Kiezen of gekozen worden

een woordstudie
door Wim Janse

Veel Christenen zeggen: “Ik heb voor Jezus gekozen”, of “Ik heb Christus aanvaard als mijn Heer en Heiland.” Dat klinkt mooi, maar de vraag is of dit waar is. Nee, ik betwijfel niet dat men deze uitspraak oprecht meent en doet, maar of die uitspraak ook overeenkomt met de werkelijkheid van de Schrift. Ik wil alleen al wijzen naar wat Saulus van Tarsus overkwam op de weg naar Damascus, en daarna. Ik kan met de beste wil van de wereld nergens in de Schrift vinden dat Saulus/Paulus dit ooit heeft gezegd.

Het gaat er om wat “staat geschreven”. In het Grieks gaat het om een paar woorden die afgeleid zijn van eklegomai (selecteren – kiezen uit een aantal mogelijkheden, voorwerpen of personen):

Als werkwoord (van eklego).

  • Exelexato (uit-verkiezen –aorist – 3e persoon - enkelvoud)
  • Eklexamenos (uit-verkiezende – aorist – 1e naamval – enkelvoud – mannelijk)
  • Eklelegmenos (zijnde-uit-verkozen – passief – 1e naamval – enkelvoud – mannelijk)
  • Exelegonto (zij kiezen-uit – gebiedende wijs – 3e persoon – meervoud)
  • Exelexamen (uit-kiezen – middel voice -1e persoon – enkelvoud)
  • Exelexasthe (koos-uit – aorist - 2e persoon - meervoud)
  • Exelexo (U koos uit – aorist – 2e persoon - enkelvoud)
  • Exelexanto (zij kozen uit – aorist - 3e persoon - meervoud)
  • Eklexamenous (uit-kiezend - aorist - 4e naamval - meervoud – meervoud)
  • Eklexamenois (uit-kiezend – aorist – 3e naamval – meervoud – mannelijk)

Als zelfstandig naamwoord:

  • eklogE (uit-gekozene – enkelvoud – vrouwelijk – 1e naamval)
  • eklogEs (van uit-gekozene – enkelvoud – vrouwelijk – 2e naamval)
  • eklogEn (uit-gekozene – enkelvoud – vrouwelijk – 4e naamval)

Als bijvoeglijk naamwoord.

  • eklektos (uit-gekozene – enkelvoud – mannelijk – 1e naamval)
  • eklektoi (uit-gekozenen – meervoud - mannelijk – 1e naamval)
  • eklektEs (van uit-gekozene – enkelvoud – vrouwelijk – 2e naamval)
  • eklektOn (van uit-gekozenen – meervoud – mannelijk – 2e naamval)
  • eklektois (aan uit-gekozenen – meervoud – mannelijk – 3e naamval)
  • eklektE (uit-gekozene – enkelvoud – vrouwelijk – 4e naamval)
  • eklektous (uit-gekozenen - meervoud – mannelijk – 4e naamval)

Het gaat dus om het “uit kiezen”, een keuze maken uit meerdere mogelijkheden. Maar dit lost ons probleem niet direct op. Wie doet nu dat uit-kiezen? Het zal de context en zinsbouw moeten zijn die aangeeft wie kiest of wie gekozen worden.

Een voorbeeld waar men snel de mist in zal gaan is 1 Thessalonicenzen 1:4. Daar staat letterlijk (en in de Griekse volgorde):

“hebbend waargenomen, broeders, geliefden door de God, de keuze [eklogE – concordant Engels vertaalwoord “choice”] van jullie.”

Nu kunnen we twee kanten op. We kunnen dit laten staan en de keuze zo aan de kant van de “jullie” laten liggen, wat zou inhouden dat de “jullie” zelf gekozen hebben, wat helemaal tegen Paulus’ onderwijs ingaat; of we vertalen echt letterlijk, en krijgen dan dit:

“hebbend waargenomen, broeders, geliefden door de God, de uit-verkiezing [ek = uit en logE = zeggen of noemen] van jullie.”

Nu worden de “jullie” door iemand anders gekozen, namelijk door God. Paulus nam hun uitverkiezing waar.

“Kiezen” en “uit-verkiezen” zijn beide hetzelfde Griekse werkwoord: eklogE. Laten we nu eens op andere plaatsen kijken hoe dit elders wordt gebruikt:

Alzo is er dan ook in dezen tegenwoordigen tijd een overblijfsel geworden, naar de verkiezing [eklogEn] der genade.”
(Rom. 11:5;SV)

Zo zijn zij wel vijanden aangaande het Evangelie, om uwentwil, maar aangaande de verkiezing [eklogEn] zijn zij beminden, om der vaderen wil;
(Rom. 11.28;SV)

Daarom, broeders, benaarstigt u te meer, om uw roeping en verkiezing [eklogEn] vast te maken; want dat doende zult gij nimmermeer struikelen.
(2Pet. 1:10;SV)

In geen van deze gevallen kun je stellen dat het de mens was die de keuze maakte. In Rom. 11:5 komt de verkiezing uit de genade voort, dus uit God. In Rom. 11:28 komt de verkiezing ook weer van God, omwille van de vaderen. In 2Pet. 1:10 staan roeping en verkiezing pal achter elkaar. De roeping, en dus ook de verkiezing, komt hier van God.

Dan is er het woord eklektos . Het komt 22 maal voor in 22 verzen van het NT.
Bijvoorbeeld:

Want velen zijn geroepen[-en], maar weinigen uitverkoren[-en]
(Matt. 22:14 NBG)

Wie zal uitverkorenen Gods beschuldigen? God is het, die rechtvaardigt;
(Rom. 8:33-NBG)

En Hij zal zijn engelen uitzenden met luid bazuingeschal en zij zullen zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het ene uiterste der hemelen tot het andere
(Matt. 24:31 – NBG).

Lees ook Matt. 22:22,24; Mar. 13:20,22,27; Luk. 18:7; 23:35; Rom. 9:11; Kol. 3:12; 1Tim. 5:21; 2Tim. 2:10; Tit. 1:1; 1Petr. 1:1, 2:4,6,9; 2Joh. 1:1,13; Openb. 17:14.

Een van de meest duidelijke verzen om aan te tonen dat niet de gelovige kiest, maar dat uit-verkiezen een werk van God is, is Markus 13:20. Daar staat:

“En indien de Here die dagen niet had ingekort, zou geen vlees behouden worden, doch ter wille van de uitverkorenen [eklektos], die Hij heeft uitverkoren[eklegO], heeft Hij die dagen ingekort.” (NBG)

Het woord eklektos (uit-gekozene/verkorene) wordt wel heel duidelijk in 1 Petrus 2:4.

“En komt tot Hem, de levende steen, door de mensen wel verworpen, maar bij God uitverkoren en kostbaar”
(NBG)

Letterlijk staat hier “de theos eklektos…” = “maar Godgekozen.” Dit wil zeggen dat (in dit geval Christus) door God werd gekozen/uit-gekozen/uit-verkoren.

In 2 Johannes 1:1 staat in de aanhef: “eklektE kuria”, de uitverkoren vrouw (Maria). Had Maria zelf de keuze gemaakt om Jezus’ moeder te worden? Nee, die keuze werd voor haar gedaan.

In Openbaring 17:14 staan een aantal zaken:

“en zij, die met Hem zijn, de geroepenen en uitverkorenen en gelovigen.”

Geloof is niet uit onszelf (Efe. 2:8) en je roept jezelf niet (zou een beetje vreemd zijn, toch?), zou dan de keuze wel een zaak van jezelf zijn?

Een vaak gebruikte manier om de betekenis van een woord te bepalen is te kijken waar het voor het eerst door een schrijver wordt gebruikt.

Eklektos.

Mattheüs schrijft het voor het eerst in Matt. 22:14 “Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.”(NBG)
Ze ZIJN geroepen (lett. Geroepenen) en ze ZIJN gekozen (lett. Gekozenen). Er staat niet dat ze geroepen en gekozen HEBBEN.

Markus gebruikt het voor het eerst in Mark. 13:20 “doch ter wille van de uitverkorenen, die Hij heeft uitverkoren, heeft Hij die dagen ingekort.”(NBG) Geen uitleg nodig, zo dunkt me.

Lukas gebruikt het voor het eerst in Luk. 18:7 “Zal God dan zijn uitverkorenen geen recht verschaffen, die dag en nacht tot Hem roepen, en laat Hij hen wachten?”(NBG) Letterlijk staat er “de gekozenen van Hem.” God heeft ze gekozen.

In de brieven van Paulus komt het voor het eerst voor in Rom. 8:33 “Wie zal uitverkorenen Gods beschuldigen?” (NBG) Door God uitverkoren/uitgekozen mensen.

Johannes gebruikt het voor het eerst in 2Joh. 1:1 “De oudste aan de uitverkoren vrouw.”

EklogEs.

Lucas schrijft in Handelingen 9:15 “Maar de Here zeide tot hem: Ga, want deze is Mij een uitverkoren werktuig…” (NBG)
De Heer koos het werktuig (Saulus) uit, de keuze was niet aan het werktuig zelf.

Rom. 9:11 “opdat het verkiezend voornemen Gods zou blijven, niet op grond van werken, maar op grond daarvan, dat Hij riep” (NBG). God verkiest.

2Pet. 1:10
“opdat het verkiezend voornemen Gods zou blijven, niet op grond van werken, maar op grond daarvan, dat Hij riep.”

Ik heb het zelf in mijn SchriftWoord vertaling zo weergegeven: “Daarom, veeleer, broeders, span je in, bevestig de roeping en uitverkiezing, deze dingen doende, want ze doende zullen jullie op geen enkel moment struikelen".

Hoe je het wendt of keert, er is in het NT geen aanleiding te vinden dat op het gebied van het geloof de keus aan de mens wordt overgelaten. Eigenlijk kun je overal het woord uitkiezen (of varianten daarvan) gebruiken. Kiezen doe je immers uit meerdere mogelijkheden! Het zal altijd de context zijn die bepaalt wie er kiest. In bovengenoemde gevallen blijkt het altijd een zaak van God te zijn en niet van de mens.

God kiest! Gelukkig maar!




© www.hetbestenieuws.nl