De macht van God - deel 3.
De macht van Zijn sterkte

door John H. Essex

(De citaten uit de Schrift zijn uit de SchriftWoord vertaling - tenzij anders vermeld)
Ga met de muis op een onderstreepte tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)

De verlossing van Israel uit Egypte was de loslating van Gods volk uit onderdrukking van buitenaf; de verlossing die op Golgotha werd bereikt was de bevrijding van heel de mensheid uit de onderdrukking van zonde binnenin henzelf. De derde grote verlossing die onder onze aandacht wordt gebracht is die van de Here Jezus uit de doden. Deze verbazingwekkende daad rechtvaardigt God volledig in al wat Hij doet, demonstreert Zijn absolute suprematie over iedere kracht in het universum, en verzekert het succesvol bereiken van de top van Zijn doelstelling.

In Efeze 1:19,20 vertelt Paulus ons, na gesproken te hebben over de allesoverstijgende grootheid van Gods kracht voor ons die geloven, dat het is "overeenkomstig de inwerking van de macht van Zijn sterkte, welke Hij heeft ingewerkt in de Christus, Hem wekkend vanuit doden en Hem doen zittend aan Zijn rechterhand." Hier pauzeren we een ogenblik.

Christus wekkend vanuit de doden! Na de kruisiging bleef Christus niet voor altijd in de graftombe. Op de derde dag werd Hij opgewekt uit de doden. Was dit een speciale demonstratie van Gods macht? Als dat zo is, op welke manier? Jezus had dat Zelf meerdere malen gedaan bij het herstellen van leven aan een dode persoon.

Er is iets meer in de opwekking van Christus uit de doden dan er was in, laten we zeggen, de opwekking van Lazarus. Lazarus stierf later opnieuw, maar wij worden geïnformeerd dat Christus niet meer sterft; Hij stierf eens en voor altijd aan de zonde [9 waargenomen hebbend dat Christus, gewekt wordend vanuit doden, niet meer sterft. De dood is niet meer Zijn heer. 10 Want Die stierf voor de zonde, stierf bij één enkele gelegenheid. Maar die leeft, leeft voor God. Rom. 6:9,10]. Bovendien betekent het opwekken van Christus uit de doden de opwekking van ieder ander die ooit de dood in gegaan is, en niet slechst de wekking, maar de uiteindelijke levendmaking. Allen moeten, net als Christus, voorbij de macht van de dood geplaatst worden. "Want net zoals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden" (1 Kor. 15:22).

De opwekking van Christus uit de doden leidt tot alle gevolgen die in 1 Korinthe 15:20-28 worden genoemd, verzen die voor ons zo bekend zijn, en het eindigt met dat de dood zelf afgeschaft wordt en God Alles in allen is. Het opwekken van Christus geeft Gods doelstelling een voortstuwende kracht die pas zal ophouden met uitbreiden wanneer het geheel tot z'n uiteindelijke voleinding is gebracht. De opwekking van Christus betekent de verlossing van heel het menselijk ras van de slavernij van het graf. Dit houdt de term in "Eerstgeborene uit de doden"(Kol. 1:18). Indien de term "Eerstgeborene van heel de schepping" (Kol. 1:18) allen omvat die ooit tot stand zijn gebracht, dan omvat de term "Eerstgeborene uit de doden" allen die ooit de dood zijn in gegaan. En als de krachten die het universum voortbrachten in het begin in Christus waren geplaatst, dan werden alle krachten die nodig zijn om de doden voort te brengen in Hem geplaatst toen Hij de Eerstgeborene uit de doden werd.

Dit is zeker een geweldige manifestatie van Gods kracht, maar we denken dat er nóg meer is om aan deze zaak toe te voegen. We herinneren ons dat een wacht van Romeinse soldaten rond het graf van de Heer was geplaatst om zo te voorkomen dat het lichaam zou worden verwijderd. Maar de aarde beefde bij het verschijnen van de boodschapper van de Heer. De mannen waren machteloos in de aanwezigheid van Goddelijke kracht.

We zouden menen dat de menselijke wacht, die Pilatus leverde, tot in het extreme nietig zou zijn in vergelijking met de wacht die Satan over die tombe zou plaatsen. Wetend, zoals hij dat zou weten, dat Gods hele doelstelling de opstanding van Christus vereiste - dat die doelstelling volkomen zou falen als Christus niet zou opstaan, ook wetend dat Jezus aan de Zijnen Zijn eigen opstanding binnen drie dagen had voorzegd, kunnen we ons dan niet voor een ogenblik indenken dat Satan iedere macht en kracht zou bijeenbrengen die hij maar zou kunnen vinden, om te voorkomen dat Gods macht uitgeoefend zou worden? Zou de Tegenstander op dit punt in tijd ophouden Tegenstander te zijn en, kennelijk er in geslaagd zijnde Gods Zoon te vernietigen, aan de kant gaan staan en op z'n gemak toekijken hoe God Hem opwekte vanuit de doden? Ervaring en geschiedenis laten beide zien dat Satan op elk punt God tegenstaat, en de krachten van tegenstand die zich rond die tombe concentreerden moeten bijna overweldigend zijn geweest.

Maar God wekte Jezus niet alleen op vanuit de doden, maar Hij verhoogde Hem ook boven elke macht die in oppositie zichzelf zou doen opstaan. Hier wordt de werkelijke macht van God uitgestald omdat Hij Christus uit de doden opwekt en Hem doet zitten "aan Zijn rechterhand, te midden van de ophemelsen, boven alle overheid en autoriteit en macht en heerschappij en alle naam die genoemd wordt, niet alleen in deze aion, maar ook in de op het punt staande. En Hij onderschikt alles onder Zijn voeten en Hij geeft Hem, als Hoofd over allen, aan de ekklesia, die Zijn lichaam is, de volheid van Hem Die het al in allen vervult" Efe. 1:20-23).

Of zoals staat geschreven in Filippenzen: "Daarom ook verhoogt God Hem uitermate en begunstigt aan Hem de naam boven alle naam, opdat in de naam van Jezus alle knie zou buigen, van ophemelsen en van op-aardsen en van onderaardsen, en alle tong zou toejuichen dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God, de Vader" (Filip. 2:9-11).

Of zoals staat geschreven in Kolossenzen: "En Hij is het hoofd van het lichaam, van de ekklesia. Hij is het begin, Eerstgeborene vanuit de doden, opdat Hij in álles eerste zal worden, opdat heel de volheid er een behagen in heeft in Hem te wonen, en door Hem het al wederzijds te verzoenen tot in Hem, vrede makend door het bloed van Zijn kruis, door Hem, hetzij de dingen op de aarde, hetzij de dingen in de hemelen" (Kol. 1:18-20.

In het licht van de latere onthulling in de gevangenisbrieven van Paulus, krijgt de passage in 1 Korinthe 15:20-28 een nieuwe grandeur, want het laat zien dat de voortstuwende kracht die aan Gods doelstelling wordt gegeven door het opwekken van Christus uit de doden, zich niet laat uitblazen totdat alle anderen levend gemaakt zijn in Hem; totdat alle soevereiniteit en autoriteit en macht tot nul zijn teruggebracht; totdat alle vijanden onder Christus' voeten zijn geplaatst; totdat de laatste vijand, de dood zelf, is afgeschaft; totdat heel het universum onderschikt gemaakt is aan Gods Zoon; totdat de Zoon Zelf alle soevereine macht aan de Vader heeft overgedragen en God Alles in allen is geworden. Wat een voortstuwende kracht! De opwekking van Christus uit de doden zet een ketting van gebeurtenissen in beweging die steeds maar door gaat en niet stopt totdat Gods doelstelling volledig is bereikt.

Wat een demonstratie van macht! De macht van Gods kracht, die werkte in Christus, Hem opwekkend uit de doden, was meer dan voldoende om Hem te verhogen tot het hoogste hoogtepunt in het universum, zo verzekerend dat al Zijn vijanden aan Hem onderschikt gemaakt zouden worden, dat elke tegenwerkende kracht aan Hem onderhorig gemaakt zou worden, en dat Gods doelstelling in al haar grandeur in Hem vervuld zou worden.

Het evangelie van de heerlijkheid van Christus! Moge het onze harten bestralen op dat zij verlicht zullen worden met de kennis van de heerlijkheid van God voor het aangezicht van Zijn Zoon.

We kunnen dit onderwerp niet verlaten zonder op te merken dat dezelfde macht van Gods kracht, die werkzaam is in de Christus, Hem opwekkend uit de doden, zelfs nu ten behoeve van ons uitgeoefend kan worden, want Paulus bidt (en dat zouden ook wij moeten doen) dat God ons een geest van wijsheid en onthulling in de bewustwording van Hem zou geven, de ogen van onze harten verlicht zijnde, zodat wij kunnen waarnemen "wat de hoop is van Zijn roeping en wat de rijkdom van de heerlijkheid van Zijn lotbezit in de heiligen is, en wat de overtreffende grootte van Zijn macht is in ons die geloven, overeenkomstig de inwerking van de macht van Zijn sterkte" (Efe. 1:18,19). Nogmaals, in Romeinen 8:11, schrijft de apostel: "En indien de geest van Die Jezus wekt uit doden in jullie huist, zal Die Christus Jezus uit doden wekt, ook jullie sterfelijke lichamen levend maken door Zijn in jullie inwonende geest."

Gods Geest werkte in Christus toen deze Hem opwekte uit de doden en Hem deed opstaan tot het hoogste hoogtepunt in het universum. Zo kolossaal was de macht en kracht! Het was de MACHT VAN GODS KRACHT. En wat is de aarde van de kracht die nu in ons werkzaam is? Ze is in overeenstemming met diezelfde MACHT VAN GODS KRACHT. Laat ons onze studie over de MACHT VAN GOD afsluiten met Paulus' inschatting van die macht zoals ze vandaag werkzaam is in de leden van de ecclesia, en laten we nooit ophouden overeenkomstig te bidden [Daarom ook - van de dag dat wij hoorden - houden wij niet op ten behoeve van jullie te bidden en te verzoeken, opdat jullie vervuld zullen worden met het besef van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, om, op een wijze de Heer waardig, te wandelen, tot in alle behagen, in alle goede werk vrucht brengend en groeiend in het besef van God, in alle macht machtig gemaakt wordend overeenkomstig de kracht van Zijn heerlijkheid, tot in alle verduren en geduld, met vreugde Kol. 1:9-11]:

"Deze nu, kunnend boven alle dingen te doen, overdadig boven al wat wij verzoeken of verstaan, overeenkomstig de macht die in ons inwerkt, Hem zij de heerlijkheid in de ekklesia en in Christus Jezus tot in alle generaties van de aion van de aionen. Amen!"
(Efe. 3:20,21)

Einde.




© Grace and Truth Magazine