Bidden en lofprijzing
deel 7
Speciale gebeden voor vandaag.
door A.E.Knoch.

Gods woord en werk zouden het speciale onderwerp van volhardend gebed door de heiligen moeten zijn, in deze bedeling van Gods genade. Paulus' brieven leveren de voorschriften en Paulus zelf is in deze het voorbeeld, zoals in al het andere((1 Kor.4:16; 11:1; 1 Thess.1:6; Fil.3:17). Hij bad voor ons dat God ons een geest van wijsheid en onthulling zou geven, om Hem zo beter te kennen(Efe. 1:17). Hij pleitte bij de heiligen om te bidden voor het geheim van het evangelie(Efe. 6:18), en van Christus(Kol. 4:2), en voor de verlossing van hen die tegen zijn boodschap zijn(Rom. 15:30). Wij mogen deze een bijzondere plaats geven in onze verzoeken!

Omdat de schaduwen verleden tijd zijn en het licht van het middaguur schijnt in Paulus' evangelie aan de natiën, zouden wij zijn brieven moeten doorzoeken, als we er naar verlangen Gods wensen te ontdekken als het gaat om bidden voor het heden. Om overeen te komen met onze ongeëvenaarde nabijheid tot Hem in geest, wordt het daar een veel grotere plaats gegeven dan in enig ander deel van Gods onthulling. Meer dan de helft van de leerstellige indeling van Efeziërs, wat bij uitstek het handvest is van de kerk, wordt gepresenteerd in een serie gebeden! God geeft, in plaats van dat Hij ons direct vertelt van de allesoverstijgende genade die Hij over ons uitstort, dit in het hart van Paulus in de vorm van een verzoek voor ons, zo hun kostbaarheid verhogend door de vorm waarin zij verschijnen.

Iemand die door Gods heilige geest is verlicht door middel van Paulus' brieven, zal ondervinden dat hij in volkomen harmonie werkt met Zijn woord. Wanneer het heerlijke evangelie van de verzoening het onze wordt, wordt er een last op onze harten gelegd om anderen ermee te bereiken. Wanneer het geheim van Christus' hoofdschap over allen aan ons duidelijk wordt, zullen we wensen het overal te verkondigen. Wanneer we leren van onze eigen hemelse eer, worden we gedrongen deze heerlijkheden met alle heiligen te delen. Wanneer we ontdekken dat heel de mensheid gered zal worden, wie kan ons dan stoppen het bekend te maken? Al deze dingen, de dankzegging en het verzoek en het gebed, ontvangen door Gods geest, stijgen spontaan op en keren tot Hem terug als zoete wierook. En wanneer deze waarheden worden tegengesproken, kunnen we niet anders doen dan pleiten voor hen die ze hinderen, zowel als voor hen die helpen ze bekend te maken.

De harde noodzaak voor volhardend gebed voor deze dingen is vandaag veel duidelijker dan toen Paulus zijn verzoeken opschreef, want precies deze zinnen van waarheid verdwenen al snel na de dagen van de apostel, en sindsdien is vrijwel niets over hen gehoord. Welke plaats werd er in alle geschriften van de "Christelijke vaders" en zelfs in de Reformatie, gegeven aan de geheimen van het evangelie, of van Christus, of van deze bedeling? Zelfs vandaag zijn zij vrijwel onbekende "mysteriën", zoals ze vaak ongelukkig, maar wel passend, worden beschreven. Zelfs de waarheid van de redding van alle mensen heeft maar een minimaal aantal volgelingen.

Een voorval dat pas is gebeurd, kan ons helpen te realiseren hoe diep de duisternis is, zelfs in verband met dat ene van Paulus' gebeden dat in onze dagen een weinig antwoord heeft gekregen. Een comité heeft zichzelf gevestigd onder de zogeheten fundamentalisten, dat probeert de heiligen te dienen door alle afval van de waarheid bloot te leggen. Zij laten inderdaad zien dat vrijwel alle verdeeldheid in het Christendom tegengesteld is aan de Schrift, en ze doen ongetwijfeld veel goed werk. Maar als het aankomt op de bijzondere onderwerpen van Paulus' gebeden, schijnen ze niet alleen volkomen onwetend te zijn, maar ook bitter vijandig. Zij verloochenen de leer dat heel de mensheid gered zal worden als een "helse" leer en beschimpen allen die er aan vast houden(1Kor. 5:11).

Hun leer, niet die van Paulus, kan, zonder aanstoot te geven, inderdaad "hels" genoemd worden. Zij denken kennelijk dat alle ongelovigen voor altijd gepijnigd zullen worden in "de hel" of in de poel des vuurs. Wij hebben, voordat wij dit publiceren, deze verklaring aan hen voorgelegd, opdat wij ze niet valselijk zouden beschuldigen, want wij willen niet zelfs de ergste vijanden van de waarheid verkeerd weer te geven. Maar het woord "hel" is door ons afgewezen, net als door de Herzieners en alle verstandige studenten van de Schrift. Het is niet een juiste vertaling voor het Hebreeuwse sheol, het Griekse hades, of voor Gehenna, of voor de Poel des Vuurs, en kan daarom niet als vertaling voorkomen in het woord van God. Het is een ongezonde uitdrukking en moet vermeden worden. Daarom is onze leer ook zo ver van "hels" als ze maar zijn kan.

Webster's woordenboek, de hoogste gezaghebber op gebied van woorden in de Verenigde Staten, definieert het woord "hels" als volgt: "van of behorend bij hel; afschuwelijk; kwaadaardig, boosaardig, verachtelijk, duivels." Wijzelf hielden ooit vast aan de leer van eeuwige kwelling voor ongelovigen, en erkennen nederig, samen met allen die nog een vonk van gevoel in hun borst hebben voor hun medemensen, dat niets denkbaars meer kwaadaardig, of boosaardig, of verachtelijk kan zijn, speciaal voor de Godheid, Die liefde is, Die wil dat heel de mensheid gered wordt en komt tot een realisatie van de waarheid, en voor Christus, Die Zichzelf geeft als een passende losprijs voor allen, waarvoor Paulus was aangesteld om verkondiger en apostel te zijn(1Tim. 2:4-7).

Maar wat is er als de hel, kwaadaardig, boosaardig, verachtelijk, duivels, of "hels" in de leer dat God alles doet meewerken in overeenstemming met de raad van Zijn wil(Efe. 1:11), zodat Hij alle mensen niet alleen wil redden, maar zal redden, en heel de mensheid zal rechtvaardigen(Rom. 5:18), en allen met Zichzelf zal verzoenen door het bloed van Christus' kruis, of dat nu in de hemelen of op de Aarde is(Kol. 1:20)? Dit is niet hels, maar hemels! Dit verheerlijkt God, niet Satan!

Dit eert Christus, niet de Tegenstander! Paulus nodigt ons uit te bidden en te pleiten en dank te geven voor heel de mensheid, niet om hen te verdoemen(1Tim. 2:1-4)!!

In plaats van in de pas te lopen met Gods grote programma, heeft de christelijke wereld (of het christelijk systeem) het gebed gebruikt als een van de beste instrumenten van vergissing. Naam-Christenen, die niet de geest van God bezitten, en lauwe gelovigen, die gebed zien als een heilige plicht, vielen weg in nietige formaliteiten. Gebeden werden geschreven en gedrukt, om voor te lezen en uit het hoofd te leren. Een gebed voor iedere dag wordt als een zeer geestelijk programma beschouwd. Maar een van de ergste vergissingen was het aannemen van het "Onze Vader" als een standaardvorm voor de leek. Niet alleen in de Rooms-katholieke kerk is het "Pater Noster" een religieuze oefening van grote verdienste, maar zelfs in de zondagscholen van meer verlichte landen wordt het in de geesten van jonge kinderen ingeprent als ware het een talisman naar de hemel. Het leidt niet alleen naar hypocrisie, maar het verstoort helemaal de waarheid die vandaag de onze is in Christus Jezus.

Dit was de ervaring van de schrijver van deze zinnen: Zijn eerste boek, Het geheimenis van het evangelie, bevatte op de titelpagina het volgende: "Bidden ... voor mij, dat het aan mij gegeven mag worden mijn mond vrijmoedig te openen om het geheimenis van het evangelie bekend te maken." Daarna volgden uiteenzettingen van het geheimenis van Christus en van deze bedeling, en een pamflet "Alles in allen", waarin de redding van alle mensen wordt uiteengezet. Dit alles verwekte nogal wat tegenstand en krachtige smaad, en dat zal zo voortgaan tot het einde, want dit is naar Gods doelstelling. Zelfs dit zou dankzegging moeten oproepen. We zouden zeer goed het gebed van onze Heer kunnen laten klinken: "Ik dank U, Vader, Heer des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, doch aan kinderkens geopenbaard"(Matt. 11:25;NBG)

Paulus' grootste gebed voor de heiligen begon met een niet ophoudend danken voor hen, en werd gericht aan de God van Onze Heer, Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid(Efe. 1:16,17). Dit is een introductie die het thema waardig is, want alle zegen heeft haar oorsprong in God en haar kanaal in Christus, Die onze Redder is, en Die wij gehoorzamen als Heer. Laten we altijd proberen onze gebeden te openen met Hem te bevestigen in het karakter dat overeenstemt met het onderwerp van onze gebeden. Dit gebed werd gericht aan God als Degene Die ons zegent met iedere geestelijke zegen onder de hemelingen(1:3), opdat wij Zijn zegeningen op prijs zouden stellen. Het is niet langer onze behoefte als kinderen dat in beeld is, daarom wordt Hij niet als onze Vader gezien, maar als de Vader van de heerlijkheid. Het is Hij Die ons overstelpt met de heerlijke rijkdommen, over welke Paulus bidt.

Kort samengevat: Paulus bidt om een geest. Dit is vandaag de grootste behoefte. We hongeren allemaal naar materiële zegeningen, naar voedsel en onderdak, naar gezondheid en weelde. Het is zeer opvallend, in de opening van deze brief, dat wij niet overstelpt worden met lichamelijke zegeningen van de Aarde, zoals dat met Israel zal gaan in het koninkrijk. Wij worden zelfs niet verzekerd van lichamelijk welzijn te midden van de hemelingen. Deze dingen zijn noodzakelijk, maar nauwelijks zo zeldzaam of waardevol als de overstelping met geestelijke wijsheid en onthullingen, om ons in staat te stellen God en Zijn plannen en Zijn doel met ons te kennen. Hij wil dat wij weten wat Hij voor ons in de toekomst in het vat heeft zitten, en wat ons lot zal zijn, en de kracht die Hem ter beschikking staat om dit allemaal te voltooien.

Dit vereist een geest van wijsheid en onthulling, die alleen God kan geven. Alle heiligen hebben een mate van Gods geest. Een speciale geest van wijsheid zal voorzichtig zijn, want er zijn vele misleidende geesten in de wereld. De geesten van boosaardigheid zijn geestelijk(Efe. 6:12). Onderscheid is noodzakelijk(1Kor. 12:10). Zodra geesten niet overeenstemmen met de Schrift, of zelfs met elkaar, kunnen we er zeker van zijn dat ze boosaardig zijn, hoe aantrekkelijk ze ook mogen zijn, of in ons werken om wonderen te verrichten. Op verschillende tijden in de geschiedenis van de kerk, is er een toegeven geweest aan geestelijke krachten, of door middel van passiviteit, of door schitterende manifestaties, maar geen daarvan hebben de heiligen er ooit geleid naar de heerlijke rijkdommen die Paulus in dit gebed onthult. Zij waren zonder deze wijsheid en hadden deze onthulling niet.

Zonder deze geest van wijsheid kunnen de rijke onthullingen van de gevangenisbrieven niet begrepen worden. Indien iemand deze zeldzame onthullingen niet heeft herkend, is dat omdat deze geest ontbreekt. Laat iedereen die probeert Gods hoogste ontvouwingen te begrijpen, zoals gegeven in deze brief, ten eerste bidden om deze geest. Maar dit is niet genoeg. Niemand heeft ooit, zonder het geschreven woord, de geheimen ontdekt die hier onthuld worden. Gods geest inspireerde de Schrift. Zijn geest is niet aan de heiligen toebedeeld om licht te ontvangen buiten de Schrift om, maar via het geschreven verslag. Wijsheid vereist dat er twee getuigen moeten zijn voor de waarheid. De geesten die aan de geschreven onthulling voorbij gaan, zijn het onder elkaar oneens. De geest die dicht bij het verslag blijft, zal ons in harmonie brengen met elkaar en met de geest van God.

Wijsheid zal proberen de geesten te onderscheiden. Er zijn zoveel uiteenlopende, elk zichzelf aankondigend, dat niemand ze alle kan aanvaarden. De zaak word zeer vereenvoudigd als we de overweldigende overtuiging hebben dat de Schrift geïnspireerd is door God en Zijn heilige geest. Dan wordt dit, omdat zij van God afkomstig is, de ene en afdoende test voor de geesten. De meest gevaarlijke van alle geesten is die welke deze test verwerpt en individuele inspiratie opeist, of een super-inspiratie die zijn boodschap oplegt aan de heilige tekst. Geen van deze heeft ooit de geheime wijsheid van de huidige bedeling ontdekt, laat staan onthuld, die in God was verborgen totdat ze onthuld werd in schrift en bekend werd gemaakt door de pen van de apostel Paulus in zijn Romeinse gevangenis.

God is de bron van alle wijsheid. Schepselen zijn beperkt tot kennelijke verschijningen. Hij ziet door alle uiterlijke vormen heen, tot diep in het hart. Alleen Hij weet het eind al vanaf het prille begin. En alleen Hij kan kwaad gebruiken om iets goeds voort te brengen. Daarom bestaat wijsheid uit het verkrijgen van een blik via Gods ogen, uit het alles zien vanuit Zijn standpunt. In de Schrift zal wijsheid de sluier verwijderen van alle eerdere onthulling, en laten zien hoe dit het heden voorbereidde. Het zal iedere schijnbare tegenslag omvormen in een grandioos succes. Het heden is de vrucht van veel kennelijk falen, en krijgt haar geur uit verlies. Wijsheid zal aan alle menselijk getuigenis twijfelen en God geloven. Wij zouden zelfs het bewijs van onze eigen geest moeten wantrouwen, tenzij die ondersteund wordt door het gedocumenteerde bewijs van Gods heilige geest.

Het dubbele getuigenis.

Wijsheid verlangt een dubbel getuigenis. Deze wereld is vol van zinsbedrog en misleidingen, daarom zou iedere belangrijke zaak moeten rusten op het getuigenis van twee of drie. Zelfs mensen van de wereld beschermen hun bezit met wettelijke papieren, bevestigd door getuigen. Hun privé overtuigingen, hun eigen uitspraken, leggen in een rechtbank maar weinig gewicht in de schaal. Daarom zijn de meningen van een heilige, of zijn plechtige verzekeringen, de vrucht van zijn eigen geest, een zwak fundament voor geloof. Als hij afwijkt van anderen, moet een van hen het wel fout hebben. Zelfs als twee miljoen het eens zijn, is dat geen garantie. Een enkel gecertificeerd document kan bewijzen dat allen het mis hebben. De heilige die Gods geest heeft, zou alleen moeten staan op de goddelijke documenten, alleen die kunnen veiligheid en zekerheid geven.

Deze wijze voorzorg zou ons moeten leiden in alles was door menselijke handen is aangeraakt en bezoedeld, zelfs bij het vaststellen van de authenticiteit van de heilige tekst zelf. Mensen maken fouten, hoe hard ze ook proberen ze te vermijden. Er is waarschijnlijk geen enkel manuscript dat ons uit oude tijden is overgeleverd, dat zo nauwkeurig gekopieerd en vergeleken is als de heilige rollen van de Schrift. Maar zelfs de drie oudste en beste verschillen een beetje van elkaar. Het zou onverstandig zijn een er van boven de andere te stellen. Het zou dwaas kunnen zijn een slechte te aanvaarden die tegen alle andere in gaat. In de voorzienigheid van God zijn deze, de meest kostbare en belangrijke documenten voor ons geloof, praktisch perfect bewaard gebleven, zeker wanneer we hun getuigenis combineren. We hoeven niet te twijfelen over het geschreven verslag van de genade die de onze is in Christus Jezus.

In het Hebreeuws ligt de zaak veel ingewikkelder, zodat veel meer wijsheid van boven nodig is. Met uitzondering van Jesaja, komen de oudste verslagen tot ons via een Griekse vertaling. Deze verschilt vaak van het traditionele Hebreeuws, dat aan ons in vele details is overgedragen; hoewel, als geheel is er een grote mate van overeenstemming. Veel meer dan de kennis van de feiten is nodig, hoewel deze wel de basis moeten vormen voor enige restauratie. Misschien is een kennis van God, zoals die waarvoor Paulus pleit in zijn gebed, wel de grootste hulp. Aanvullend hierbij is een inzicht in het falen van de sterfelijke mens, de vooroordelen van het volk en de vergissingen van de kopieerders. Dan komt de hulp van een dubbel getuigenis van pas, zoals aangeleverd door aanvullende verslagen en parallelle passages, en in het bijzonder het voorkomen van hetzelfde woord, om zo haar goddelijke definitie vast te stellen, zoals die door de geest van God werd gebruikt.

Zelfs in het geschreven verslag wordt de waarheid veilig gesteld door herhalingen. Het verslag in het boek Handelingen wordt aangevuld door Paulus' brieven. Romeinen wordt herhaald en versterkt door de brieven aan de Galaten en de Korinthiërs. Efeze heeft haar echo in Filippenzen en Kolossenzen. Het ene deel bevestigt het ander.

Deze wijze voorzorg wordt door de geest van God tot in het uiterste gebruikt in de geïnspireerde woorden. Er is geen geïnspireerd lexicon dat ons vertelt wat iedere uitdrukking betekent, zoals door sommige filosofieën wordt gedaan. De theosofie gebruikt een speciaal handboek om haar woordenschat te definiëren. Maar de geïnspireerde documenten doen het zelfs beter door middel van herhaling. De betekenis van een zinsnede of een woord of een element, wordt vastgelegd door het gebruik. Tot nu toe is hieraan grotendeels voorbij gegaan. Mensen geven de voorkeur aan hun foute meningen, en vertalen liever naar de dictaten van een misleidende geest, dan dat ze dat doen in overeenstemming met de geest van God. Daarom is het verstanding hetzelfde symbool te gebruiken waar het herhaald wordt, zolang de taal dat toelaat.

Hoe anders is de wijsheid van de wereld! God zal die vernietigen! Hij maakt ze stom(1Kor. 1:19). De redeneringen van de wijze zijn nutteloos(1Kor. 3:20). In de waarheid voor vandaag leren we van de diepten van Gods wijsheid kennen(Hos. 8:33). Het is een geheime wijsheid(1Kor. 2:7). Het is een veelkleurige wijsheid(Efe. 3:10). Maar onze geesten zijn niet uitgerust om er, zonder een speciaal geschenk van God, mee om te gaan. Paulus heeft er in het vorig deel van deze brief uitdrukking aan gegeven(Efe. 1:3-12). Maar hoe weinigen zijn er, zelfs van die heiligen die geestelijk genoemd mogen worden, die in staat zijn de wijsheid te grijpen in deze schitterende onthulling! Hoe weinigen hebben ook maar de noodzaak gevoeld voor een geest van wijsheid, of baden er voor!

Voordat de Concordante vertaling was gemaakt of iets van de literatuur geschreven, was er een volhardend gebed voor deze geest van wijsheid en onthulling. Dat is nooit opgehouden. Het te vrezen gebrek er aan, bij het omgaan met de Bijbel, is steeds meer duidelijk geworden, en de noodzaak er van aangetoond. Niet alleen was het noodzakelijk er voor te bidden om deze bekronende onthulling van God te heroveren, maar nu, zelfs nadat het uitgebreid is uitgelegd, is het nodig de uiteenzettingen te begrijpen! Laten we daarom bidden, niet alleen voor onszelf, maar Paulus bijvallen in zijn gebed voor alle heiligen voor deze geest, zodat zij de grootheid van Gods genade kunnen realiseren.



Terug naar de indexpagina van Bidden en lofprijzing

Dit artikel werd hier geplaatst met toestemming van
©Concordant Publishing Concern
en mag niet zonder toestemming van deze worden overgenomen
in druk of op het internet.

©Concordant Publishing Concern