Het geheimenis van het evangelie
Hoofdstuk 9
"Israël's herstel."

door A.E.Knoch

   
"25 Want, broeders, opdat gij niet eigenwijs zoudt zijn, wil ik u niet onkundig laten van dit geheimenis; een gedeeltelijke verharding is over Israel gekomen, totdat de volheid der heidenen binnengaat,
26 en aldus zal gans Israel behouden worden, gelijk geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen, Hij zal goddeloosheden van Jakob afwenden.
27 En dit is mijn verbond met hen, wanneer Ik hun zonden wegneem. 28 Zij zijn naar het evangelie vijanden om uwentwil, naar de verkiezing zijn zij geliefden om der vaderen wil.
29 Want de genadegaven en de roeping Gods zijn onberouwelijk.
30 Want evenals gij eertijds aan God ongehoorzaam waart, maar nu ontferming hebt gevonden door hun ongehoorzaamheid,
31 zo zijn ook dezen nu ongehoorzaam geworden, opdat door de u betoonde ontferming ook zij thans ontferming zouden vinden.
32 Want God heeft hen allen onder ongehoorzaamheid besloten, om Zich over hen allen te ontfermen.
33 O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen!
34 Want: wie heeft de zin des Heren gekend? Of wie is Hem tot raadsman geweest?
35 Of wie heeft Hem eerst iets gegeven, waarvoor hij vergoeding ontvangen moet?
36 Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen: Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid! Amen."

(Rom. 11:25-36;NBG)

God is trouw. Israël is ontrouw geweest. Maar zal haar ontrouw Zijn beloften ongeldig maken en Zijn inspanningen zonder gevolg?(Rom. 3:3,4). Zeker niet! Zelfs de verzoening moet rusten om Zijn plannen vrij spel te geven. Hij had een doel met het besluiten van die natie in ongehoorzaamheid. Net zoals hun heersers Zijn soevereine en voorbestemde raad uitvoerden door het kruisigen van de Zoon van God(Hand. 2:23), zo vervulde ook de natie, door daarna het aanbod van redding af te wijzen, Zijn doelstelling. Zowel heersers als natie waren alleen gericht op het doen van hun eigen wil, maar achter dit alles zat het onbuigzame bevel van de Almachtige, de wijsheid die hun eigenzinnigheid kon ombuigen in een weg tot het uitvoeren van Zijn bedoeling.

Aangezien Israël's blindheid niet een doel op zich is, maar slechts een middel om Zijn genade te vergroten, moet er een einde aan komen. De vraag van de profeet, "Tot wanneer?"(Jes. 6:11), laat duidelijk zien dat hij niet de minste verdenking had dat IEUE op Zijn eerder gedane beloften zou terug komen. Hij wist dat er aan hun verharding een einde zou komen. Dit wordt bevestigd door IEUE's antwoord, hoe onbepaald dat ook schijnen mag:

"11 Toen vroeg ik: Hoelang, Here? Hij antwoordde: Totdat de steden verwoest zijn, zodat er geen inwoner meer is, en de huizen, zodat er geen mens meer in is, en het bouwland verwoest is tot een wildernis,
12 en de Here de mensen ver verwijderd heeft en het verlaten gebied in het land groot is.
13 Is daarin nog een tiende deel, dan zal dit weer verwoest worden. Evenals van een terebint en een eik na het vellen een tronk overblijft, zo zal zijn tronk een heilig zaad zijn. "
(Jes. 6:11-13)

Wanneer we eenmaal de grote waarheid van Israël's herstel gaan zien, kunnen ook wij niet anders doen dat de woorden van de profeet herhalen: "Tot wanneer?" En wij zijn meer volledig toegerust om een antwoord te geven dan hij zou kunnen zijn. Wij mogen er over nadenken vanuit twee onderscheiden aspecten: toestanden onder de natiën die wijzen op hun afgesneden zijn van de olijfboom, en zonden in Israël die duiden op hun herstel.

Israël werd als natie weggebroken uit de olijfboom vanwege gebrek aan geloof en hetzelfde lot overvalt snel de andere natiën. Het feit dat een kleine groep, een overblijfsel, God geloofde, redde de natie Israël niet van de doem van haar afglijden. Ook zal het feit dat een klein groepje onder de natiën vasthoudt aan het geloof, en zelfs hervindt wat eeuwenlang verloren was, er niet voor zorgen dat ook de natiën als geheel hetzelfde lot zullen ondergaan. De natiën als zodanig volgen snel de voetsporen van een afvallig Israël. Het geloof is of gedegenereerd in traditie, of wordt openlijk afgebroken tot scepticisme.

Al lange tijd zijn de kenmerken van de "latere tijden"(1Tim. 4:1) aanwezig. Spiritisme, fout benoemd als "spiritualisme", is al lange tijd bezig de leer van demonen te onderwijzen. Menigten hebben gehoor gegeven aan de misleidende geesten, zodat we nu niet langer versteld staan, wat we eens wel deden, van de angstwekkende aanwezigheid van het bovennatuurlijke.

En nog meer duidelijk zijn de tekenen van de "laatste dagen"(2Tim. 3:1-5). Opstandigheid tegen God vindt snel vrucht in de opstandigheid van kinderen tegen hun ouders. Dit is in de laatste generatie snel toegenomen. En wanneer is de liefde voor het geld zo sterk toegenomen als in de laatste paar jaren? Mensen zijn geldziek. Wanneer zijn trots en opscheppen tot zo'n hoogtepunt gekomen als in deze pochende tijd van "vooruitgang"? Natuurlijke aanhankelijkheid en de relaties die er uit voortkomen worden aan alle kanten geschonden. Echtscheiding neemt alarmerend toe. De familie-eenheid lijkt in gevaar van afgeschaft te worden. Zelfzuchtig genoegens hebben alle gedachte aan God, en de vreugde die te vinden is in Zijn liefde, uit de harten van de menigten verjaagd.

Maar het meest belangrijke teken van de afvalligheid is het feit dat de godsvrucht grotendeels een nietszeggende vorm is geworden. De diensten in de kerken behouden een uiterlijk vertoon, maar de kracht is verdwenen. In een poging de mensen vast te houden imiteert de preekstoel, in plaats van terug te keren naar de onmisbare waarheden van de Heilige Schrift, vaak het theater en de tribune en ontkent ze de kracht van onmisbare godsvrucht.

Zouden we moeten proberen het komende tij van afvalligheid te keren? We zouden net zo goed kunnen proberen de brekende golven in de zee terug te vegen, want God heeft gesproken en zo zal het gebeuren. O, hoevelen zijn er die onwetend zijn van dit geheim! De preekstoel, die weigert het falen van de natiën te erkennen om hun veronderstelde functie als Gods "lichtdragers" uit te voeren, is zelf een goed bewijs van de afval. Geloof buigt zich voor Gods bevel, maar ongeloof twijfelt aan haar eigen doem.

Wij concluderen dan, voor zover het de natiën betreft, dat zij compleet gefaald hebben in het aan hun gegeven vertrouwen, en dat de tijd rijp is dat zij weggehakt worden uit de olijfboom. De verzoening heeft zijn loop bijna volbracht! Deze zwakke poging om haar boodschap te verlichten zou zelfs te laat kunnen zijn voor het zachte antwoord dat het kan oproepen. De duisternis nadert snel. Laten wij, die haar kostbare last kennen, niet wachten met het overal bekend te maken!

Maar als de waarschuwingen voor het einde van de aion veelvuldig aanwezig zijn onder de natiën, zo zijn de kenmerken in de voorbestemde natie, Gods oude en geliefde volk Israël, duidelijk zichtbaar. Gedurende bijna 2000 jaar hebben zij de vloeken doorstaan die beschreven werden in hun heilige rollen; zullen zij dan niet de zegeningen genieten die in diezelfde rollen staan opgeschreven? Het wordt meer en meer duidelijk dat Gods gestelde tijd nabij is om Zich Zion te herinneren en het volk te troosten over wie Hij Zijn heilige Naam heeft geplaatst.

Jacobs zonen proberen hun eigen toekomst zeker te stellen, zonder echt op IEUE te vertrouwen. Zij pogen het land van hun vaderen op te bouwen, en er zijn in de voorbije eeuw grote vorderingen gemaakt in haar herstel. Vernielde steden zijn herbouwd. Jeruzalem reikt nu tot ver buiten haar oude muren en meer recent zijn nieuwe steden gebouwd volgens moderne richtlijnen. Kibbutzim(collectieve boerderijen) liggen verspreid over het landschap; zo wordt het land dat eeuwen lang braak heeft gelegen, nu bewerkt door de terugkerende Jood. Zij zijn zeer succesvol in de landbouw en de herbebossing, en het lijkt er op dat, in een bepaalde mate, er een terugkeer is van de jaarlijkse regenval. De Jewisch Chronicle bericht bijvoorbeeld dat in Eilath, Israël's haven aan de Rode Zee, in een enkele nacht 1.625 inch aan regen viel. Dit was meer dan het jaarlijkse gemiddelde van 1.375. Land dat lang woestijn is geweest brengt nu overvloedig vruchten voort en ondersteunt de voortdurende toevloed van Joden, die naar hun oude erfgoed terug keren.

Industrieën worden ontwikkeld, gebruik makend van de bronnen van het land, in het bijzonder de Dode Zee. Het is interessant op te merken dat de Bijbel bij deze ontwikkelingen wordt gebruikt als een soort tekstboek of gids op het gebied van de landbouw en de industrie. Er is een landbouwkundig station gevestigd aan de hete kusten van de Dode Zee, op 1300 voet onder zee-niveau. Een zelfde methode die ongeveer 3000 jaren geleden werd gebruikt tijdens het Koninkrijk van Juda, wordt opnieuw geprobeerd. Wijngaarden worden geplant aan de voet van de heuvels; dan worden de hellingen van de heuvels omgevormd tot terrassen, om regenwater vast te houden. Olijven, abrikozen en perziken worden ook op deze wijze verbouwd. Dit zou moeten uitlopen op het produceren van fruit dat veel meer mineralen en vitaminen bevat dan dat wat groeit in de uitgemergelde grond met commerciële kunstmest en gesproeid vergif.

In Genesis, hoofdstuk 19, vers 28, staat dat rook opsteeg uit de plaats waar Sodom en Gomorra eens stonden. Daarom werd aangenomen dat er op die plek aardgas aanwezig moet zijn. Er werd geboord en men vond het. De aanwezigheid van dit gas zal een belangrijke rol spelen in de toekomst van de zware industrie in de Negev. De productie van chemicaliën uit het water van de Dode Zee heeft al aanzienlijke vormen aangenomen. Daarbij zitten al 850.000 ton fosfaten en 400.000 ton aan potas per jaar.

Er wordt ook bericht dat de mijnen van Koning Salomo op een nooit geziene schaal in bedrijf zijn.

Moderne ideeën en methoden worden, zonder voorwaarden, over de hele wereld naar onderontwikkelde landen gebracht door kleine teams van Israëlische experts, zo een steeds toenemende stroom van goodwill scheppend voor de nieuwe staat Israël.

Net als in Egypte, toen de tijd van Israël's vertrek naderbij kwam en zij zich sneller vermenigvuldigden dan de Egyptenaren(Ex. 1:12), hebben we in de afgelopen twee eeuwen getuige mogen zijn van een opmerkelijke toename. Twee honderd jaar geleden waren er slechts ongeveer drie miljoen Joden in de hele wereld; nu zijn er alleen al in Israël net zoveel. De Joodse wereldbevolking staat nu op dertien miljoen en dit ondanks de vele vervolgingen die zij te verduren hebben gehad.[dit werd geschreven in 1969;WJ]

De rol van Babylon.

Maar niet alleen het land Israël geeft antwoord op de stem van de toekomst, ook Babylon luistert naar de aanwijzingen van haar souffleur en maakt zich klaar voor de rol die zij moet spelen. Eens, toen ze de graanschuur van de wereld was met het meest uitgebreide irrigatiesysteem op Aarde, bloeide ze als de hof van Eden. Hoewel de vooruitgang hier traag is vergeleken met Israël, zou de snelheid waarmee steden nu gebouwd kunnen worden ons er aan moeten herinneren dat ook Babylon snel de indrukwekkende stad moet worden die ze eens moet zijn.

Wanneer we nadenken over het geheimenis van het Grote Babylon, kunnen we zien dat alles wat plaats vindt in deze cruciale gebieden, gericht is op het klaar zetten van het toneel voor de laatste acte in het grote drama van de menselijke rebellie tegen God. Want het is in Babylon, en niet in Jeruzalem, dat het afvallige Israël de zegen van trotseert van IEUE, haar Elohim.

De manier van leven in het Israël van vandaag zal nooit de geldmakende handelaar die de Jood is geworden bevredigen. Daarom draagt de efa, de marktmaat, het Schriftuurlijk symbool van handel, de vrouw naar het land Sinear, en daar krijgt ze haar eigen huis(Zach. 5:6). Vandaar dat de verdere ontwikkeling van Israël en het herstel van Mesopotamië beide op het toekomstig programma staan, vóór de reiniging en de verlossing van Gods verbondsvolk. Tot zover het toneel waarop de laatste scènes worden klaar gezet voor het wanbestuur van de mens. Maar wat te denken van de acteurs in deze grote tragedie?

Het volk van Israël vermenigvuldigde zich niet alleen veel sneller dan de natiën waarin zijn verstrooid waren, maar hun rasbewustzijn, dat zij nooit verloren, werd in vuur en vlam gezet door vervolgingen van binnenuit en van buitenaf. Vandaag zijn ze niet meer de verspreide vluchtelingen, maar ze staan voor de wereld als een natie, vanwege hun inspannend streven hun eigen redding voort te brengen. Maar het zal uitlopen op hun eigen vernietiging, omdat ze, in al hun vuur, geen echte erkenning hebben van IEUE.

Er zijn twee onderscheiden aspecten aan Israël's inspanningen voor herstel:
1. de inspanningen die Jacobs zonen maken om hun staat te verdedigen in Palestina.
2. zij die plaats innemen onder de natiën in oppositie tegen Israël.

Het eerste aspect bereikt haar toppunt in Babylon en leidt zo de episode in van de efa uit Zacharia vijf. Het tweede aspect levert de omstandigheden die zullen leiden tot de tijd van Jacobs verdrukking. En zo zal de noodzaak ontstaan voor Israël's redding!

Lang geleden, toen Hoshea (of Hosea), wiens naam betekent "Zijnde-Redder", Israël's verlosser moest worden, werd zijn naam veranderd in Jehoshua(Joshua/Jozua), dat wil zeggen: Jehovah-Redder(Num. 13:16). Dit is het Hebreeuws voor Jezus(Hebr. 4:8). In de vreselijke dagen die vooraf zullen gaan aan het Koninkrijk, zal een "ieder die de naam des Heren aanroept, behouden ... worden"(Joël 2:32). Daarom zal al hun samenzweren en plannen maken nooit hun redding veroorzaken. Maar toch draagt dit alles bij aan de vervulling van Gods doelstelling. God redt ze niet alleen, maar Hij besluit ze ook onder ongehoorzaamheid - alles is uit Hem. En Hij werkt, door hetzelfde teken, niet alleen door geloof, maar ook door falen en ongeloof - alles is voor Hem.

"Want de genadegaven en de roeping Gods zijn onberouwelijk"(Rom. 11:29). Het woord dat gewoonlijk met "geschenken" wordt vertaald, betekent hier veel meer dan dat. We zouden het een "vrije gift" mogen noemen, maar omdat het een vorm is van het woord "genade" zouden we best het belang er van leren door te kijken naar dit verband. Wat God aan Israël beloofd heeft zal het hunne worden omwille van Zijn ongedwongen gunst. Al wat hun zogenaamde houden van de wet heeft gedaan, is het oproepen van de vloeken waar ze om vraagt. Hun inspanningen bij het houden van het verbond hebben niets gedaan om de zegeningen te winnen waarnaar zij zo verlangen. Maar Gods genadevolle beloften, die alleen van Hem afhankelijk zijn, zullen zeer zeker vervuld worden. Ver van hun afwijking, die het ontbreken van deze genadegaven markeert, is dit het middel om hen te doen omkeren. Want net als de natie tot voorwerp van genade werd gemaakt door hun eigen ongehoorzaamheid aan God, zo wordt ook nu de genade die Israël zal verkrijgen mogelijk gemaakt door de afvalligheid van de natiën. God wenst genadevol te zijn tegenover allen. Maar hoe kan Hij dat zijn, als Hij ze niet eerst besluit onder ongehoorzaamheid? Nu is Israël daar onder besloten, maar velen daar lijken op hen die de sleutel in het slot horen knarsen - de sleutel die de deur zal openen naar Israël's herstel.

Gods genadegaven zijn onberouwelijk. Dit betekent meer dan "onbekeerlijk", zoals dat wordt weergegeven in de King James vertaling. Hij verandert niet alleen niet van gedachten, maar Zijn liefde wordt nooit teleurgesteld en raakt niet wanhopig. Ze is nooit afhankelijk geweest van een passend antwoord om haar vlam te voeden. Ze vindt in zichzelf de afdoende en bevredigende bron van continuïteit. Lief gehad hebbend, gaat ze door met liefhebben tot de voleinding. Alle diepten van Gods rijkdom en wijsheid en kennis zijn toegewijd aan het tot stand brengen van haar doelstelling.

De grootheid van dit deel van Gods Woord(Rom. 11:33-36) moeten we niet uit het oog verliezen, want het is de rijke en rijpe vrucht van de voorgaande passage(11:29-32). We kunnen verbaasd zijn door Gods handelen met Israël of door het falen van de natiën, maar zien we eenmaal hoe het overeenkomt met Gods doelstelling, dan maakt onze verbazing plaats voor aanbidding en lofprijzing. We herhalen het: dit blije gevolg kan pas komen wanneer we Gods doelstelling zien. In de tussentijd is Israël nog steeds afvallig en, nog erger, zijn de natiën net zo ontrouw.

Het woord profetie verzekert ons van Israël's herstel, maar hier zien we niet alleen de hoogte van Zijn rijkdommen en wijsheid en kennis in hun herstel, maar ook de diepzinnige wijsheid en kennis die kan werken in de diepten, vóór het herstel, terwijl zij hun Messias verwerpen.

Maar wordt ons niet verteld dat Zijn oordelen ondoorgrondelijk en Zijn wegen onnaspeurlijk zijn(Rom. 11:33)? Dit was inderdaad waar voor Zijn handelen met Israël en de natiën voordat Hij de grote waarheid bekend maakte dat Hij allen tezamen besluit onder ongehoorzaamheid, opdat Hij Zich over allen zou ontfermen. Maar nu is dit alleen helder voor geloof.

Maar laten we niet Zijn ondoorgrondelijke oordelen en Zijn onnaspeurlijke wegen verwarren met Zijn doelstelling. Zij houden zich bezig met processen die helpen het doel te bereiken, maar Gods doelstelling is zelf het doel. Wij maken dagelijks zulke onderscheiden. Wij zien een bouwplan en we vinden het prima om de uitvoering er van aan de aannemer over te laten. In onze eenvoud, als we nog nooit eerder een gebouw hebben zien optrekken, zouden we mogelijk vragen kunnen stellen bij de methode van bouwen. We zouden heel wel kunnen vragen waarom men, als de bouw begint, start met graven. Maar de aannemer weet dat hij het fundament diep moet leggen. Zo is het ook met Gods doelstelling en Zijn wegen. Zijn doelstelling is één en Hij heeft ze bekend gemaakt. Zijn wegen zijn vele en sommige er van zijn verborgen.

Kunnen wij de aankondiging over Zijn doelstelling niet geloven, zelfs als we de elementen, die bij de uitvoering gebruikt worden, niet begrijpen?

Zullen wij Zijn beslissing ontkennen omdat wij niet zien hoe sommige details uitgewerkt moeten worden? Wat zouden wij denken van een tuinder die niet een zaadje wilde zaaien omdat hij niet kon zien hoe zo'n klein ding eens zal uitgroeien en bloeien en vrucht dragen?

Laten we liever op voorhand van de vrucht genieten van Gods grote inspanning, want we weten dat ieder zaadje dat Hij zaait ook zal groeien. Laten wij geloven dat Hij allen besluit onder ongehoorzaamheid, opdat Hij Zich over allen zal ontfermen. Zo kunnen wij het uiteindelijk resultaat van Zijn doelstelling zien en al Zijn woorden verwachten die ons verlichten over Zijn wegen door ze uit te werken.

Het woord "oordeel" hier is een studie waard. Het is krima (OORDEEL-gevolg) in het Grieks, dat het gevolg uitdrukt van de daad die aangegeven wordt door krino(OORDEEL). Dit wordt over het algemeen vertaald met "oordeel", maar moet niet de gewone waarde worden gegeven van "veroordelen", dat uitgedrukt wordt met katakrino(BENEDEN-OORDEEL). Wanneer de apostelen de twaalf stammen van Israël "oordelen" in het Koninkrijk(Matt. 19:28), dan zullen zij hen niet veroordelen, maar veeleer over hen regeren of heersen, aangezien zij allen rechtvaardig zullen zijn. Zo draagt krima, oordeel, op zich niet een nadelige straf of oordeel mee, maar is veeleer het gevolg van het regeren en heersen.

Israël's afwijking en herstel zijn beide Zijn "oordelen." Deze waren, voordat hun onderwerp bekend werd gemaakt, inderdaad ondoorgrondelijk en onnaspeurbaar. Israël's afwijking scheen Gods doelstelling te verslaan, maar in werkelijkheid vervulde ze deze. Zo kan een ieder van ons ongetwijfeld in eigen ervaringen voorbeelden vinden waar God weinig om de Zijnen schijnt te geven, maar Zijn schijnbare onverschilligheid is het bestudeerde verzuim van Zijn niet te evenaren wijsheid.

De weg naar een plaats is niet die plaats zelf. Zo zijn ook Gods wegen niet het doel waarnaar zij leiden. Geloof kan het doel verstaan, maar het zou bijna oneindige wijsheid en kennis en tijd vereisen om Zijn veelkleurige wegen te overdenken en te doorgronden. Zij zijn een doolhof die wij niet kunnen ontwarren - ze zijn onnaspeurlijk.
Om terug te keren naar het beeld van het zaad: Waarom moet het zaad sterven om vrucht te kunnen dragen? Hoe komt leven voort uit het sterven? We hoeven niet als een kind te zijn en gaan graven om te zien hoe - want dan zal het mogelijk in het geheel niet groeien, maar al wat we moeten doen is het verzorgen en water geven en God zal het doen groeien. Wij planten en zorgen, het proces is geheel Zijn werk. Zo gaat het ook met Gods wegen. Ze gaan onze kennis te boven. Maar hoewel we Hem niet kunnen volgen op Zijn pad, kunnen we Hem wel geloven wanneer Hij ons verteld over haar einde.

En wat is dan haar einde? Laten we eerst vragen: Wat was haar begin? Alles was uit Hem - dat kunnen wij begrijpen. Alles is door Hem - dit is verbazend om te zien, maar voor het geloof heel normaal. Hier hebben we een korte samenvatting van universele geschiedenis - het verleden, het heden en de toekomst in hun relatie met God. In het midden van de doolhof waarin we onszelf bevinden, kijken we terug naar een vaststaand punt in het verleden - God is de Ene uit Wie alles is voortgekomen en we kunnen gelijk vooruit kijken naar de toekomst en ons verheugen dat uit heel het ingewikkelde web waarin we ons bevinden die veel grootser en heerlijker waarheid zal komen: alles is voor Hem. Letterlijk staat er: alles is in Hem - de exacte omkering van de eerste uitspraak(Rom. 11:36)

Maar sommigen zullen ongeduldig uitroepen: Hoe kan alles voor Hem zijn? Dan antwoorden wij: Hij heeft net uitgelegd hoe Israël's afwijking bijdraagt aan Zijn doel. En als Hij het kan doen middels de tegenstand die het juist onmogelijk schijnt te maken, dan komt het ons niet toe vragen te stellen bij Zijn vermogen om Zijn woord uit te voeren. En als we al niet de minste hint hadden over hoe Hij Zijn woord zou uitvoeren, dan is het aan ons om, ondanks alles, te geloven. Dit is wat geloof zijn smaak geeft. Echt geloof gelooft God op Zijn woord.

Moeten we het woord "allen" tot zijn legitieme einde doordrukken? Was alles uit Hem? Of zijn er twee goden, van wie geen van beide "uit" de ander is, en beide onafhankelijk zijn? Die gedachte zij verre van ons! God is één en alles is uit Hem. En om diezelfde reden zal alles ook voor Hem zijn. Niet een beetje, niet veel, maar alles.

Zullen wij al deze weelde aan rijkdom, deze volkomen kennis, ontdekken zonder er op te antwoorden? Zullen onze harten niet de woorden van de apostel herhalen als we de God van het al prijzen en lofzingen en Hem alle heerlijkheid geven die Hij zeer zeker zal verkrijgen? Zo'n God zou onze harten in beweging moeten brengen en onze aanhankelijkheden moeten doen ontbranden en onze aanbidding moeten opwekken.

HEM ZIJ, ZEKER, DE HEERLIJKHEID VOOR DE AIONEN! Amen!


   

© Deze vertaling werd op Het Beste Nieuws gepubliceerd met toestemming van de uitgever:
Concordant Publishing Concern
Niets van deze uitgave mag gekopieerd of gepubliceerd worden zonder de toestemming van de uitgever.


© ©Concordant Publishing Concern