Gods wil en die van de mens

door Robert B. Killen

   

Gods wil is soeverein. De Zijne is de enige "vrije wil" in het universum. Dat wordt al 85 jaar in dit magazine(Unsearchable Riches) duidelijk gemaakt, maar het kan niet genoeg benadrukt worden. De wil van een mens is een ingewikkelde mengeling van verschillende componenten, waarvan geen enkele geheel onder iemands eigen controle staat. Als het puntje bij het paaltje komt is God volledig in controle over onze levens, want "Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen: Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid! Amen."(Rom. 11:36). Wij, en alle anderen, zijn uit God geschapen, en "in Hem leven wij, bewegen wij ons"(Hand. 17:28). Hij is de Degene "die in alles werkt naar de raad van zijn wil"(Efe. 1:11).

De grootste "beslissing" in onze levens, om God te geloven, kwam tot stand door Zijn keuze. "Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme."(Efe. 2:8,9; vergelijk Efe. 1:4, Rom. 8:28-30 en 9:9-18). Dit zijn ondubbelzinnige uitspraken van God. En wat het onze ervaring in geloof betreft is Zijn verklaring net zo glashelder: ".. want God is het, die om Zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt."(Filip. 2:13). Als onze willen zodanig gecontroleerd worden in deze grote "beslissingen", zouden we dan nog twijfelen aan het menselijk aandeel in mindere?

Denk eens aan de beslissing van Jozef's broers, kwaadaardige, jaloerse mannen, die Jozef naar Egypte verkochten. Later, toen ze trillend van angst in Egypte voor Jozef stonden, verzekerde hij hen: "Maar weest nu niet verdrietig en ziet er niet zo ontsteld uit, omdat gij mij hierheen verkocht hebt, want om u in het leven te behouden heeft God mij voor u uit gezonden."(Gen. 45:5). De wil van de broers werd veroorzaakt door God! (lees heel het verhaal in Genesis, de hoofdstukken 37-45).

God als God danken en verheerlijken
Het eerste deel van Romeinen bespreekt het gedrag van de mensheid, en dit deel bereikt haar hoogtepunt met de ontdekking: "Niemand is rechtvaardig, ook niet een"*Rom. 3:10). Een van de belangrijkste aanklachten is dat "hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt"(Rom. 1:21). De sleutel hier zijn de woorden "als God." Daarom hebben we de woorden "als God" cursief weergegeven, maar wat betekenen ze? De context geeft de definitie. "Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben"(Rom. 1;20). Daarom zouden we Hem moeten danken en verheerlijken als Schepper, Die het universum schept en onderhoudt met kracht en goddelijkheid.

De erkenning van God als Schepper is klaarblijkelijk aan het wegebben. De wetenschap rent van de ene theorie naar de andere, maar het ziet er niet naar uit dat velen onder de intelligentia de schepping nog aan de Schepper toeschrijven.

Laten we nu eens kijken naar Zijn macht en goddelijkheid. Het Griekse woord dat in de Concordante Vertaling(in het Engels;WJ) vertaald wordt met "macht" is de standaardvertaling toegewezen van VERMOGEN(ability). "Goddelijkheid", de kwaliteiten die God toebehoren, doen ons denken aan Zijn PLAATSERschap. Zo heeft Hij het vermogen Zijn schepselen op de juiste plaats neer te zetten en op de het juiste moment Zijn bedoeling uit te voeren, en uiteindelijk Zijn wil. Zijn wil is dat mensen Hem als God erkennen en verheerlijken. De raad(de intentie) van Zijn wil bepaalt de mate waarin alle mensen geloven en Zijn wil navolgen. Onze wil zou moeten zijn Hem te danken en Hem als God verheerlijken; als gelovigen hebben we groot voordeel boven de ongelovige, doordat we Zijn Woord mogen geloven, dat Zijn wil onthult.

Ongelovigen en zij die zonder Zijn Woord zijn, hebben gewetens en "overleggingen onder elkaar". Van nature kunnen zij op z'n minst enige van de eisen van de wet uitvoeren(Rom. 2:14). Zij kunnen God vrezen, Zijn macht erkennen en zelfs, tot op bepaalde hoogte, Hem als God danken en verheerlijken, ook al weet men alleen dat wat de natuur aan hen laat zien.

Het falen God als God te erkennen is kostbaar, want gaat ten koste van de kwaliteit van menselijk denken, de voorwerpen van hun aanbidding, ja zelfs hun gedrag(Rom. 1:21-32). Misschien wordt iedere generatie geschokt door wat het ziet als een afnemende moraal en toenemende overtredingen van de instincten van mensen, en als dat zo is, dan ben ik niet anders, want het lijkt me toe dat "God hen in hun hartstochten overgegeven heeft aan""onreinheid, zodat bij hen het lichaam onteerd wordt" en "een verwerpelijk denken om te doen wat niet betaamt"(Rom.1:24,26,28,29) en dat in een steeds toenemende snelheid.

Zouden gelovigen aan een van deze deelnemen? Dat zal weinig voorkomen in de meest uitgesproken overtredingen, maar het falen Hem als God te verheerlijken en te danken lijken vrijwel algemeen als we een erkenning van Zijn Goddelijkheid als criterium er bij halen. Laten we citeren uit het boek Het probleem van het kwaad en de oordelen van God door A.E.Knoch, pagina 121.

"Gods wil wordt niet alleen vandaag door de wereld genegeerd, maar zelfs Zijn heiligen schuiven hem aan de kant, of verdunnen hem tot een loutere wens. Het zijn er maar weinig die vasthouden dat het heelal wordt bestuurd volgens de raad van Zijn wil! Het is mode geworden om te zeggen dat het woord 'willen' wensen betekent, en de kanttekeningen van sommige Bijbels aarzelen niet om het te veranderen in verlangen. Ons wordt verzekerd dat God niet wil dat de gehele mensheid gered wordt, maar dat slechts verlangt, en, daar de mens anders wil, is Hij volkomen machteloos en krachteloos tegenover deze superieure macht van menselijke vastberadenheid. God is het Die in ons uitwerkt om te willen (Fil. 2:13), toch staan zelfs degenen die een 'volledige overgave' onderwijzen er op dat onze eigen wil het middel moet zijn om Hem te eren. De waarheid is dat de menselijke wil altijd tegengesteld is aan die van God, en dat de heiligen alleen veilig zijn zolang ze Zijn wil accepteren, zoals onthuld in de Schriften, en die van henzelf verwerpen."

Houdt Zijn handelen ook het kwaad in?
Als we Gods verklaring aanvaarden dat Hij alles doet werken in overeenstemming met de raad van Zijn wil, dan moet Hij ook het kwaad hanteren, want dat zou zeker ook in het "alles" inbegrepen moeten zijn. We moeten toegeven dat dit een zware wissel trekt op het geloof van zelfs meest oprechte en eerlijke gelovigen, want, bewust of niet, men trekt snel de verkeerde conclusie dat God daarom moet zondigen, en geen enkele gelovige zal achter zo'n conclusie staan. Het antwoord is te vinden in een studie over de betekenis van de woorden kwaad en zonde. Zo'n studie zal aantonen dat het kwaad op zich geen morele vooringenomenheid heeft, en dat God het kwaad kan hanteren en dat ook doet, en dat Hij tijdens dat hanteren ervan niet zondigt.

Het kwaad is er, overal. Nieuwsberichten hebben het vrijwel nergens anders over. God moet het geschapen hebben, want alles is uit Hem. En het was zeker niet onvoorzien, want Hij voorzag al in de remedie ertegen met het bloed van het kruis van Christus, lang voordat de zonde haar intrede deed; "Hij was van tevoren gekend, vóór de grondlegging der wereld"(1Pet. 1:20). God zegt open en direct dat Hij het kwaad schept. Luister naar Zijn woorden door de profeet Jesaja:

"Ik ben de Here, en er is geen ander, die het licht formeer en de duisternis schep, die de vrede[shalom] bewerk en het kwaad[ro] schep; Ik, de Here, doe dit alles"
(Jes. 45:6,7)

De raad van Gods wil zegt dat we kwaad moeten lijden, zodat Hij uiteindelijk Zijn wil van universeel goed kan voortbrengen. Het kwaad is tijdelijk; het zal eindigen wanneer het haar taak volbracht zal hebben.

Zonder het niet te tellen kreunen en zwoegen van Zijn schepselen te minimaliseren, maar de toekomstige verlossing van onze lichamen te verwachten, kunnen onze harten nog steeds zingen wanneer we Gods karakter zien opdoemen uit de mist van onbegrip en misverstaan, en wanneer de eerlijke vragen over Gods schijnbaar falen om het kwaad in de wereld te stoppen beantwoord kunnen worden. Het kwaad heeft een doel, net zoals al Gods scheppingen. Hij wil dat wij het goede kennen, om zo in staat te zijn Zijn liefde te beantwoorden en waar te nemen dat Hij Zijn doelstelling zal bereiken, en Hij doet dat door ons nu te onderschikken aan vruchteloosheid

"20 Want de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar om de wil van Hem, die haar daaraan onderworpen heeft,
21 in hope echter, omdat ook de schepping zelf van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid zal bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods."

(Rom. 8:20,21

God plantte een boom in de hof die eerst en bovenal de kennis van goed geeft, en dat doet door de kennis van kwaad. Dat is onlosmakelijk verbonden aan de naam van de boom, de boom van kennis van goed en kwaad.

De wil van de mens - het probleem en de oplossing
Eerder in dit artikel noemden we de complexe mengeling die in de menselijke wil binnen gaat. De componenten zijn stuk voor stuk in Efeze 2:1-3 beschreven.

"1 Ook u, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en zonden,
2 waarin gij vroeger gewandeld hebt overeenkomstig de loop dezer wereld, overeenkomstig de overste van de macht der lucht, van de geest, die thans werkzaam is in de kinderen der ongehoorzaamheid,
3 (trouwens, ook wij allen hebben vroeger daarin verkeerd, in de begeerten van ons vlees, handelende naar de wil van het vlees en van de gedachten, en wij waren van nature, evenzeer als de overigen, kinderen des toorns), "

Dus de menselijke wil is samengesteld uit een combinatie van deze:

  1. de invloed van Satan of diens medewerkers
  2. de invloed van het vlees, een gecompliceerde mengelmoes van erfelijkheid, vaak beïnvloedt door de toestand van iemands lichaam op een bepaald moment(bv. door honger), en
  3. iemands begrip van de omgeving of situatie waarin hij of zij zich bevindt
Het is duidelijk dat we in het geheel geen absolute controle hebben over onze wil. God controleert alle factoren. Indien we alle feiten zouden hebben, misschien met een super-super computer, zouden we accuraat de reaktie van een mens kunnen voorzeggen op welke situatie dan ook. God heeft alle feiten, heeft ze alle onder controle en heeft het vermogen het antwoord te voorzeggen(wat kan vari"ren van daden van onbaatzuchtigheid tot kwaadaardige zonde), en doet dat voortdurend met miljarden van Zijn schepselen!

We hebben allen gewandeld naar bovengenoemde invloeden.

"Maar nu is de rechtvaardigheid Gods geopenbaard geworden zonder de wet, hebbende getuigenis van de wet en de profeten:
22 Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid. "

(Rom. 3:21,22;SV)

Het geloof van Jezus Christus heeft heel het beeld veranderd en zal universele gevolgen hebben. Er kan nu niet meer getwijfeld worden aan Gods rechtvaardigheid. Het kwaad is gerechtvaardigd! De zonden van de mensheid zijn gerechtvaardigd! Gods eigen rechtvaardigheid is er voor iedereen en wordt nu al aan gelovigen toegerekend! En nieuwe factoren zijn de opmaak van de wil van gelovigen binnen getreden. Gods geest is aan de heiligen gegeven, ons verzegelend "met de Heilige Geest der belofte"(Efe. 1:13). De Schrift is compleet gemaakt, want het was aan Paulus gegeven "het woord van God te completeren"(Kol. 1:25;CV). We hebben nu alles wat we moeten weten over Gods wil, zoals in de Schrift geopenbaard. "Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen"(2Kor. 5:17).

In plaats van invloed van buitenaf van "de overste van de macht der lucht, van de geest, die thans werkzaam is in de kinderen der ongehoorzaamheid"(Efe. 2:2), hebben we, door de gehoorzaamheid van Christus, door het horen van het evangelie van onze redding, door het ook te geloven, Gods eigen geest in ons. Het vlees is niet langer de dominantie invloed. Ons begrip wordt niet verward door wereldse, elkaar tegensprekende indrukken, die vaak niet de ware toestand van zaken weergeven, maar is gericht op Gods Woord en de onthulling van Zijn wil, in het geschenk van Zijn Zoon.

Een vernieuwd denken
Nu, misschien in het nauw gedreven door vergankelijkheid en de achteruitgang van onze lichamen, worden we toch bemoedigd door een vernieuwd denken, (h-)erkennend dat God een doel heeft met het kwaad, dat een rol speelt in Zijn Alles in allen worden. Dientengevolge zullen we onze smarten beschouwen als tijdelijke lichte droefenissen, die voor ons een alles overstijgende aionische last van heerlijkheid zal voortbrengen(2Kor. 4:17.18). Zo kunnen we ook nu, ook terwijl we kreunen in deze lichamen en verschrikt worden door gebeurtenissen in de wereld, inderdaad Hem als God danken en verheerlijken!

   


© www.hetbestenieuws.nl