Tekenen in de Schrift

door John Essex

   
Dat tekenen een belangrijke plaats innemen in Gods methode van onthullen, wordt duidelijk uit de veelvoud waarin ze in de Schrift gebruikt worden. Er zijn veel voorbeelden waarin om tekenen wordt gevraagd en ze worden gegeven. Mozes, Gideon en Hezekia, bijvoorbeeld, waren alle mannen Gods, die vroegen om tekenen van de Almachtige en ontvingen daaruit de zekerheid van Zijn aanwezigheid. In andere gevallen werden tekenen gegeven zonder dat er om werd gevraagd. Maar we moeten altijd dit in gedachten houden wanneer we "Tekenen in de Schrift" bestuderen: ieder teken, door God gegeven, of dat nu rechtstreeks is of via Zijn dienstknechten, brengt een duidelijk omschreven boodschap over. Ze worden nooit doelloos gegeven en het is dit feit dat onze overdenkingen van dit onderwerp waardevol maakt.

Nogmaals: tekenen zijn nooit simpelweg een middel van identificatie, ze zijn altijd veel meer dan dat. Bijvoorbeeld: toen de engel tegen de herders zei: "En dit zij u het teken: Gij zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggende in een kribbe."(Luc. 2:12), vertelde hij hen niet slechts hoe zij het Kind konden herkennen. Nee, hij gaf hen, door middel van een teken, een bevestiging van de boodschap die hij hen net had gebracht, namelijk dat hen zojuist de Heiland was geboren. Zoals we dadelijk zullen zien was het juist omdat Jezus de Heiland was dat Hij in een kribbe werd gelegd, en niet in een gewone wieg.

Het teken van de kribbe is een van de vijf speciale tekenen in verband met het bezoek van onze Heer aan de Aarde. Ze zijn:

1. Het teken van Zijn geboorte.
2. Het teken van Zijn missie.
3. Het teken van Zijn dood.
4. Het teken van Zijn begrafenis en opstanding.
5. Het teken van Zijn hemelvaart.

Omdat de tekenen voor ons allen van vitaal belang zijn, stellen we voor ze in volgorde te bekijken en te leren welke boodschap ze overbrengen.

1. Het teken van Zijn geboorte.

Dit werd (in Jesaja 7:14) gegeven aan Achaz, koning van Juda, op een moment dat zijn koninkrijk bedreigd werd door een confederatie tussen Syrië en Efraïm.

"Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuel geven. Boter en honig zal hij eten, zodra hij het kwade weet te verwerpen en het goede te verkiezen. Maar voordat de jongen weet het kwade te verwerpen en het goede te verkiezen, zal het land ontvolkt zijn, voor welks beide koningen gij angstig zijt."
(Jes. 7:14-16)

Nu werd deze profetie al in het volgende hoofdstuk vervuld, want een profetes kreeg een kind en voordat het kind kennis genoeg had om te roepen: "Mijn Vader en mijn Moeder," werden de rijkdommen van Damascus en de buit van Samaria, de hoofdstad van Efraïm, weggevoerd naar de koning van Assur.

We zouden verontschuldigd mogen worden als we denken dat dit de enige vervulling van het teken zou zijn, ware het niet voor de verzen 6 en 7 van Jesaja 9, die ons zonder twijfel wijzen naar iets dat ver voorbij ligt aan welke gebeurtenis in de tijd van de profeet dan ook.

"Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbaar, Raadsman, de sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat Hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan voor de aion. De ijver van de Here der heerscharen zal dit doen."
(Jes. 9:6,7;CV)

De hele zaal wordt voor ons bezegeld in Matt. 1:18-23.

"De geboorte van Jezus Christus geschiedde aldus. Terwijl zijn moeder Maria ondertrouwd was met Jozef, bleek zij, voordat zij gingen samenwonen, zwanger te zijn uit de heilige Geest.
19 Daar nu Jozef, haar man, rechtschapen was en haar niet in opspraak wilde brengen, was hij van zins in stilte van haar te scheiden.
20 Toen die overweging bij hem opkwam, zie, een engel des Heren verscheen hem in de droom en zeide: Jozef, zoon van David, schroom niet Maria, uw vrouw, tot u te nemen, want wat in haar verwekt is, is uit de heilige Geest.
21 Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het die zijn volk zal redden van hun zonden.
22 Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden hetgeen de Here door de profeet gesproken heeft, toen hij zeide:
23 "Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuel geven, hetgeen betekent: God met ons." "

Ja, God met ons. De hele wereld was overvallen door een confederatie van zonde en dood, en kon op geen enkele wijze aan deze twee kwaden ontsnappen, tenzij God ons zou komen redden. Onder alle bewoners van de Aarde was er niet een rechtvaardig, niet één! Niemand was in staat zijn broeder te redden. Maar God, door er voor te zorgen dat de Heer geboren werd uit een maagd, en Hem te voorzien van de levenskracht door Zijn heilige geest, maakte het zeker dat het kind Zelf heilig zou zijn, zonder vlek op rimpel, waardig en in staat om onze Verlosser te zijn. De zucht van de maagdelijke geboorte brengt onmiskenbaar de boodschap naar voren dat God de aardse zaken in Zijn hand had genomen; het was God Die Zijn enig geboren Zoon gaf, niet om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem gered zou worden. Ja, God was ongetwijfeld met ons.

2. Het teken van Zijn missie.

Dit is te vinden in Lucas 2;10-12, de boodschap aan de herders.

"10 En de engel zeide tot hen: Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen:
11 U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David.
12 En dit zij u het teken: Gij zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggende in een kribbe."

Zoals we al eerder zeiden, de kribbe was niet slechts een middel van identificatie. Een kribbe is een voedselbak, en wat daarin wordt gelegd wordt gewoonlijk gegeten door de dieren die zich daar voeden. Jezus omschreef Zichzelf later als "het Brood des Levens" en zei van Zichzelf dat Hij was "het brood Gods, dat uit de hemel nederdaalt en aan de wereld het leven geeft"(Joh. 6:33,48). In Joh. 6: 52-55 vertelde Hij de Joden dat tenzij zij aten van Zijn vlees en dronken van Zijn bloed, zij geen leven in zich hadden en in de ceremonie van de maaltijd des Heeren, belichaamt Hij dezelfde grote waarheden.
Hoe moesten zij dit doen? In Joh. 6:47 zegt Hij: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie gelooft, heeft aionisch leven."

Het teken van de kribbe was in eerste instantie bestemd voor de Joden, maar ook, zo denken wij, voor heel de mensheid, ons lerend dat het Kind dat daarin werd gelegd bestemd was om hun Redder te zijn; dat Hij Zijn lichaam zou geven, Zijn vlees en Zijn bloed, voor de zonden van de wereld; en dat, tenzij zij in Hem geloofden, tenzij zij deze leer aanvaardden en ze verwerkten in hun denken en in hun harten op dezelfde manier waarop zij voedsel verwerkten in hun lichamen, er in hen geen leven zou zijn. Zien wij ook niet hoe noodzakelijk het voor ons is om voortdurend te herinneren aan het feit dat Jezus onze Redder is; dat Hij kwam opdat wij leven mogen hebben; dat Zijn vlees en Zijn bloed op gelijke wijze voor ons werd gegeven? Als dat zo is, dan heeft de kribbe ook voor ons een boodschap.

3. Het teken van Zijn dood.

Dit wordt gegeven in Joh. 3:14,15 en in Joh. 12:32,33.

"En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet ook de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat een ieder, die gelooft, in Hem eeuwig leven hebbe."

"en als Ik van de aarde verhoogd ben, zal Ik allen tot Mij trekken. En dit zeide Hij om aan te duiden, welke dood Hij sterven zou."

"En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft." Dit is een verwijzing naar de gebeurtenissen zoals opgetekend in Numeri 21:4-9, waar staat:

"richting van de Schelfzee ten einde om het land Edom heen te trekken, werd het volk onderweg ongeduldig. En het volk sprak tegen God en tegen Mozes: Waarom hebt gij ons uit Egypte gevoerd? om te sterven in de woestijn? Want er is geen brood en geen water en van deze flauwe spijs walgen wij. Toen zond de Here vurige slangen onder het volk; die beten het volk, zodat er velen van Israel stierven."

"Daarop kwam het volk tot Mozes en zeide: Wij hebben gezondigd, want wij hebben tegen de Here en tegen u gesproken; bid tot de Here, dat Hij de slangen van ons wegdoe. Toen bad Mozes ten gunste van het volk. De Here dan zeide tot Mozes: Maak een vurige slang en plaats die op een staak; ieder, die daarnaar ziet, wanneer hij gebeten is, zal in leven blijven. Toen maakte Mozes een koperen slang en plaatste die op een staak; en wie, wanneer een slang hem gebeten had, op de koperen slang de blik richtte, bleef in leven."

Zoals Mozes in de woestijn de slang verhoogde, zo moest ook de Zoon des Mensen verhoogd worden. Bent u er zich van bewust dat dit de enige plaats is waar Jezus met een slang vergeleken wordt? Waarom is dat zo?

De slang is een symbool van de zonde. Een slang was het middel waardoor de zonde de wereld binnendrong. Onze Heer moest tot zonde gemaakt worden, "Hij die geen zonde gekend heeft", opdat de zonde eens en voor altijd vernietigd zou worden. Het volk in de woestijn moest, om genezen te worden, niet opzien naar een mooi standbeeld of naar een boodschapper uit de hemel, maar naar een gelijkenis van dat wat hen had gebeten. Zo moeten ook wij, en allen die wensen te genieten van de zegeningen van Gods redding, Jezus erkennen, niet alleen als Zoon van God(wat zijn maagdelijke geboorte aangaf), maar ook als het tegendeel van de bronzen slang, de Ene Die tot zonde werd gemaakt opdat onze zonden weggenomen zouden worden.

Dezelfde les was eerder al onderwezen door andere tekenen. Voordat Israël uit Egypte verlost kon worden, was Mozes' staf al in een slang veranderd, die alle slangen van de Egyptenaren had opgegeten, met als betekenis dat de Rechtvaardige Tak, die God zou doen opstaan(zoals Hij later zou beloven) uit David, als een slang zou worden die alles wegneemt waar de slang voor staat. Op gelijke wijze werd Mozes' hand, toen die in zijn tuniek verdween, leproos, en lepra is altijd verbonden met zonde en onreinheid. Hij Die de hand van God was, door Wie God alle dingen schiep, werd in deze wereld geworpen en werd onrein ten behoeve van ons, opdat wij rein zouden worden. Wij kunnen niet genezen worden door te staren op wat heilig en puur en schoon is, maar op Hem Die(tijdens drie lange donkere uren op het kruis) Zijn heiligheid terzijde wierp om onze zonden op Zich te nemen. Naäman kon niet van zijn lepra genezen worden door te baden in het schone water van Damascus; hij moest zichzelf wassen in het vieze water van de Jordaan. Het principe is altijd hetzelfde.

4. Het teken van Zijn begrafenis en opstanding.

Dit wordt gegeven in Matt. 12:39-40(en op andere plaatsen).

"Maar Hij antwoordde hun en zeide: Een boos en overspelig geslacht verlangt een teken, maar het zal geen teken ontvangen dan het teken van Jona, de profeet. Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal de Zoon des mensen in het hart der aarde zijn, drie dagen en drie nachten."

Het verhaal van Jona is een van de meest bekritiseerde van alle Bijbelse verslagen. Alle mogelijke twijfel is op haar waarheid uitgestort door mensen die niet willen toegeven dat het een wonder was. Maar wat is moeilijker te geloven: de verlossing van een mens na drie dagen uit het lichaam van een speciaal toebereid zeemonster, of dat waar het teken voor staat, de opstanding van iemand uit de dood? Jezus was drie dagen in het graf, en toen, door het machtige woord van God, kon de aarde Hem niet meer vasthouden.

Het getal drie is van speciaal belang. Volgens Dr. Bullinger, die een grote studie deed naar getallen in de Schrift, staat het voor dat wat solide is, echt, substantieel, compleet en geheel. De eerste maal dat het getal voorkomt is in Gen. 1:13. De derde dag was die waarop de Aarde moest oprijzen uit het water, symbool voor het opstaan van Jezus op de derde dag; symbool ook van dat opstandingsleven dat we in Hem hebben, en waarin alleen we kunnen aanbidden of dienen of enig goed werk doen.

Het getal drie is zeer nauw verbonden met Jezus' dood en opstanding. Hij werd gekruisigd op het derde uur; drie uur lang hing Hij aan het kruis, veracht en door mensen verworpen, en toen, voor nog eens drie uur, hing Hij daar zelfs door God verlaten. Met het licht van het negende uur(drie maal drie) kwam de uitspraak: "Het is volbracht!" "Het was zo definitief volbracht," zegt Dr. Bullinger, "dat er nu niet meer zo'n duisternis is voor hen die met Christus zijn gestorven. Licht, ononderbroken licht, schijnt op allen die met Hem verrezen zijn; ononderbroken zonneschijn, zelfs de heerlijkheid van God in het gezicht van Jezus Christus."

Christus stierf voor onze zonden. Hij werd opgewekt voor onze rechtvaardiging. Zijn opstaan op de derde dag betekent dat onze rechtvaardiging solide is, echt, substantieel, compleet en geheel. Het betekent ook dat dit opstandingsproces, dat in Hem begon, compleet en geheel zal zijn in de uitbreiding naar alle mensen op Aarde. "Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden."(1Kor. 15:22).

We komen nu bij het laatste van de vijf speciale tekenen die gegeven werden in verband met het bezoek van onze Heer aan de Aarde.

5. Het teken van Zijn opstanding.

Mattheüs 24:30 vertelt ons:

"dan zal het teken van de Zoon des mensen verschijnen aan de hemel"

Dit teken is gewoonlijk verbonden met de tweede komst van de Heer, want de tekst die we geciteerd hebben, staat aan het eind van een lange lijst van kleinere tekenen die onmiddellijk aan die gebeurtenis vooraf gaan. De volledige tekst leest dan ook:

"En dan zal het teken van de Zoon des mensen verschijnen in de hemel en dan zullen alle stammen der aarde zich op de borst slaan en zij zullen de Zoon des mensen zien komen op de wolken des hemels, met grote macht en heerlijkheid."
(Matt. 24:30;CV)

Ongetwijfeld zal het teken verschijnen bij de toekomstige komst van de Heer op Aarde, maar we geven toe dat ze al eenmaal eerder is gezien. Let er in het bijzonder op dat het teken niet is: "de Zoon des Mensen komend op de wolken van de hemel met veel kracht en heerli9jkheid.". Die gebeurtenis volgt op het teken in het verslag dat we zojuist hebben gelezen. Het teken is eenvoudig: "de Zoon des Mensen in de hemel."

De eerste manifestatie van het teken wordt beschreven in Handelingen 7:55-56. Sprekend over Stefanus leest het verslag: "Maar hij, vol van de heilige Geest, sloeg de ogen ten hemel en zag de heerlijkheid Gods en Jezus, staande ter rechterhand Gods. En hij zeide: Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen, staande ter rechterhand Gods."

Wat betekent dit teken? Kort gezegd betekent het dat dit "de aangename tijd" is. Hadden de Joden Stefanus' getuigenis aangenomen, dan zou het koninkrijk daar en toen aangevangen kunnen zijn. Jezus had voorzegd dat het teken van de Zoon des Mensen in de hemel zou verschijnen, onmiddellijk voorafgaand aan Zijn wederkomst, en Stefanus getuigde dat hij precies dat teken zag. Maar de Joden verwierpen zijn verklaring en stenigden de enige die van het teken had getuigd. Zo sloten zij de poorten van Jeruzalem voor de Koning die klaar stond om naar Zijn hoofdstad terug te keren. Stefanus was de aan de Joden gezonden boodschapper, geheel volgens de woorden van de gelijkenis van de vertrokken edelman: "Wij willen niet, dat deze koning over ons wordt"(zie Luc. 19:12 ev.).

Maar het dicht gooien door de Joden van de poorten van het Koninkrijk gaven God de gelegenheid een andere deur te openen, de verderop gelegen heerlijkste vooruitzichten onthullend. En omdat bewijs dat de tijd voor het binnen gaan door deze deur voorhanden was, werd er een verdere manifestatie van de verrezen Heer gemaakt voor degene die Gods uitverkoren instrument was voor het openen van de deur.

Op Saulus van Tarsus, gebukt onder zijn zelf opgelegde missie van het vervolgen van de ecclesia van God, scheen een stralende verlichting uit de hemel die zijn hele levensloop veranderde. In Handelingen 9 wordt het simpel omschreven als een licht uit de hemel dat hem omstraalde, maar in andere verslagen, met name in Hand. 26, is het heel duidelijk dat Saulus echt een persoon zag. Trouwens, zei hij zelf niet, toen hij het bewijs wilde leveren voor zijn apostelschap: "Heb ik niet Jezus, onze Here, gezien?"(1Kor. 9:1).

De zinsnede "de Zoon des Mensen" verschijnt na Handelingen 7 niet meer; Stefanus is de laatste die ze gebruikt. Het was "Jezus van Nazareth" Die aan Saulus verscheen. Dit is van belang, want de naam "Jezus" betekent "Jehovah-Redder" en is speciaal verbonden met de gedachte aan redding. "Gij zult Hem de naam Jezus geven," had de boodschapper tegen Jozef gezegd, "Want Hij is het Die Zijn volk zal redden van hun zonden." Het was toepasselijk dat de verrezen Heer aan Saulus zou verschijnen als "Jezus van Nazareth," want Saulus was de grootste zondaar van allemaal(zie 1Tim. 1:15), en was daarom degene die het meest een redder nodig had.

Saulus werd tot voorbeeld gemaakt voor hen die op punt staan te gaan geloven in Christus Jezus(1Tim. 1:16). Wij erkennen Jezus als onze Redder; wij zijn gered geworden "uit genade... door geloof"(Efe. 2:8). De Joden die luisterden naar het getuigenis van Stefanus hadden niet het geloof om te geloven in de manifestatie van het teken dat zij zelf niet konden zien; zij eisten te wandelen uit zien en niet uit geloof. Als gevolg van hun geestelijke blindheid moeten zij nu wachten tot de volgende manifestatie van de "Zoon des Mensen in de hemel", die zichtbaar zal zijn voor alle mensen, want het zal samenvallen met de gebeurtenissen die in Matt. 24:30 en in Openb. 1:7 staan beschreven. De laatste leest: "Zie, Hij komt met de wolken en elk oog zal Hem zien, ook zij, die Hem hebben doorstoken; en alle stammen der aarde zullen over Hem weeklagen."

Wij, anders dan de Joden, zien niet uit naar zichtbare tekenen; wij hebben iets veel waardevollers: het geschenk van het geloof. Wij hebben geloof om te geloven in de heerlijke boodschap die gegeven werd aan de ene die Jezus zag op de weg naar Damascus; die getuigde in 2Kor. 6:2 "nu is het de tijd des welbehagens zie, nu is het de dag des heils." Wij hoeven niet te wachten op de een of andere toekomstige dag om te kunnen genieten van de zegeningen van de hoge roeping van God in Christus Jezus, die aan ons zijn onthuld in de brieven van Paulus, maar kunnen, door geloof, ze nu al in volle mate genieten.

En hoe veel beter zijn deze zegeningen dan die welke tijdelijk verloren gingen aan de Joden door hun verwerping van het getuigenis van Stefanus! Toch verheugen wij ons er in dat hun verlies slechts tijdelijk is en dat het teken opnieuw zal verschijnen, op een manier die onmogelijk genegeerd kan worden, want het zal voor hen allen zichtbaar zijn, en het zal de deur naar het Koninkrijk heropenen. Het Koninkrijk zelf zal komen in kracht en veel heerlijkheid en zal een periode van zegen inleiden, die op den duur de hele wereld zal bereiken en aan alle mensen de boodschap van redding zal brengen.


Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd in Grace and Truth Magazine
Januari, maart, mei 1953

   


© Grace and Truth Magazine