Gods wil, raad en bedoeling
door William B. Screws
? - 1961

The Pilgrim's Messenger

"Have a pattern of sound words which you hear from me, in faith and love
which are in Christ Jesus."--11 Timothy 1:13
Published Monthly By W. B. SCREWS, Glennville, Georgia
Twenty-five Cents a Year

Volume XI

APRIL, 1932

Number 9.

Entered at the postoffice at Glennville, Ga., as second-class matter.

De WIL van de boer is de volgende herfst een schuur vol graan te hebben. Zijn RAAD vertelt hem dat, om zijn wil vervuld te krijgen, hij de grond moet bewerken, het zaad zaaien en de planten doorheen de maanden van droogte moet onderhouden. Dit is niet zijn wil, maar het maakt het zijn BEDOELING, om zo de vervulling van zijn wil te realiseren.

Door deze illustratie kunnen we het verschil begrijpen tussen Gods wil, Zijn raad en Zijn bedoeling. Hij bewerkt het universum naar de raad van Zijn wil (zie Efeze 1:11). Hij bewerkt het niet naar Zijn wil; Hij bewerkt het naar de RAAD van Zijn wil. In het Grieks betekent BOULE "raad," terwijl BOULEMA "bedoeling" betekent. MA betekent "gevolg." Dus BEDOELING is RAAD-GEVOLG, of het gevolg van raad. RAAD betekent, uiteraard, advies."

Het voorbeeld waar in Maart naar werd verwezen moet opnieuw bekeken worden. Het is in Romeinen 9. Gods wil was om Israel te bevrijden uit de Egyptische slavernij, Zijn kracht te laten zien en Zijn Naam te verheerlijken. Hij werd van advies voorzien door Zijn eigen denken, dat er tegenstand moest zijn door Farao, anders zou Zijn macht niet kenbaar worden gemaakt, en zou ook Zijn Naam niet verheerlijkt worden. De bevrijding van Israel zonder tegenstand zou een platte, oninteressante zaak zijn die niet waard was om opgeschreven te worden. Het advies van Gods denken was Zijn raad. Naar aanleiding van dit advies vormde Hij een bedoeling om Farao's hart te verharden. Dat deed Hij en leidde toen Israel uit, ondanks de tegenstand. Zo werd Zijn macht getoond en Zijn Naam verheerlijkt.

Wanneer we het verslag in Exodus lezen, zijn we er snel bij te wensen dat het hart van de koning zacht was geweest. Maar dat was het probleem - het WAS zacht. Het was te zacht om Gods doel te dienen. Daarom verhardde God het!

God heeft van het begin een doel voor ogen. Indien Hij het zonder tegenstand zou bereiken zou er voor Hem geen heerlijkheid zijn. Aan de andere kant moet Hij de volledige controle hebben, niet alleen om de tegenstand te leveren, maar om ondanks die te slagen, anders zou er nog steeds geen heerlijkheid voor Hem zijn.

Een zwakke parallel is te zien in een potje voetbal. Er moet stevige tegenstand zijn, anders is er voor het winnende team geen glorie te behalen. Geen team dat die naam waard is, wil het doel bereiken zonder tegenstand.

God is LIEFDE en Hij was liefde bij de schepping. Hij plaatste de schepping in de Zoon van Zijn liefde. Dit was Zijn WIL. Maar Hij werd geadviseerd dat Zijn schepselen nooit van Hem zouden houden, tenzij ze eerst in zonde verloren waren en daarna gered. Dit was Zijn RAAD. Gebaseerd op deze raad was het Zijn BEDOELING dat Zijn schepselen eerst verloren moesten gaan, zodat zij de verschrikking van zonde zouden proeven, en zo voorbereid te zijn om ten volle antwoord te geven op Zijn liefde, op het moment dat de uit de zonde gered worden.

Ik kan het verslag van de val van de mens niet lezen zonder volledig verzekerd te zijn dat het allemaal gebeurde naar Gods bedoeling. Verwar Zijn wil alstublieft niet met Zijn bedoeling. Zonde is tegen Zijn wil. Hij haat ze. Maar het is wel naar Zijn bedoeling. Hij stelde het toneel op en liet zonde binnen komen, terwijl Hij ze met gemak buiten had kunnen houden. Als zonde geen deel uitmaakt van Zijn plan, had Hij het kunnen voorkomen.

Het onmiddellijk gevolg van zonde was niet geheel en al slecht, want de mens ontving net zo goed kennis van goed als van kwaad. Voorafgaand aan de val was hij onwetend over goed, net zoals hij dat was over kwaad.

Voor de tijden van de aionen had God al genade in Christus geplaatst om Zijn schepping van zonde te redden. Dit alles laat zien dat het Gods bedoeling was dat zonde zou komen. Zonder zonde zou er voor Christus niets te doen zijn geweest.

Aan de andere kant bracht Adam zichzelf en al zijn nageslacht onder veroordeling. Dit was waar om twee redenen. In de eerste plaats zondigde hij zonder bewust gedwongen te zijn het te doen. In de tweede plaats MOET zonde veroordeling brengen, anders zou ze nooit Zijn doel dienen, als een achtergrond voor Gods genade die zondaren redt. Indien zonde geen veroordeling zou brengen, zouden we nooit de zegeningen van redding op waarde schatten.

De Schrift vloeit over van voorbeelden van het verschil tussen Gods wil, Zijn raad en Zijn bedoeling.

We mogen het verslag van het geven van de wet lezen aan Israel en diep van mening zijn dat het Gods bedoeling was dat zij die zouden houden. Maar dat is niet het geval, zoals we in Romeinen 5:20 - "Maar de wet is er bij gekomen, zodat de overtreding zou toenemen"(SW). Het was Gods wil dat genade een gelegenheid zou krijgen om overvloedig te zijn. Zijn raad adviseerde Hem dat genade deze kans niet zou krijgen, tenzij de zonde toenam. Naar deze raad vormde Hij een bedoeling dat zonde zou toenemen. Daarom gaf Hij niet de wet om gehouden te worden; Hij gaf die om gebroken te worden. Het breken van de wet was niet in overeenstemming met Zijn wil, maar het was wel in overeenstemming met Zijn bedoeling, opdat Zijn wil uitgevoerd zou worden in de overvloeiing van genade. Maar dit hield Israel niet schuldvrij. Ze waren schuldig en hier vindt genade z'n gelegenheid.

De kruisiging van Christus was in overeenstemming met Gods wil. Zijn raad vertelde Hem dat dit niet bereikt kon worden zonder de tegenstand van de kant van de priesters en door het verraad door een vriend. Daarom omvatte Zijn bedoeling alle tegenstand door de priesters en het verraad door Judas.

Het was God wil om de huidige geheime bedeling van genade te brengen. Zijn raad adviseerde Hem dat voor het gedaan kon worden, Israel het evangelie zou moeten verwerpen en terzijde gesteld moest worden. Dus was het Zijn bedoeling dat Israel niet zou geloven. Dit werpt licht op Johannes 12:39 - "Daarom konden zij niet geloven". Het was Zijn bedoeling, niet Zijn wil, dat zij niet zouden geloven. En zie eens wat een heerlijke bedeling het is waarin wij leven, niet gebaseerd op het geloof van Israel, maar op hun ongeloof!

Dit is toepasbaar op duizenden andere gebeurtenissen. God bewerkt het universum in overeenstemming MET de raad van Zijn wil. Wij, net als de Israelieten, zouden het hart van de mensen zacht willen maken. Als we zouden begrijpen dat we rekening moeten houden met Gods bedoeling, misschien zouden we dan wat meer geduld hebben. Hij heeft plannen die harde harten nodig hebben. Indien de harten van alle mensen zacht zouden zijn, zou Zijn bedoeling verslagen worden. Zonder twijfel schreeuwde Israel tot Hem om Faraos hart te verzachten. Zijn antwoord was dat Hij zijn hart verhardde. Alle gebedsbijeenkomsten die nu mogelijk gehouden worden zouden God geen aanleiding geven om de harten van alle mensen zacht te maken.

"Wie heeft Zijn raadsbesluit weerstaan?" vraagt de apostel in Romeinen 9:19. Velen maken bezwaar tegen Zijn wil, maar niemand weerstaat Zijn bedoeling. Dit staat me veel troost toe. Ik kan lachen naar vervolgers, want zij voeren Gods bedoeling betreffend mij uit, zonder het te weten. Het is Zijn wil dat Zijn waarheid het pad van tegenstand en vervolging zal bewandelen, omdat dit Zijn genade zal vergroten, iets wat een glad pad niet zou doen. Daarom zal Hij er op toezien dat er meer dan voldoende vervolgers zullen zijn. Dit is Zijn bedoeling.

Gods wil rechtvaardigt Hem in het laten binnenkomen van zonde in het universum, zodra Hij het weg doet en Zichzelf en Zijn schepping laat zien oneindig veel rijker te zijn vanwege de tijdelijke aanwezigheid er van. Wij zullen rijker zijn, omdat wij alles zullen zijn wat God ons wil zijn. God zal rijker zijn, omdat Hij zal rusten in de volle liefde en bewondering van Zijn schepselen.

Wij zullen er op terugkijken vanuit de eeuwigheid en we zullen helemaal geen spijt hebben. We hebben nu spijt nodig, want die doet ons verlangen naar Zijn komst en aanwezigheid. Maar dan zullen we er geen hebben, want we zullen zien dat zonde de gelegenheid schiep voor het vertoon van Zijn genade, en de achtergrond voor onze volle antwoord op Zijn liefde.

Deze leer is nodig. Ze dient om ons stabiliteit en vertrouwen te geven met het oog op de toestanden die ons omringen en overspoelen. Wat een troost is het te geloven dat Hij het universum bewerkt in overeenstemming met de raad van Zijn wil. Dit is zoveel beter dan te geloven dat het universum van God is weggeraakt en dat Hij als een dwaas probeert er leiding aan te geven.

Deze leer geeft ook vertrouwen en stabiliteit met het oog op ons eigen falen. God staat aan het stuur en leidt wanneer wij falen. Misschien is ons falen in overeenstemming met Zijn bedoeling. Zonde is in de lichamen van heiligen achter gebleven met een beslist doel. Zonder dat zouden we God vergeten. Wetend dat het aanwezig is, herinneren wij Hem.

Deze leer levert de achtergrond voor rechtvaardiging. Er zou nooit rechtvaardiging voor zondaren zijn, als zonde - op de een of andere manier - rechtvaardigbaar is. Het is in die zin rechtvaardigbaar dat het Christus iets te doen geeft, voorziet in een gelegenheid voor het vertoon van genade, en God oneindige rijkdommen zal brengen in de liefde en bewondering van Zijn schepselen. Daarom is het: "Zo dan, omdat het door één overtreding voor alle mensen kwam tot veroordeling, zo komt het door één rechtvaardige daad voor alle mensen tot rechtvaardiging van leven"(Romeinen 5:18;SW)




www.hetbestenieuws.nl