Een reis naar en door de tweede dood
deel 4


door J. Philip Scranton



   

De zoektocht naar de tweede dood - deel 2


Eeuwig of aionisch?

Het woord aion heeft ook een bijvoeglijk naamwoord dat er van is afgeleid: aionios. Dit woord wordt in de gebruikelijke vertalingen vaak met eeuwig vertaald, zoals in eeuwig leven en eeuwig durende straf (Matt. 25:46). Maar de betekenis van een bijvoeglijk naamwoord gaat nooit verder dan de betekenis van het zelfstandig naamwoord waarvan het is afgeleid. Iets dat jaarlijks is, houdt verband met een jaar. Iets dat maandelijks is, houdt verband met een maand. En iets dat aionisch is houdt verband met een aion. Iets dat eeuwig is houdt verband met eeuwigheid en het concept van eeuwigheid is in de Schrift alleen het gevolg van een inaccurate vertaling. De aionen zijn de grootste segmenten van tijd die in de Bijbel worden besproken.

Indien de geredden tot aionisch leven worden opgewekt, en niet zozeer tot eeuwig leven, betekent dat dan dat zij op een toekomstig moment weer kunnen sterven? Nee. Paulus maakt het duidelijk dat wanneer de geredden veranderd zijn, zij onsterfelijk zullen worden (1 Kor. 15:53-54). Wat dan is het belang van de term aionisch leven? Deze term spreekt van het leven van de aionen, en verwijst naar de koninkrijks-aionen. De geredden zijn gezegend, niet alleen om ontvangers van onsterfelijkheid te zijn, maar ook om deel te nemen aan het koninkrijk. Zij zullen tijdens de koninkrijks-aionen in leven zijn en sommigen van hen zullen heersen in het koninkrijk. Dit is het belang van wat over het algemeen eeuwig leven wordt genoemd. Aionisch leven is een vollere en rijkere uitdrukking, omdat het in zich de gedachten meedraagt van alles wat zal gebeuren tijdens de koninkrijks- aionen, wanneer Gods doelstelling voltooid zal zijn. Eeuwig leven betekent alleen eindeloos leven.

Aion en aionios twee maal in één zin

“En deze zullen weg gaan in eeuwigdurende straf; maar de rechtvaardigen in eeuwig leven” (Matt. 25:46; vertaald uit de King James vertaling). Augustinus maakte een betoog populair dat gebaseerd is op dit vers, en dat gemaakt werd ter ondersteuning van de mening dat aionios eindeloos of eeuwig betekent. Aionios wordt hier twee maal in dezelfde zin gebruikt, één maal weergegeven met eeuwigdurende en één maal met eeuwig. Eenvoudig gesteld is het betoog: Hetzelfde woord wordt gebruikt om het leven van de rechtvaardigen te beschrijven dat ook gebruikt wordt om de straf van de boosaardigen te beschrijven. Daarom moet het leven van de rechtvaardigen en de straf van de boosaardigen van gelijke duur zijn.

Anderen zijn achter Augustinus gaan staan en voegden tanden toe aan zijn betoog, zeggend dat als iemand, mens of God, een woord twee maal gebruikt in dezelfde zin, bedoelend dat elk gebruik van het woord een andere betekenis zou hebben, dat individu verraderlijk en misleidend zou zijn. Daarom, aangezien God goed is en rechtvaardig, bedoelde God dat het woord in beide gevallen dezelfde betekenis moet hebben. Bovendien: een ieder die beweert dat de straf van de boosaardigen niet eindeloos is, is verraderlijk en misleidend bezig en staat tegenover de waarheid, omdat het leven van de geredden zeer zeker eindeloos zal zijn. Dit antwoord is een vaak bereden stokpaardje daar waar de controverse over deze woorden geuit is geworden.

In principe hebben Augustinus en zijn gezelschap het bij het rechte eind. Maar zij maken een fout door als vanzelfsprekend aan te nemen dat aionios eeuwigdurend betekent en dat aion altijd betekent. Aion is een tijdperk en aionios betekent behorend bij een tijdperk. Ik zou willen dat het gezelschap van Augustinus één vraag zou beantwoorden: “Als een woord dezelfde betekenis moet inhouden wanneer het twee maal in dezelfde zin wordt gebruikt (en in dit geval stemmen we van harte in dat dit het geval is), waarom veroordeelt dan niemand met alle kracht in hem de inconsequente vertalingen van precies deze woorden waar zij in andere passages twee maal in één zin worden gebruikt? Volharding in de volgende passages zou tot correctie van de vertalingen in Matt. 25:46 moeten leiden.

Romeinen 16:25,26

“Voor hem nu die de kracht heeft om u te vestigen naar mijn evangelie, en de verkondiging van Jezus Christus, naar de onthulling van het geheimenis, dat geheim gehouden werd sinds de wereld [aionios] begon, maar nu bekend werd gemaakt, en door de schriften van de profeten, naar het bevel van de eeuwigdurende [aionios] God, bekend gemaakt aan alle natiën voor de gehoorzaamheid van het geloof” (vertaald vanuit de King James vertaling).

In deze verzen wordt het woord aionios twee maal in dezelfde zin gebruikt en geen van de twee woorden die hier worden gebruikt om het te vertalen kan in beide gevallen gebruikt worden, zonder de zin in onzin te veranderen. Indien wereld voor volharding veranderd wordt in eeuwigdurend, of eeuwig, dan is er een geheim dat eeuwig geheim gehouden wordt, maar nu bekend wordt gemaakt – een duidelijke tegenspraak. Indien eeuwigdurend voor volharding wordt veranderd in wereld, dan is de God van het evangelie de wereld God. Maar op dit moment is Satan de god van deze tijd en van de koninkrijken van deze wereld (2 Kor. 4:4).

In werkelijkheid spreekt de passage van Paulus’ evangelie, dat de geheimen bevat die gedurende voorgaande aionen – “aionische tijden” - verborgen was, die de aionische God nu aan het licht heeft gebracht. Begrijpen dat aionios de betekenis bezit van zich verhouden tot de aion, is de enige consequente manier om de passage zinnig te laten klinken. En spreken van de aionische God beperkt Zijn bestaan niet meer dan het spreken over de God van Abraham Hem beperkt God van slechts één man te zijn.

Titus 1:2

“In de hoop op eeuwig [aionios] leven, dat God, die niet kan liegen, beloofde voordat de wereld [aionios] begon” (vertaald vanuit de King James vertaling). Indien eeuwig hier de consequente vertaling zou zijn, zou God leven hebben beloofd voordat de eeuwigheid begon. Hier wordt zeker niet aan de duur van Gods bestaan getwijfeld, maar hoe kan iets beloofd worden voorafgaand aan een tijdsperiode die geen begin heeft? Er kan, per definitie, niet gedaan worden vóór eeuwigheid.

Indien beide gebruiken van het woord met wereld vertaald waren, zou de passage zeggen dat vóór de wereld begon, God wereldleven beloofde. Wat is dat? De dieren hebben wereld leven. Deze uitdrukking vertelt niets over het leven van de geredden. God beloofde, vóór de aionische tijden, aionisch leven, het speciale leven van de koninkrijks aionen, in Christus. Dit klinkt verstanding en dit is in overeenkomst met een betekenis die de Schrift duidelijk aan dit woord toeschrijft.

Galaten 1:4,5

“Die zichzelf gaf voor onze zonden, opdat hij ons zou verlossen uit deze huidige boze wereld [aion], in overeenstemming met de wil van God en onze Vader, aan wie zij de heerlijkheid voor altijd en altijd [aion / aion].” (vertaald vanuit de King James vertaling).

Hier wordt het dubbele gebruik van het zelfstanding naamwoord in een enkele zin gedemonstreerd, en niet zo zeer bij bijvoeglijk naamwoord. Met een consequente vertaling en de betekenis van altijd was Christus’ reddend werk het eeuwig verlossen van gelovigen van het huidige kwaad, of de huidige boze eeuwigheid. Zal er dan geen einde aan het kwaad komen? Maar aan de andere kant, wat is de betekenis van de heerlijkheid van God voor de werelden van de werelden? Efeze 3:9-11 geeft een andere zin waarin aion twee maal wordt gebruikt, en de betekenissen worden verschillend weergegeven. En 1 Timotheüs 6:17-19 levert een zin waarin zowel aion als aionios worden gebruikt en met tegenstrijdige betekenissen. De juiste vertaling van deze woorden is kritiek als men met enige diepte van belang het doel van God wil verstaan. Augustinus’ betoog is gebouwd op één vers, en negeert vijf andere die veel licht op de fout zouden hebben geworpen.

Ons bewust worden dat de aionen in Gods doelstelling niet eindeloos zijn, zal de deur openen naar een groter verstaan van die doelstelling. Consequent vertalen van deze termen zal panoramische vergezichten openen op Gods werken. De correcte vertaling van deze woorden zal ook de onjuiste mythe van eindeloze kwelling voor de verlorenen met de grond gelijk maken.

Het bereik van redding

De leer van de tweede dood zal ons leiden naar de uiteindelijke perioden van de huidige tijden, wanneer Gods doelstelling met de redding in Christus voltooid zal zijn. Om onze plaats in die loop van gebeurtenissen te kunnen verstaan, moeten we ons het doel bewust worden van onze redding in het algehele beeld van Gods doelstelling. De leringen van eindeloze kwelling en eindeloze scheiding van God vallen weg bij de correcte vertaling van aion en aionios. Uiteindelijk, wanneer Gods doelstelling van de aionen is afgesloten, zullen allen vrede en eenheid hebben met God. Dit doet de vraag rijzen: Waar is dan het evangelie voor? Wat is het doel van geloven? Waarom zouden we proberen onze geloof te delen met anderen? Gelovigen bezitten vandaag niet de enige redding, maar zij bezitten een speciale redding. “dat wij vertrouwd hebben op de levende God, Die redder is van alle mensen, speciaal van gelovigen” (1 Tim. 4:10;SW).

Toen God Adam en Eva aankleedde in de hof van Eden, bracht Hij een offer voor heel de mensheid. Toegegeven, er waren er in tijd maar twee, maar Hij sloot zowel misleide als degene die koos om ongehoorzaam te zijn in. En Zijn belofte was dat het Zaad een dodelijke wond zou aanbrengen aan degene die hun dood teweeg had gebracht. Hoewel veel details toen ontbraken, verstaan we dat de Zoon van God, het Zaad, kwam om alle daden van de Tegenstander teniet te doen (1 Joh. 3:8). Dit omvat ook de daad die de dood bracht aan heel de mensheid. Christus zal die vloek voor allen terugdraaien.

Het thema van verlossing door het beloofde Zaad kwam weer aan de oppervlakte in Abraham. Deze kinderloze man met een onvruchtbare vrouw, werd de vader van natiën. Zijn zaad zou een zegen worden voor allen. Zijn zaad zou zijn als het stof van de aarde (Gen. 13:16), als de sterren van de hemelen en als het zand van het strand (Gen. 22:17).

Toen God een verbond sloot met Israel bij de berg Sinaï, zei Hij dat zij een “koninkrijk van priesters en een heilige natie” zouden zijn (Exo. 19:6). Het werd duidelijk dat het Zaad, door Wie God de werken van de Tegenstander zou vernietigen, niet beperkt zou blijven tot het enkele individu, Zijn Zoon. Er zouden er meer zijn die onder het gezag van de Zoon zouden dienen.

Toen God een bediening toevertrouwde aan de apostel Paulus, onthulde Hij dat in de laatste tijdsperiodes van Zijn reddende doelstelling er een bediening zou zijn die het gehele universum onder het Hoofdschap van Christus zou brengen, en dat deze bediening zowel hen van de hemelen als hen op de aarde zou omvatten(Efe. 1:9-11). Om deze reden is het burgerschap van het lichaam van Christus in de hemelen (Filip. 3:20,21). Gelovigen van vandaag worden gered om Gods genade tentoon te spreiden en om deel uit te maken van de bediening die het gehele universum in onderschikking en eenheid onder het Hoofdschap van Christus zal brengen. Een herboren Israel zal deze bediening op aarde uitdragen, terwijl het lichaam van Christus die dienst zal verrichten in de hemelen. Zij die vandaag gered worden hebben een speciale redding, en in de toekomst zal men zich realiseren dat het niet de enige redding is.

Door naar deel 5 ...


Heeft u een woord gelezen waar u meer over wil lezen, vul het dan hieronder in.

   


© www.hetbestenieuws.nl