Het woord dat in het Hebreeuws in het OT gebruikt wordt voor bekeren is "sjwb" (Strong# 07725). We vinden het voor het eerst in Genesis 3:19, waar in de NBG staat: "in het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert(sjwb), omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren(sjwb)."
Een goed principe is de betekenis van een woord in de Bijbel vast te leggen door als definitie de betekenis aan te nemen waar het voor de eerste keer voorkomt. Hier is het "wederkeren", terugkeren naar iets wat eerder was(in dit geval een toestand: het lichaam keert terug in de grond, waaruit het kwam).
Een ander voorbeeld hiervan is Genesis 14:7 "Daarna keerden zij terug(sjwb) en kwamen te En-mispat, dat is Kades," Ook de duif die terugkeerde(sjwb) naar de ark is er een voorbeeld van(Gen. 8:12).
De vertaling "bekeren" vinden we in de NBG voor het eerst in Deuteronomium 4:30 "Wanneer het u bang zal zijn en in de toekomst al deze dingen u zullen overkomen, dan zult gij u bekeren(sjwb) tot de Here, uw God, en naar Hem luisteren."
Pas je het basiswoord nu toe, dan zie je dat men zich zal terugkeren tot de Here, hun God. Dat moet inhouden dat ze eerder met God in goed contact stonden, maar dat het contact verwaterde of werd verbroken. Ken je de geschiedenis van Israël na de uittocht uit Egypte, dan is de zaak duidelijk.
1 Koningen 8:35 "Wanneer de hemel gesloten blijft, zodat er geen regen komt, daar zij tegen U gezondigd hebben, en zij te dezer plaatse bidden, uw naam belijden, en zich van hun zonde bekeren, omdat Gij hen vernederd hebt,"
Hier gaat het om inzien dat men de fout is in gegaan, men is gaan zondigen, en men van de zonde afkeert en, logischerwijze, terugkeert naar de gelovige positie die men eerder had, toen men nog niet zondigde.
Omdat de mens sterveling is zal hij geneigd zijn te zondigen(Rom. 5:12) en daarom zal hem/haar van buitenaf aangegeven moeten worden dat er iets fout zit, dat hij of zij op de foute weg is. De Bijbel geeft daarvoor vaak aan(bij Israel) dat het God is die ze iets aandeed waardoor ze gingen nadenken(bv. 1Kon. 8:35). De buitengewoon wijze Job had dat ook al in de gaten: "en opent Hij hun oor voor de vermaning, en gebiedt, dat zij zich bekeren van de boosheid"(Job 36:10).
Lees je alle plaatsen door waar "sjwb" voorkomt, dan zie je als basis: het terugkeren naar een eerdere toestand of plaats,vaak verbonden aan iets anders(sterven, inzicht, opdracht). Berouw, inzicht, verandering van denken, kan er bij voorkomen als aanleiding, maar is niet altijd noodzakelijk(denk maar aan Noach's duif).
Bekeren in het OT is: terugkeer naar een vroegere toestand of positie, vaak(maar niet altijd) naar aanleiding van iets anders.
In het NT vinden we, in tegenstelling tot het OT, niet één maar twee woorden die al of niet terecht met bekeren worden vertaald. We zullen merken dat hier twee verschillende zaken mee worden bedoeld.
Het eerste is "metanoia"(Strong# 3341) en we vinden het voor de eerste keer in Matt. 3:8 "Brengt dan vrucht voort, die aan de bekering beantwoordt;"
De letterlijke vertaling van "metanoia" is "na-DENKEN". Strong's geeft hier: Een verandering van gedachten. Denk hier aan Rom 12:2 "En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken..."
Metanoia komt 22 maal in het NT voor, waarvan 14 maal in de evangeliën, het begin van Handelingen en in de brieven ná Paulus. Paulus gebruik het 8 maal in Handelingen en in zijn brieven.
In 2Tim. 2:25 zet Paulus iets neer dat van belang is: "Het kon zijn, dat God hun gaf zich tot erkentenis der waarheid te keren(metanoia)."
Het inzicht moet bij God vandaan komen. Nieuwtestamentisch mag je dan denken aan overtuiging van zonde en verlorenheid, gevolgd door het geven van de oplossing: Christus en Die gekruisigd, gestorven en opgestaan.
Kennelijk is het niet iets dat, in de huidige bedeling, de mens zelf voort zal brengen. En dat kan kloppen, want God heeft alle mensen onder ongehoorzaamheid besloten(Rom.11:32), waardoor alles wat de mens aan "foutmelding" bereikt óf niet doordringt óf door hem zal worden verworpen. Daarom zal God die ongehoorzaamheid eerst moeten opheffen om de mensen inzicht en berouw te kunnen laten tonen. Ook Petrus had dit door, want in Handelingen 11:18 zegt hij: "Zo heeft dan God ook de heidenen de bekering[berouw/inzicht/verandering van denken] ten leven geschonken."
We zien dus dat "metanoia" een verandering van denken is(wat kan uitlopen op berouw), en dat het door God geschonken moet worden, net als geloof(Efe. 2:8). Uit zichzelf zal de mens er niet toe komen. Het is een omkeer in denken, waaruit mogelijk een omkeer in doen voortkomt. Verandering van denken kan leiden tot een terugkeer naar eerder geloof of plaats of denken, of tot een totale vernieuwing van denken en nieuw geloof, zoals dat zeker bij de heiden het geval zal zijn.
Hieronder staan alle Schriftplaatsen waarin metanoia voorkomt, met daarnaast de vertaling zoals die in het ISA programma voorkomt, door mij in het Nederlands vertaald.
Matt. 3:2 metanoeite - weest berouwend(ook Matt. 4:7; Marc. 1:15)
Matt. 3:8 metanoias - berouw.(ook: Marc. 1:4; Luc. 3:3; 3:8; 15:7; Hand. 13:24; 19:4;
Hebr. 6:1; 6:6; 12:17; 2Pet. 3:9)
Matt. 3:11 metanoian - berouw (ook: Luc. 5:32; 24:47; Hand. 5:31; 11:18; 20:21; Rom. 2:4; 2Kor. 7:9; 7:10; 2Tim 2:25)
Matt. 11:20 metanoesan - zij berouwden (ook: Matt 11:21; 21:41; Luc. 10:13; 11:32; Openb. 2:5)
Marc. 6:12 metanoosin- zij zouden zich berouwen
Luc. 13:3 metanoete - jullie zouden berouwen (ook. Luc. 13:5)
Luc. 15:7 metanoountie - berouwende (ook: Luc. 15:10)
Luc. 16:30 metanoesousin - zij zullen berouwend zijn
Luc. 17:3 metanoese - hij berouw zou hebben(ook Openb. 2:21)
Luc 17:4 metanoo - ik heb berouw.
Hand. 2:38 metanoesate - berouwt u!
Hand. 8:22 metanoeson - berouwt u!(ook: Openb. 2:16; 3:3; 3:19)
Hand. 17:30 metanoein - berouw krijgen.(ook: Hand. 26:20)
2Kor. 12:21 metanoesanton - tot berouw gekomen zijn
Openb. 2:5 metanoeses - u zou moeten berouwen.
Openb. 2:21 metanoesai - berouwen tot.
Openb. 2:22 metanoesosin - zij zullen berouwen.
Openb. 9:20 metenosan - zij berouwen (ook: 9:21; 16:9; 16:11)
Het tweede woord is "epistrepho"(Strong# 1994), wat we voor het eerst tegenkomen in Matt. 10:13. "en indien het huis het waard is, zo kome uw vrede daarover; doch indien niet, zo kere uw vrede tot u terug."
De letterlijke vertaling van dit woord is KEREN-TOT, of naartoe-draaien.
Epistrepho komt 36 maal in verschillende grammaticale vormen voor in het NT. Het hangt bij dit woord voor de betekenis zeer af van de grammaticale vervoeging. Zo zien we in Matt. 10:13 dat het(epistrapheto) een terugkeer is. Maar in Hand. 9:40 zie je Petrus zich omdraaien(epistrepsas) naar Tabitha. Binnen de basisbetekenis kan het dus meerdere vormen hebben. Het geeft in ieder geval een verandering van doen aan. Daarmee komt epistrepho het dichtst bij het Oudtestamentische begrip.
Een goed vers voor het zien van de basisvertaling is Lucas 8:55(epestrepsen) " En haar geest keerde terug en zij stond dadelijk op "
Een ander voorbeeld van terugkeer is te vinden in 2Kor. 3:16 "Maar steeds wanneer het zou terugkeren* tot de Heer, wordt de bedekking opgeheven"
Hier staat "epistrepse", een vorm van "keren tot". Je zou in dit geval met "terugkeren tot" kunnen vertalen, want het gaat hier over gelovigen uit de Joden en hun denken(zie de contekst, het gaat over "het lezen van Mozes", een Joodse zaak).
Ook Galaten 4:9 laat terugkeer zien(epistrephete): "hoe kunt gij thans terugkeren tot die zwakke en armelijke wereldgeesten." Hier wordt de gelovige gevraagd waarom hij terug kan keren naar minderwaardige wat hij vroeger had.
Een goed voorbeeld van omkeren(epistrepsosin) is te vinden in Hand. 28:27: "opdat zij niet zien met hun ogen en met hun oren niet horen en met hun hart niet verstaan en zij zich zouden omkeren, en Ik hen zou genezen". De NBG heeft hier bekeren, maar dat is fout.
"Epistrepho" op zich is "keren naar" of "wenden naar" iets of iemand anders(bv. naar God, maar ook tot een kind, Tabitha). Het zal meestal "terugkeren naar" betekenen. Er is niet noodzakelijk een band met berouw, het kan wel(zie Hand. 3:19).
Hieronder staan alle Schriftplaatsen waarin epistrepho voorkomt, met daarnaast de vertaling zoals die in het ISA programma voorkomt, door mij in het Nederlands vertaald. Alleen in Matt. 13:15, Marc. 4:12 en Hand. 28:27 wordt met omkeren vertaald (to turn about). Verder vertaalt men overal met terugkeren (to turn back).
Matt. 10:13 epistrapheto - laat haar terugkeren
Matt. 12:44 epistrepso - ik zal terugkeren
Matt. 13:15 epistrepsosin - zij zouden omkeren(ook: Marc. 4:12; Hand. 28:27)
Matt. 24:18 epistrepsato - laat hem terugkeren.(ook: Marc. 13:16; Luc. 17:31)
Marc. 5:30 epistrapheis - omgekeerd wordend (ook: Marc. 8:33; Joh,21:20;
Luc. 1:16 epistrepsei - hij zal terugkeren
Luc 1:17 epistrepsai - om terug te keren (ook: Hand. 26:18)
Luc 2:39 epestrepsan - zij keren terug.(ook Hand. 9:35)
Luc 8:55 epestrepsen - keert terug (ook: Hand. 11:21)
Luc 17:4 epistrepse - hij zou terugkeren(ook: 2Kor. 3:16; Jac. 5:19)
Luc 22:32 epistrepsas - terugkerend (ook: Hand. 9:40; 16:18; Jac. 5:20; 2Pet. 2:22; Openb. 1:12)
Hand. 3:19 epistrepsate - keer terug! (komt voor naast "metanoia" in het hetzelfde vers)
Hand. 14:15 epistrephein - terugkerend (ook: Hand. 26:20)
Hand. 15:19 epistrephousin - de terugkerenden
Hand. 15:36 epistrepsantas - terugkerend
Hand. 28:27 epistresosIn - zij zouden keren tot
2Kor. 3:16 epistrepsE - het zou terugkeren tot
Gal. 4:9 epistrephete - jullie zijn aan het terugkeren
1Thess. 1:9 epestrepsate - keren tot
1Petr. 2:25 epestraphete - jullie keerden terug
De betekenis van bekeren in het NT is afhankelijk van het woord dat gebruikt wordt. Is het metanoia(of varianten daarvan), dan hebben we met verandering van denken te maken; is het epistrepho(of varianten daarvan) dan hebben we met een verandering van doen te maken.
Daarom vertaalt de Concordant Version "metanoia" dan ook met "repent(ance)" - berouw, en "epistrepho" met "to turn back" - terugkeren en een enkele maal met "to turn about" - omkeren.
Ik zou in het Nederlands willen voorstellen voor "metanoia" gewoon "berouw" te gebruiken, omdat er meestal naast de verandering van denken ook een mate van spijt bij zit, en voor "epistrepho" zou ik terugkeren of, in een paar gevallen, omkeren willen gebruiken.
Er staan in de Schrift relatieve en absolute uitspraken. Een voorbeeld van een absolute uitspraak is dat God de hemelen en de Aarde heeft geschapen. Vandaar ook dat Paulus in Romeinen 11:36 de absolute waarheid kan schrijven: "Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen"("Hem" is hier God). Deze waarheid wordt bevestigd door 1Kor. 8:6 en Efeze 3:9.
Maar elders schrijft hij de relatieve waarheid over hetzelfde onderwerp: "alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen"(de "Hem" hier is Christus - Kol. 1:16).
Beide zijn waar, de een absoluut, de ander relatief.
Dit principe wordt ook toegepast op geloven; er staan meerdere oproepen tot geloof in de Schrift, maar in Efeze 2:8 zien we dat het allemaal uit God moeten komen(relatief - absoluut).
Dit zelfde principe is ook te vinden bij het onderwerp van deze woordstudie. In veel gevallen zien we dat de mens wordt opgedragen of opgeroepen zich te bekeren, iets wat hij zelf dus moet doen - de relatieve waarheid(bv. Hand. 2:38 en Marc. 1:15), maar elders zien we dat het uiteindelijk allemaal door God bewerkt wordt(2Tim. 2:25), de absolute waarheid.
De vraag of iemand zich op eigen kracht kan bekeren is hierboven al beantwoord. Het is: nee, ook al doen sommige teksten dat wel denken doordat ze in de vorm van een oproep staan. Door het feit dat allen onder ongehoorzaamheid zijn besloten(Rom. 11:32), kan men niet op eigen kracht zich bekeren, of gelovig worden. 2Tim. 2:25 geeft dat duidelijk aan. Net als met geloof zal het van God moeten komen. Hij zal de ongehoorzaamheid moeten opheffen, een ommekeer in denken veroorzaken en geloof schenken, anders zal de mens moeten wachten tot het oordeel voor de Grote Witte Troon en de Poel des Vuurs, om pas daarna Levend gemaakt te kunnen worden aan bij de voleinding van de laatste aion en heel de aionische geschiedenis. Gelovigen mogen nu, dankzij hun uitverkiezing(Efe. 1:4) al eerder van dat wonder genieten, omdat zij straks, in de komende aionen, met Christus een taak te vervullen hebben.
De teksten die aan lijken te geven dat de mens eerst moet bekeren om gered te worden zijn van het relatieve soort. In veel mensenlevens zie je op een gegeven moment, soms zonder aanleiding, zaken op de kop gaan. Dan kan het zo maar zijn dat God bezig is "de grond" zo te bewerken dat er later wat mee te doen is. Het feit dat de mens dan later tot bekering wordt gebracht is de bekroning van Gods voorbereidende werk in die mens en niet iets wat die mens op eigen kracht en uit eigen initiatief heeft voortgebracht.