| 1.  Genesis, het boek van het begin. | 1.  Openbaring, het boek van het einde. | 
| 2.  De Aarde geschapen (1:1). | 2.  De Aarde weg gedaan (21:1). | 
| 3.  Satans opstand. | 3.  Satans laatste rebellie (20:3, 7-10). | 
| 4.  Zon, maan en sterren voor het besturen van de Aarde (1:14-16). | 4.  Zon, maan en sterren verbonden met het oordeel over de Aarde (6:13; 8:12; 16:8). | 
| 5.  De zon heerst over de dag (1:16). | 5.  Er is geen zon nodig (21:23). | 
| 6.  De duisternis wordt nacht genoemd (1:5). | 6.  "er zal geen nacht meer zijn " (22:5). | 
| 7.  De wateren worden zee genoemd (1:10). | 7. "en de zee was niet meer.
" (21:1). | 
| 8.  Een rivier om de Aarde te zegenen (2:10-14). | 8.  Een rivier voor de nieuwe Aarde (22:1, 2). | 
| 9.  De mens naar Gods beeld (1:26). | 9.  De mensheid geleid door iemand naar Satans beeld (13). | 
| 10.  Intrede van de zonde (3). | 10.  Ontwikkeling en einde van de zonde (21, 22). | 
| 11.  Vloek uitgesproken (3:14, 17). | 11.  >"En niets vervloekts zal er meer zijn" (22:3). | 
| 12.  De dood doet zijn intrede (3:19). | 12.  "en de dood zal niet meer zijn" (21:4). | 
| 13.  Cherubs worden voor het eerst in verband met mensen genoemd (3:24). | 13.  Cherubs worden voor het laatst in verband met mensen genoemd (4:6). | 
| 14.  De mens uit Eden verdreven (3:24). | 14.  De mens hersteld (22). | 
| 15.  De boom des levens bewaakt (3:24). | 15.  De mens heeft recht op het gebladerte van de boom des levens (22:14). | 
| 16.  Verdriet en lijden doen hun intrede (3:17). | 16.  Er is geen verdriet meer (21:4). | 
| 17.  De mens zoekt in religie, kunst en wetenschap zijn genoegen, en niet in God(4). | 17.  De religie, luxe, kunst en wetenschap worden in hun volle glorie door God geoordeeld en vernietigd (18). | 
| 18.  Nimrod, een grote rebel en koning, en verborgen anti-God, de grondlegger van Babylon (10:8, 9). | 18.  Het Beest, de grote rebel, een koning en een zichtbare anti-God, doet Babylon herleven (13-18). | 
| 19.  Een vloed van God vernietigt een boze generatie(6-9). | 19.  Een vloed van Satan om een verkozen generatie te vernietigen (12). | 
| 20.  De Boog, een teken van God;s verbond met de Aarde (9:13). | 20.  De Boog, teken van Gods herinnering aan Zijn verbond met de Aarde (4:3; 10:1). | 
| 21.  Sodom en Egypte, de plaatsen van verderf en verleiding (13, 19). | 21.  Sodom en Egypte opnieuw (geestelijk Jeruzalem vertegenwoordigend) (11:8). | 
| 22.  Een samenzwering tegen Abrahams volk overwonnen (14). | 22.  Een samenzwering tegen Abrahams zaad overwonnen (12). | 
| 23.  Huwelijk van de eeerste Adam (2:18-23). | 23.  Huwelijk van de laatste Adam (19). | 
| 24.  Een bruid voor Abrahams zoon(Izaäk) gezocht en gevonden (24). | 24.  Een bruid gereed gemaakt en naar Abrahams Zoon gebracht (19:9). zie Matt. 1:1. | 
| 25.  Twee engelen handelen namens God ten behoeve van Zijn volk(19). | 25.  Twee getuigen handelen namens God ten behoeve van Zijn volk (11). | 
| 26.  Een beloofd zaad om de poorten van zijn vijanden te bezitten (22:17). | 26.  Het beloofde zaad krijgt het in bezit (11:18). | 
| 27.  De heerschappij van de mens houdt op en die van Satan begint (3:24). | 27.  Satans heerschappij beeindigd en die van de mens hersteld (22). | 
| 28.  De oude slang veroorzaakt zonde, lijden en dood (3:1). | 28.  De oude slang 1000 jaar gebonden (20:1-3). | 
| 29.  Het lot van de oude slang uitgesproken (3:15). | 29.  Het lot van de oude slang uitgevoerd (20:10). | 
| 30.  Zon, maan en sterren geassocieerd met Israel (37:9). | 30.  Zon, maan en sterren opnieuw geassocieerd met Israel (12). |