Alle dingen zijn uit God

door A.P.Adams

Er is geen uitspraak in de Bijbel, die door een apostel werd gedaan, die opmerkelijker en zelfs verrassender is, dan deze uitspraak. Als je er serieus over nadenkt, dan lijkt het alsof Paulus erg onoplettend en onzorgvuldig was in zijn taalgebruik. We zijn geneigd om te denken, dat hij het had moeten aanpassen en het op een bepaalde manier had moeten inperken, zoals bijvoorbeeld: alle goede dingen zijn uit God.

Maar nee, Paulus doet de generaliserende, ongenuanceerde uitspraak "Alle dingen zijn van (letterlijk: uit) God." Bovendien, Paulus beschouwde deze waarheid als van zo'n groot belang, dat hij hem steeds weer herhaalt. De markante uitspraak is niet minder dan 6 keer gedaan in de brieven van de apostel. Zie Rom.11:36, 1 Cor. 8:6 en 11:12, 2 Cor. 5:18, Ef. 1:11 en Hebr. 2:10. Was de apostel onzorgvuldig en een beetje te stoutmoedig in zijn uitingen of meende hij precies wat hij zei en is deze uitspraak waar, in zijn volle betekenis? Ik zeg, zonder enige aarzeling, ja op de laatste twee vragen. Hoe meer we leren over Gods werken en wegen, hoe meer we zullen begrijpen dat in absolute zin "alle dingen zijn uit God"; of met andere woorden, zoals het vaak wordt uitgedrukt, God is in alles. We zullen een aantal Schriftplaatsen bekijken, die het Bijbelse onderwijs op dit punt uiteen zullen zetten.

Christus zegt, "Worden niet twee mussen te koop aangeboden voor een duit? En niet één daarvan zal ter aarde vallen zonder uw Vader. En de haren op uw hoofd zijn ook allen geteld." (Matt. 10:29,30)

In Lukas 12:6 lezen we, "Worden niet vijf mussen verkocht voor twee duiten, en niet één van hen wordt vergeten door God." Realiseer je je beste lezer, het ontzagwekkende karakter van deze uitspraak? Hoeveel miljoenen mussen denk je dat er in de wereld zijn? En natuurlijk, het zijn niet alleen de mussen waar God voor zorgt, maar voor alle schepselen, niet één van hen wordt vergeten en zelfs alle haren op je hoofd zijn geteld.

De grote mannen der aarde manifesteren hun grootheid door hun aandacht voor de zogenaamde grote zaken; de staatszaken, nationale belangen, zakelijke ondernemingen aangaande miljoenen-risico's, grootschalige filantropische stelsels en dergelijke zaken van wereldwijd belang. Deze mensen hebben over het algemeen weinig zorg voor en besteden erg weinig aandacht aan de gewone alledaagse zaken van het leven.

God echter, tussen Hem en de grootste van alle groten der aarde is een immense afstand, laat Zijn grootheid zien in het zorgen voor hetgeen het meest onbeduidend lijkt van zijn schepselen, zoals het tellen van de haren op hun hoofden. En Hij schenkt aandacht aan ogenschijnlijk de meest onbelangrijke gebeurtenissen, zoals het vallen van een enkele mus. Bij het zien van zo'n grootheid mogen we, met Faber, uitroepen:

O, God, uwer liefdevolle grootheid ligt altijd om ons heen als een grenzeloze zee;
We kunnen onszelf niet verliezen als overal ons thuis is,
noch kunnen we van U wegdrijven.
Aldus maakt uw grootheid ons groot,
Uw goedheid overwint onze angst;
Uw grootheid maakt ons zo dapper als kinderen zijn,
wanneer hun geliefden in hun nabijheid zijn.

Als u wilt zien, hoe deze gedachte van de universele voorzienigheid Gods tot in ieder detail wordt uitgewerkt, lees dan Psalm 104, 107 en 147.

Bekijk de zaak van Jozef ter illustratie hoe God werkt in gebeurtenissen die van groter belang blijken te zijn dan het lijkt. Zijn halfbroers waren vastbesloten om hem te vermoorden (Gen.37:12 enz.). Hiervan weerhouden, verkopen zij hem aan de Ismaelieten, zodat Jozef onder een wrede dienstbaarheid komt en hun op leeftijd zijnde vader hartverscheurende pijn lijdt. Een zwartere of kwaadaardigere daad is nauwelijks voorstelbaar; en toch in het vervolg van het verhaal, wordt Jozef heerser gemaakt van Egypte. Zijn broeders dalen af naar Egypte om koren te kopen en ontdekken uiteindelijk, dat hij hun lang verloren broeder is, die zij zo'n wreed onrecht hadden aangedaan.

Maar Jozef verzekert en troost hen door te zeggen, "Wees niet bedroefd of boos op uzelf, omdat jullie mij hierheen hebben verkocht, want God heeft mij voor u uitgezonden, om u in leven te behouden. Dus was u het niet die mij hierheen gezonden hebt,maar God" (Gen.45:5,8). Zouden we een nog treffender en nog meer bevestigend voorbeeld kunnen hebben van "Alle dingen zijn uit God?" Hij is in alles, zelfs in de misdaden en wreedheden van mensen.

Neem een ander voorbeeld, niet zo prominent in de Bijbel, maar net zo bevestigend. Kijk bij Richteren 14:1-4. Samson wordt verliefd op een Filistijnse vrouw en wil haar absoluut tot zijn vrouw maken. Tevergeefs proberen zijn ouders hem ervan te weerhouden om deze, ogenschijnlijk, verkeerde verbintenis aan te gaan. Samson is volledig door haar betoverd en staat erop om haar te huwen. Wie kon vermoeden dat God iets bijzonders van doen had met deze schijnbaar dwaze liefdesaffaire? En toch, het kwam van Hem. Want het 4e vers zegt: "Maar zijn vader en zijn moeder wisten niet, dat dit zo door de Here beschikt was, dat hij een voorwendsel tegen de Filistijnen zocht."
Voor nog meer voorbeelden: 2 Kron. 10:15, 11:4.

Een ander zeer treffend voorbeeld van hoe "Alle dingen zijn uit God" is zichtbaar in het verhaal over het priesterhuis van Eli. Lees 1 Sam. 2:30-33. Kijk nu hoe de vervulling van deze voorzegging werd uitgevoerd in 1 Sam. 22:18-20. Een meer koelbloedige, barbaarse slachting werd nooit gepleegd en toch was het de uitvoering van Gods plan. In 1 Sam. 2:31 zeg God, "Ik zal uw vaders huis afsnijden". Volgens het verslag in hoofdstuk 22 was het de Edomiet Doeg, die deze vreselijke daad verrichte en toch is het duidelijk dat het Gods plan was. Abiathar ontsnapte aan de slachting; de aanklacht was tegen het gehele huis van Eli. Abiathar moest verbannen worden uit het priesterschap. Kijk hoe dat gebeurde in 1 Koningen 2:26, 27. "Salomo verdreef Abiathar, zodat hij geen priester des Heren meer was, om het woord des Heren te vervullen, dat Hij over het huis van Eli te Silo gesproken had." Is dit geen overduidelijke illustratie van de grote waarheid die wij overdenken? De vreselijke daden van kwaadaardige mensen zijn "van God" in die zin, dat Hij hen geschikt maakt om Zijn eigen plannen uit te voeren, zodat uiteindelijk het goede daaruit voortkomt. "Zeker, de toorn van de mens zal Hem loven; wat er overblijft van deze toorn (hetgeen Hij niet kan aanwenden tot Zijn lof) zal Hij in bedwang houden." "Allen zijn Zijn dienaren" (Psalm119:91). "Vuur en hagel, sneeuw en waterdamp en stormachtige wind vervullen Zijn woord" (Psalm 148:8).

De heidense koning Kores is nog een ander voorbeeld van deze waarheid. Zie Jesaja 45:1-7. Korus was Gods "gezalfde" om Zijn werk te doen. God gebruikte hem als een instrument om een bepaald doel te bereiken, alhoewel Kores niet wist dat hij op deze manier door God gebruikt werd (zie de verzen 4 en 5).

In de geschiedenis van de Assyriërs is het zelfs nog meer uitgesproken. God gebruikte hen, zoals een timmerman zijn gereedschappen gebruikt. Zie Jesaja 10:1-19 en speciaal vers 15. En in diezelfde context zie Jeremia 51:19-20.

Nog eens, zie Jozua 11:15-20. Israel vernietigt de Kanaänieten en sluit met geen van hen vrede, behalve met de Gibeonieten. "Want het was de Heer die hun harten verhardde, zodat ze zouden komen om te strijden tegen Israel en Hij hen volledig zou kunnen vernietigen."

Kijk ook eens naar het zeer opmerkelijke voorbeeld in Psalm 105:25. God zond Zijn volk naar Egypte, Jozef werd vooruit gezonden (vers 17; dit vers bevestigt Jozefs eigen verklaring, dat God, niet zijn kwaadaardige broers, hem zond) om de weg voor te bereiden voor hen. God maakte Zijn volk talrijker en sterker dan hun vijanden (vers 24) en nu, let op, "Hij veranderde hun harten, zodat zij Zijn volk haatten en zij Zijn dienaren slecht behandelden." Wat nu! Veranderde God hun harten, zodat zij Zijn eigen volk zouden haten en Zijn eigen dienaren slecht zouden behandelen? Aldus is het opgetekend in de Schrift. Werkelijk, "Alle dingen zijn uit God."

We nemen nog een voorbeeld uit het NT. De kruisiging van Christus wordt altijd beschouwd als de meest vreselijke misdaad die ooit is gepleegd. En de daders daarvan verdienen ter vergelding de meest ernstige straf. En toch, zij deden eenvoudig hetgeen "Gods hand en raad van te voren bepaald had, dat geschieden zou" (Handelingen 4:28). En Petrus vertelt ons, dat Christus was "uitgeleverd naar de bepaalde raad en voorkennis van God" (Handelingen 2:23). Aldus zien wij, hoe zelfs deze enorme misdaad uit God was en omdat we weten dat "Hij in alles werkt naar de raad van Zijn wil" (Ef.1:11), kunnen we makkelijk begrijpen, door de aangehaalde voorbeelden, hoe waar het is dat "Alle dingen zijn uit God." En zo wordt Gods universele soevereiniteit ten volle bevestigd door de duidelijke onderwijzing van de Schrift. "Hij doet naar Zijn wil, met het hemelse leger en met de inwoners van de aarde en niemand kan Zijn hand weerhouden of tegen Hem zeggen, wat doet Gij?" (Dan.4:35). Zie ook Jesaja heel hoofdstuk 40 en Openbaring 17:17.

Voor een kind van God is deze waarheid het meest kostbaar en geruststellend. Het leert ons hoe absoluut veilig wij zijn, terwijl wij "verblijven onder de schaduw van de Almachtige." Zijn kracht strekt zich niet alleen uit tot in de kleinste aangelegenheden, zoals de haren op ons hoofd en de vogels in de lucht, maar ook tot grotere zaken, personen, gemeenschappen, staten, naties en werelden, en geen enkel schepsel verplaatst zich zonder dat Hij het beschikt of zonder Zijn toestemming. "Alle dingen zijn uit God", daarom kan ik begrijpen hoe "alle dingen samenwerken ten goede voor hen, die God liefhebben." En hoe ook alle dingen nog ten goede zullen keren voor de mensheid, omdat God hen liefheeft. God gebruikt de krachten van de wereld, menselijke of andere krachten, net zoals men de stukken op het schaakbord zou verplaatsen. Zij zijn vele instrumenten, gereedschappen in Zijn hand. "Zal een bijl zich beroemen tegen hem die ermee hakt? Zal een zaag zich verhogen boven die hem hanteert? Alsof een stok zichzelf zwaait tegen die hem optilt, of als de staf zichzelf zou optillen, alsof het geen hout was" (Jesaja 10:15).




© www.hetbestenieuws.nl