf maar al te zeer dat Hij als Paaslam naar binnen ging. Om op 
        de veertiende "als een lam ter slachtbank" te worden geleid. 
        
      
        Als 'de intocht te Jeruzalem' plaatsvond op zondag, 
        de tiende Nisan, dan komen we precies een week later (wederom op zondag) 
        uit op de zeventiende Nisan. Het is de datum van Christus' opstanding. 
        Dat dit tevens samenviel met de dag van "de eerstelingsgarve" 
        laat ik hier buiten beschouwing. In dit verband gaat het me er slechts 
        om dat de datum van de opstanding exact samenvalt met een andere belangrijke 
        gebeurtenis in Jezus' leven: zijn besnijdenis. Als Jezus werd geboren 
        op tien Nisan en vervolgens op de achtste dag werd besneden (Lucas 2:21) 
        dan brengt ons dit namelijk eveneens op de zeventiende Nisan. De besnijdenis 
        in het algemeen is een embleem van de belofte van nieuw leven. God gaf 
        dit lid-teken aan de negenennegentigjarige Abraham, als garantie dat God 
        uit de 'verstorven' Abraham nieuw leven zou verwekken. Het "zaad 
        van Abraham", dat sowieso heenwijst naar de Messias (Galaten 3:16), 
        maar zeker als we ons realiseren dat dit zaad (zinnebeeldig) voortkwam 
        uit de dood. Verder is het zo dat bij een besnijdenis de voorhuid wordt 
        weggenomen, of anders gezegd: de vrucht wordt zichtbaar gemaakt. Daar 
        zit heel veel aan vast, maar het is nu genoeg om vast te stellen dat de 
        besnijdenis een symbool is van vruchtbaarheid en nieuw leven en daarmee 
        ten diepste heenwijst naar de opstanding van Jezus Christus. Kortom, voor 
        de besnijdenis van Jezus kon geen betere datum dienen, dan de datum waarop 
        Hij later definitief het graf leeg achter zou laten.
      
        Uit Lucas 1:36 weten we dat de geboorte van Johannes zes maanden eerder 
        was uitgerekend dan die van Jezus. Wanneer we vanaf de tiende Nisan precies 
        zes maanden terug rekenen, dan komen we uit op tien Tisri, dit is Jom 
        Kippoer, Grote Verzoendag! Opnieuw dus een zeer bijzondere datum. Kon 
        de zoon van een priester zich een mooiere geboortedatum wensen? Het was 
        deze Johannes, die als een ware priesterzoon vele jaren later zijn (achter-)neef 
        aanwees met de woorden: 
       
        Zie, het lam Gods (het Paaslam!), dat de 
          zonde der wereld wegneemt.
          (Johannes 1:29)
      
       
      
        
          | 
 De  leest:"And when He came to be twelve years old, at their 
              going up into Jerusalem according to the custom of the festival...".
 
 (Jehovahs Getuigen) leest:
 "And when He became twelve years old, they went up according 
              to the custom of the festival...".
 Let wel, dat er in het Grieks egeneto 
              staat dat "werd" betekent en niet "was" o.i.d..In 
              Lucas 3:23 staat van Jezus dat Hij "ongeveer dertig jaar zijnde" 
              begon met zijn optreden. Dit "zijnde" (Gr.oon) geeft ruimte 
              voor een jaar speling. Deze ruimte ontbreekt in de strikte lezing 
              van Lucas 2:42. Er staat  in Lucas 2:42:
 "En toen Hij twaalf jaren WAS, gingen zij op naar het gebruik 
              van het feest",
 :
 "En toen Hij twaalf jaren WERD, gingen zij op naar het gebruik 
              van het feest."
 |