De minder bewandelde weg - deel 5
door
Rick Longva

(Ga met de muis op een onderstreepte tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)
(Alle Schriftteksten zijn uit de SchriftWoord vertaling, tenzij anders aangegeven)

Eén geest

"Maar die zich hecht aan de Heer is één geest."
(1 Kor. 6:17)

Ook al wandelen we in een natuurlijke wereld, toch worden we omringd door een hemelse aanwezigheid. Paulus vertelt ons dat we allemaal leven en ons bestaan hebben in God "weliswaar niet ver weg van een ieder van ons zijnde. Want in Hem leven wij en bewegen wij en zijn wij" (Hand. 17:27,28)

Iedere ademtocht van ons is vol van de leven gevende geest van God. Zij die op de minder bewandelde weg zijn, zijn tot een bewustwording hiervan gekomen; we bewegen ons in God! Dit huidige leven is waar God hen apart zet die als dienaren met Christus zullen heersen over de rest van de mensheid, met en namens Hem in de toekomende aionen. Het is niet dat sommigen van ons bijzonder zijn, maar de reden is bijzonder: om heel de schepping tot een kennis van God te brengen. 1 Korinthe 6:2,3 zegt ons: "Of hebben jullie niet waargenomen dat de heiligen de wereld zullen oordelen? En indien in jullie de wereld wordt geoordeeld, zijn jullie de minste van rechtbanken onwaardig. Hebben jullie niet waargenomen dat wij boodschappers zullen oordelen? En dan niet de zaken van het leven?" Deze verantwoordelijkheid is er een die onbekend is aan de meerderheid die nu in Christus gelooft; toch zal het de taak zijn van allen die nu geloven, om in de toekomst er voor te zorgen dat de schepping God recht verstaat, want dat is wat oordelen betekent: recht maken.

Dit leven is de poort naar dat wat staat te komen. Dit is het leven waar onze relatie (van de gelovige) met de Heer begint, niet in het volgende. Hier worden ons de waarheden met betrekking tot God getoond, dit is waar we onze eigen redding uitwerken, maar niet zonder de hemelse aanwezigheid van de geest van God werkend in ons, zoals Paulus ons vertelt: "Zodat, mijn geliefden, ... jullie met vrees en siddering de eigen redding bewerken! Want God is het Die in jullie zowel het willen als het werken inwerkt, ten behoeve van het welbehagen" (Filip. 2:12,13).

Het is niet dat enkelen van ons meer geestelijk zijn dan de volgende persoon; de meesten op deze weg zijn dat niet. In feite zijn de meesten zich zeer bewust van hun vlees, hun tekortkomingen en hun falen; we zouden liever absent zijn van dit lichaam en aanwezig zijn bij de Heer En wij hebben moed en wij hebben veeleer een welbehagen buitenshuis te zijn vanuit het lichaam, en thuis te zijn bij de Heer. [2 Kor. 5:8]. Toch wandelen we hier met al onze fouten en wachten we allen op ons lotdeel. Dit is één van de redenen waarom Christus ons, die geloven, Zijn geest geeft, zodat we altijd een stukje van ons lotdeel bij ons hebben.

Daarom brengen we nu, met de geest woning makend in ons, niet al onze tijd door met proberen te repareren wat in deze sterfelijke lichamen niet gerepareerd kan worden. Ons is de geest gegeven opdat wij het vermogen hebben voorbij deze lichamen te kijken waarin wij sterven, voorbij de tijd waarin we leven; niet om enige van deze aardse banden te negeren - aangezien dit is waar wij op de smalle weg onze reis van het kennen van de Vader en Zijn Zoon beginnen, maar om de geest van God te hebben die ons denken opent voor waarheid, alsook voor een tijd waarin wij allen één in God zullen zijn. We kijken niet terug, we kijken vooruit.

Wat bedoel je met: We kunnen het verleden niet herleven?

We kunnen het niet.

Op de Pinksterdag goot de geest zich uit op de apostelen in de bovenkamer. Nooit in de geschiedenis van de mensheid heeft dit op die schaal plaatsgevonden. Vandaag geloven velen dat dit nu ook gebeurt en op hetzelfde niveau, maar de vrucht van hun leer laat zien dat dit onjuist is. Deze uitstortingen van vandaag zijn op z'n best zwakke imitaties en alleen het niet onderscheid makende vlees is tevreden met de show. De geest werkt nu in stilte, binnenin de gelovige. Paulus vertelt ons dat God Zijn Zoon IN ons onthult om Zijn Zoon in mij te onthullen opdat ik Hem zal evangeliseren in de natiën, ging ik niet onmiddellijk te rade bij vlees en bloed. [Gal. 1:16]. Iedere uiting nu van de geest wordt onthuld door de waarheid vanuit de Schrift. Velen zullen hier hier mee oneens zijn, en dat is prima, maar ik vraag alleen dat u kijkt naar deze zogenaamde uitgieting van geest die velen stellen dat gebeurt, naar wat er gebeurt en wat het bevredigt.

Vandaag schijnt het dat waarheid niet op het prioriteitenlijste staat; tekenen en wonderen is waar men naar zoekt. Maar wat nu onbekend schijnt te zijn is dat deze tekenen en wonderen plaatsvinden binnenin de gelovige, niet aan de buitenkant. Het enig aandeel van de kant van de mens in deze is stil te zijn en te luisteren terwijl de geest ons bijvalt, in overeenstemming met de Heer. We nemen deel door middel van gebed en door studie, en het is de geest die ons dieper drijft in de Schrift, de waarheden zoekend die wachten op onthulling. Dat is waarom wij worden verteld God te aanbidden in geest en waarheid; het is alleen door de inwonende geest dat wij ons van waarheid bewust worden. Tijd doorgebracht in de Schrift is tijd doorgebracht met de geest van waarheid, waarheid onthullend die begraven is onder het woord van waarheid.

Religies gedijen omdat de meeste mensen de positie van de geest niet begrijpen. Ze verlangen naar voorbije dagen, zoals de Pinksterdag, met de vurige tongen die op hun hoofden dansten, wachtend op het bewegen van het water en tekenen en wonderen of wat anders dat de ziel en de ogen bevredigt. Gaan we hieraan voorbij en worden we ons bewust dat de geest in ons woning aan het maken is, veroorzakend dat wij een met de Heer worden, dan verdwijnt de noodzaak voor tekenen en wonderen aan de buitenkant, en begint zich van binnenuit een nieuwe schepping te manifesteren en worden wij een in geest met en in de Heer.

In Zijn wereld

Dat er een geestenwereld is die naast de onze bestaat is niet een zaak van science fiction, en hoewel er vandaag zijn die buote en overdreven claims maken dat ze naar deze andere wereld getransporteerd zijn (hemel en hel), met verhalen over het zien van engelen en demonen, het feit blijft dat er een menigte aan geesteswezens is dat naast ons bestaat.

Elisa en zijn dienstknecht waren, terwijl ze opgejaagd werden door Ben-Hadad, omgeven door een leger van strijdwagens van Ben-Hadad in het dorp waar ze verbleven. Elisa's hulpje nam aan dat alles verloren was, maar Elisa zag voorbij het vlees en hij zei: "Het moet niet zo zijn dat jij bang bent, want die bij ons zijn zijn meer dan die met hen zijn" (1 Kon. 6:16). Toen bad Elisa en zei: "JAHWEH, open alstublieft zijn ogen, dan zal hij zien." En JAHWEH ontsluit de ogen van de jongeman en hij ziet. En zie!, de berg was vol van paarden en vurige strijdwagens, rondom Elisa" (1 Kon. 6:17)

Zoals het ging met Elisa's dienstknechtje, zo ook moet de geest onze ogen openen voor de aanwezigheid van de Heer, in wiens aanwezigheid wij en de hele wereld leeft. Jeremia vertelt ons:

"Vul Ik niet de hemelen en het land?, is de verzekering van JAHWEH."
(Jer. 23:24)

Pas nadat wij tot dat bewustzijn komen kunnen we zien wat de dienstknecht van Elisa zag nadat Elis bad voor de opening van diens ogen. Wij zullen misschien niet een hemelse menigte zien, en ik denk niet dat dit de reden was dat de ogen van de dienstknecht werden geopend; wat wij zullen zien is de waarheid dat God ons helemaal omgeeft, Zijn werk werkend in ons, Zijn Zoon in ons onthullend.

Gods geest doen hen die geloven herleven, ze brengt ons in God-bewustzijn. Jesaja zegt:

"Want zo zegt de Hoge en de Verhevene, Die tabernakelt in de toekomst. En Heilig is Zijn Naam. Op de hoogte en in de heilige plaats tabernakel Ik en bij de verbrijzelde en bij de lage van geest, om de geest van de lagen te doen herleven en het hart te doen herleven van de verbrijzelde."
(Jes. 57:15)

Paulus, terwijl in de gevangenis, wachtend op zijn executie, zei: "Maar de Heer stond mij bij en Hij maakte mij bij machte" (2 Tim. 4:17). Ik weet niet of de Heer letterlijk naast Paulus stond of dat Zijn geestes-aanwezigheid zo groot was dat Paulus kon zeggen dat Hij hem bijstond. Wat het ook was, Paulus zegt dat, zelfs terwijl hij op zijn executie wachtte, aan hem kracht gegeven werd. Christus was aanwezig bij Paulus, in hem verblijvend en in zijn wereld, die op dat moment een gevangenscel was.

De geest maakt ons bekend met leven in God

Van Morrison schreef deze tekst:

"Wanneer zal ik eens leren te leven in God,
wanneer zal ik eens leren? Hij geeft mij alles wat ik nodig heb, en meer!
Wanneer zal ik eens leren?

Dat we leven in God is een waarheid die we allemaal zouden moeten leren verstaan. Veel mensen leven hun leven alsof er geen God is, of dat Hij afwezig is, en zijn zich onbewust van de dingen die in en om ons en onze levens afspelen. Ze worden gegrepen of afgeleid door de laatste nieuwskoppen en hun levens worden plotseling bedreigd door een werelddictator die nog moet opstaan of door een economie die nog moet komen, in plaats van dat men in God leeft leeft men in angst.

De psalmist David schreef:

"Van JAHWEH is het land en haar volheid, de woonplaats en die er in verblijven."
(Psalm 24:1)

Dat God de Eigenaar van allen is zou ons allen een bewustzijn moeten geven van ons leven in Hem, en met dat bewustzijn zou de vrede moeten komen van God Die in ons leeft.

Naar mate die op de minder bewandelde weg nader tot God komen in waarheid, vinden we: "U zal aan mij het pad van het leven bekend maken. Verzadiging van vreugde is voor Uw aangezicht. Aangename dingen zijn blijvend in Uw rechterhand." (Psalm 16:11)

Het is Gods geest in ons die ons bekend maakt met het pad van leven, het leven dat leidt naar waarheid in Hem, een leven dat leidt naar levendmaking. Jezus zei deze woorden met betrekking tot dit leven: "Ik kwam opdat zij aionisch leven zullen hebben en zij het bovenmatig zullen hebben" (Joh. 10:10). Ons vlees zal op dit momen niet het bovematige leven voelen dat rondom ons is, maar onze geest binnenin ons doet dat wel.

Het vlees zal nooit één zijn met de geest: "Het vlees baat niets. De uitspraken die Ik tot jullie gesproken heb zijn geest en zijn leven" (Joh. 6:63).

Het vlees zal altijd de laatste trend volgen, religieus of werelds; het is in het verleden gebeurd en het zal in de toekomst gebeuren, in het bijzonder bij hen die zoeken naar iets buiten God en bij hen die hun ogen van Hem afgewend hebben. Maar er staat geschreven: "Gelukkig die Zijn getuigenissen bewaren; met heel hun hart vragen ze naar Hem" (Psalm 119:2). En zoals Paulus zei, Hij is bezig "om Zijn Zoon in mij te onthullen" (Gal. 1:16).

Het is alleen in Zijn genade dat wij onze tevredenheid vinden, omdat het door Zijn genade is dat wij leven, en door Zij genade leert Hij ons hoe in Hem te leven, en Zijn genade is wat ons redt uit deze vleselijke lichamen die tegen de geest in gaan. Paulus vraagt in Romeinen hoofdstuk zeven: "Wie zal mij uitredden uit dit lichaam van deze dood?" Zijn antwoord is: "Genade!"

Paulus, net als wij allen, worstelde met zijn vlees terwijl hij een in geest aan het worden was met de Heer. Hij schreef over deze worsteling in Romeinen 7:15-21.

"17 Maar nu bewerk ik het niet meer, maar de in mij inwonende zonde.
18 Want ik heb waargenomen dat in mij geen goed huist (dat wil zeggen, in mijn vlees), want het willen ligt naast mij, maar het goede bewerken niet.
19 Want ik doe niet wat ik wil, het goede; maar wat ik niet wil, het kwade, dit praktiseer ik.
20 Indien ik nu dat doe wat ik niet wil, bewerk ik het niet meer, maar de in mij huizende zonde.
21 Dus vind ik de wet: dat als ik het goede wil doen, in mij het kwade er naast ligt. "

Paulus zei dat het goede niet inwoning maakte in hem, dat wil zeggen: in zijn vlees. Maar hij wist wel dat in zijn geest hij één aan het worden was in Christus, want hij schrijft: "want wij zijn de besnijdenis, degenen die in geest van God dienen en roemen in Christus Jezus en niet in vlees vertrouwen hebben" (Filip. 3:3). Paulus wist dat zijn vlees niet te vertrouwen was, het zal iedere keer falen. Alleen de geest kan ons de kracht geven om voorbij het vlees te kijken.

De geest zal tussenkomst bieden voor ons En op dezelfde wijze komt ook de geest onze zwakheid te hulp, want wat zouden wij bidden naar hetgeen bindend is, dat hebben wij niet waargenomen, maar de geest zelf pleit ten behoeve van ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. [Rom. 8:26], de geest zal ons leiden in de waarheid Maar wanneer ook maar deze zal komen, de geest van waarheid, zal hij jullie de weg leiden tot in alle waarheid, want hij zal niet uit zichzelf spreken, maar in het geval dat hij zal horen, zoveel zal hij spreken; en de komende dingen zal hij aan jullie verkondigen. [Joh. 16:13], de geest zal deze sterfelijke lichamen levendmaken Die ons ook bekwaam maakt om bedienden van een nieuw verbond te zijn, niet van letter, maar van geest, want de letter doodt, maar de geest maakt levend. [2 Kor. 3:6], de geest zal ons samenvoegen met de Heer Maar die zich hecht aan de Heer is één geest. [1 Kor. 6:17], de geest zal Zijn Zoon in ons onthullen om Zijn Zoon in mij te onthullen opdat ik Hem zal evangeliseren in de natiën, ging ik niet onmiddellijk te rade bij vlees en bloed. [Gal. 1:16].

Hoe hard we ook door ons vlees zullen willen proberen en slagen in deze race, we zullen altijd op de laatste plaats eindigen. Hoewel we op dit moment in het vlees zijn, zijn we, met al onze tekortkomingen, door Zijn genade in staat in de geest te wandelen 9 Maar jullie zijn niet in vlees, maar in geest, wanneer namelijk geest van God in jullie huist. Maar indien iemand niet geest van Christus heeft, dan is deze niet van Hem. 10 Maar indien Christus in jullie is, dan is het lichaam wel dood vanwege zonde, maar de geest is leven vanwege rechtvaardigheid. [Rom. 8:9,10], van Hem te leren, Hem te kennen, naar mate Hij meer van Zichzelf onthult aan (in) ons die op de minder bewandelde weg zijn.

De geest is gewillig

Als gelovige hebben wij het denken van Christus Want wie kende het denken van de Heer? Zal die Hem instrueren? Maar wij hebben het denken van Christus. [1 Kor. 2:16], en dat denken weet alle dingen, maar het onthult niet alles in één keer aan ons. Dat denken drijft ons dieper in Zijn woord, zodat wij alle dingen "alleen" door Christus kunnen en willen weten. Niet alleen is onze positie in Christus, maar ook ons potentieel is in Hem. Met de geest van Christus inwonend in ons, hebben we het potentieel alle geestelijke (schriftuurlijke) dingen te kennen, alhoewel in dit leven en met deze lichamen van vlees de geest ons alleen tot zover kan brengen, op zijn tempo: "Want gebod is op gebod, gebod op gebod, principe op principe. Principe op principe, een beetje hier, een beetje daar" (Jes. 28:10).

Al Stahl zou zeggen "Wij dienen te wachten op de Heer, niet werkeloos, maar met intensiteit; niet met ongeduld, maar met een verwachting."

De psalmist schreef: "Doe mij treden in Uw waarheid en leer mij, want U bent de Elohim van mijn redding. U verwacht ik, heel de dag" (Psalm 25:5). De enige manier waarop dit zal gebeuren is als wij voldoen aan "Wees stil voor JAHWEH en wacht op hem" (Psalm 130:5) en we deze verwachting hebben: "Ik verwacht JAHWEH; mijn ziel verwacht, en ik wacht op Zijn woord" (Psalm 130:5). Zoals Habakuk moeten we "Ik sta op mijn wacht en ik plaats mij op een verdedigingswal, en ik kijk uit om te zien wat Hij tot mij zal spreken en wat ik zal antwoorden op mijn correctie. En JAHWEH antwoordde mij en zei: Schrijf het visioen op en publiceer het op de tafeltjes, zodat die het leest zal rennen. Want het visioen is voor de aangewezen tijd en het zal puffen tot het einde en het liegt niet. Indien het zal talmen, wacht er dan op, want het zal zeker komen. Het zal niet uitgesteld worden." (Hab. 2:1-3).

Op Zijn tijd zal Hij ons denken openen en onze harten vullen met de waarheden van Christus. Paulus vertelt ons: "Beijver je jezelf welbeproefd te presenteren voor God, als een werker die zich niet hoeft te schamen, het woord van de waarheid correct snijdend" (2 Tim. 2:15). Het is niet iets dat uit de lucht komt vallen of dat gemakkelijk is, het is iets waaraan we moeten werken, terwijl we wachten op de geest van waarheid om de waarheid te onthullen.

De geest is gewillig om te onderwijzen: "Maar God onthult het ons door Zijn geest, want de geest doorzoekt alle dingen, ook de diepten van God" (1 Kor. 2:10).

Het vlees verlangt ondersteuning, de ziel heeft troost nodig. "Mijn ziel verlangt naar, en is ook voltooid in, de hoven van JAHWEH. Mijn hart en mijn vlees doen een beroep op de levende El" (Psalm 84:2).

En wij dienen geduld te hebben met alle drie, terwijl Zijn geest zich samenvoegt met onze geest, Zijn Zoon in ons onthullend.

Rick.

Naar deel 6


www.godisgod.ca



www.hetbestenieuws.nl